door: René Bliek

Waar kijk jij het meest naar uit?

Wat een jaar was 2021! Iedereen keek in 2020 uit naar een nieuw jaar. Velen in de verwachting dat we voor de zomer 2021 weer onze vrijheid in relatie tot COVID-19 terug zouden krijgen. Maar dat liep voor iedereen net even anders.

Terugkijkend houdt het coronavirus ons al sinds maart 2020 in zijn greep. En dat virus beheerst onze maatschappij nog steeds. Corona is onderdeel geworden van ons dagelijkse leven. Wij willen steeds liever het ‘gewone’ leven weer oppakken en het vooral niet meer constant hebben over corona, maar iedereen weet dat het virus weerbarstig is. Hoewel nu het grootste deel van de bevolking is gevaccineerd, neemt het aantal besmettingen sterk toe. Het aantal positief geteste personen overschrijdt het aantal van voor de vaccinatie.

De houdbaarheid van het zorgsysteem stond al voor de coronacrisis onder druk, onder andere door de toename van het aantal ouderen en chronisch zieken. De overheid wil graag dat mensen zo lang mogelijk gezond en zelfredzaam blijven met regie over hun eigen leven. Men wilde als het ware proberen te voorkomen dat het systeem oververhit raakte en zorgen dat het betaalbaar blijft door o.a. te voorkomen dat mensen gebruik maken van meer gespecialiseerde, dure zorg en door het verplaatsen van de zorg van het ziekenhuis naar de huisartsenpraktijk. Het mag duidelijk zijn dat door de coronacrisis juist de zorg geleverd door het ziekenhuis onder druk staat. Daar komt nog bij dat ruim 75.000 zorgmedewerkers de laatste tijd de zorg hebben verlaten om elders betere arbeidsomstandigheden (met name minder werkdruk) te krijgen en een passend loon te ontvangen. De jeugdzorg, de verpleeghuizen en de academische ziekenhuizen zagen de meeste mensen vertrekken. Het is diepbedroefd en schandalig zoals het kabinet ook met deze beroepsgroep omgaat.

Defensie staat ook onder druk, alleen merkt Nederland daar niet veel van. Natuurlijk is er enige steun geleverd in de coronacrisis, echter de zichtbare ‘vijand‘ staat nog niet te kloppen aan de deur. Alhoewel, als je alleen al ziet hoeveel Defensie bijdraagt aan het bestrijden van de georganiseerde misdaad en het bewaken van onze grenzen (ook buiten Nederland) dan is dat toch substantieel. Kijk maar hoeveel Koninklijke Marechaussee (KMar) personeel daar mee bezig is! Dat wij en de politiek niet willen zien dat duizenden wanhopige migranten worden gebruikt als menselijke pionnen door naar de Wit-Russische grens met Polen, Litouwen en Letland te worden vervoerd. Dit omdat president Poetin een groot deel van Oost-Europa in een nieuwe Russische invloedssfeer probeert te dwingen, zegt genoeg over onze naïviteit en ons wegkijken. De uitdagingen in Griekenland, in samenhang met vluchtelingen, zal ik maar niet benoemen, laat staan het land China1 Dat wij als Defensie niet kunnen laten zien in hoeverre wij bijdragen in het voorkomen van ellende op ons eigen grondgebied is de grote uitdaging. Defensie is toch relevant als wij een vrij, veilig en welvarend Europa willen met een goed functionerende Europese Unie nu de wereld in hoog tempo verandert en onveiliger wordt. Het blijft de vraag bij hoeveel dreiging politici er echt van overtuigd raken dat defensie best belangrijk is. Ik moet er niet aan denken wat de consequenties voor Defensie zijn als het nieuwe kabinet niet met het noodzakelijk bedrag over de brug komt.

Voor mij als werknemer bij de GOV|MHB was 2021 weer een uitdagend jaar. Allereerst is het moeilijk te doorgronden waarom het kabinet (de politiek) zo weinig over heeft voor ons defensiepersoneel. Waaruit blijkt nu de waardering van de politiek voor onze defensiemedewerkers. Om die reden kwam er weer een AV-problematiek waardoor er door de Samenwerkende Centrales voor Overheidspersoneel in de sector Defensie (SCO-Def) niet op alle fronten gesproken kon worden met Defensie. Ik accepteer dat deze AV-problematiek boven mijn niveau is als dit besproken wordt, maar zit wel met het dilemma of de gevolgen van deze problematiek nu echt goed zijn voor het actieve defensiepersoneel. Een vakbond moet natuurlijk wel voor alle leden opkomen. Dus ook voor degene die niet meer actief zijn bij Defensie (UGM, FLO en pensioen) en dat aspect moet zeker meegenomen worden.

‘The North Atlantic Council strongly condemns the Russian Federation’s reckless and irresponsible anti-satellite missile test on 15 November 2021’.2,3 Kijk dat maakt indruk! Wat leven wij toch in een vreedzame wereld. Keep on dreaming!

Advies CGMD

De Technische Werkgroep Besluit Medezeggenschap Defensie (BMD) is ook alweer enige tijd niet bijeengeweest. Wel heb ik als een van de vertegenwoordigers van de SCO-Def het jaargesprek met het College geschillen medezeggenschap Defensie (CGMD) gevoerd. Onze hoofddirecteur Personeel, Wim Hoogendoorn, had het College gevraagd eventuele aanvullende punten aan de orde te stellen voor de evaluatie van het BMD. Het College heeft een paritaire taak. Om die reden informeert en spreekt zij met de werkgever, de centrales en de medezeggenschap.

Luitenant-generaal Kees Matthijssen wordt voor minimaal 1 jaar Force Commander van VN-missie Minusma in Mali. Minusma is één van de grootste en meest complexe VN-missies op dit moment. Ik ken Kees al vele jaren en ook hier weer: de juiste man op de juiste plaats.

Het college adviseert een moderniseringsslag door te voeren in het hoofdstuk over geschilbeslechting in het BMD en zijn taak minder juridisch in te kaderen. Juridische oplossingen zijn bij langer aanhoudende conflicten tussen dienstleiding en medezeggenschap zelden duurzame oplossingen. Juist bij arbeidsverhoudingen en de relatie tussen een commandant (“hoofd van de diensteenheid”) en zijn medezeggenschapscommissie zijn vraagstukken meer gericht op de wederzijdse belangen van organisatie en personeel. Daarbij staat voorop dat partijen samen verder kunnen en escalatie zoveel mogelijk vermeden dient te worden.

De moderniseringsslag zou wat het college betreft uit de navolgende elementen bestaan:

  • Het college adviseert de mogelijkheden in het BMD te vergroten in een zo vroeg mogelijk stadium tot een snelle, effectieve en laagdrempelige oplossing voor gerezen problemen in de medezeggenschap te komen, met name in een vroegtijdig(er) stadium. Een breder palet aan interventiemogelijkheden is daarbij op zijn plaats.
  • Dat begint dan wat het college betreft breed, met het vroegtijdig en laagdrempelig verstrekken van informatie en advies, tot mogelijkheden van actieve bemiddeling. Juist wanneer partijen een nog niet geëscaleerde kwestie met elkaar hebben, kan men proberen het vraagstuk op te lossen door middel van informatie en advisering (en eventueel bemiddeling). Deze resultaatgerichte adviezen kunnen volgens het college partijen helpen tijdig een oplossing voor hun probleem te vinden waar ze beiden tevreden mee zijn, zodat ze samen verder kunnen.
  • De meer klassieke rol van het college als geschilbeslechter en “sluitstuk” door advisering in (vaak langer lopende) conflicten kan worden gehandhaafd.
  • Het college pleit daarbij over de hele linie voor maatwerk in de aanpak, zoals on-line interventies en actieve bemiddeling op locatie, als dat bijdraagt aan een goede oplossing.
  • Wij stellen voor de taak van het college in het BMD ruimer te omschrijven; bijvoorbeeld “het tussen partijen bemiddelen bij een vraagstuk dat is te herleiden tot het BMD en het geven van voorlichting en informatie aan partijen”. De vooraf omschreven situaties waarin het college bevoegd is (art. 34 BMD), met een verwijzing naar de diverse artikelen in het BMD, zouden hiermee dus worden vervangen door de ruimere taakomschrijving, die overigens ook aansluit bij de rol van de bedrijfscommissies in de WOR.
  • Daarbij stellen wij voor om de naam van het College te veranderen in “college voor medezeggenschap Defensie” en het woord “geschillen” te schrappen.
  • Als bemiddeling niet slaagt, adviseert het college partijen over de oplossing van het geschil zoals dat ook nu het geval is. Partijen zou aanvullend nog de mogelijkheid kunnen worden geboden samen overeen te komen een bindend advies van het college te vragen.

De GOV|MHB staat positief tegenover deze moderniseringsslag. Escalatie moet altijd vermeden proberen te worden. Mocht één van u hierop willen reageren, graag. Ook andere punten die u zou willen inbrengen voor de evaluatie van het BMD zijn altijd welkom. Dit gezegd hebbende is het nu goed om te focussen op het inspirerende, het goede, het positieve en de mogelijkheden van het komende jaar! Al is dat, voornamelijk door COVID-19 en de daarbij behorende maatregelen, zeer uitdagend. Toch hoop ik erop dat we wel kunnen uitkijken naar het nieuwe jaar 2022! Het jaar waarin wij:

  • hopen dat het gewone leven weer opgepakt kan worden;
  • onze grondwettelijke taak weer kunnen uitvoeren;
  • in het buitenland niet meer worden gezien als een 'freerider' en;
  • het defensiepersoneel een fatsoenlijk CAO en loongebouw kunnen geven.

Er is in ieder geval genoeg om naar uit te kijken!