Aan de onderhandelingstafel…

Onze achterban zegt "NEE", maar toch ook "JA"

door Thijs van Leeuwen

Bij het ter perse gaan van deze Prodef is de achterbanraadpleging van de uitkomst van de arbeidsvoorwaardelijke onderhandelingen afgerond. Het moment dat u dit leest is zelfs ook het Sector Overleg Defensie (SOD) naar alle waarschijnlijkheid gevoerd. Op deze regenachtige vrijdagmiddag dat ik achter mijn PC zit, om me voor de laatste keer dit jaar via de Prodef tot u te richten, heeft dit echter nog niet plaatsgevonden. Over de uitkomst van dit SOD kan ik dan ook alleen maar speculeren, hetgeen ik mogelijk wel ga doen. Al was het maar om achteraf te kunnen zeggen: “zie je wel!”.

Wat wél duidelijk is, is de uitkomst van onze survey onder u, onze leden. De ledenraadpleging is gesloten en door onze kundige en wetenschappelijk onderlegde onderzoeker, ja ook de GOV|MHB heeft zijn eigen one-man CBS, statistisch geanalyseerd. Bottom Line Up Front (BLUF): de meerderheid was tegen en heeft dus gestemd vóór het afwijzen van deze uitkomst. Een, zij het krappe, maar toch ook duidelijke, “NEE”. Tegelijkertijd heeft een overgrote meerderheid ook “JA” gezegd, tegen het in gesprek blijven met de werkgever. Een m.i. interessante uitkomst, die in lijn ligt met wat ik had verwacht op basis van de reacties bij de voorlichtingen.

Kennelijk heeft u net als ik moeite gehad met het besluiten wat wijsheid is. ‘Nee’ zeggen, om een verscheidenheid aan redenen, of toch instemmen, eveneens met valide argumentatie? De resultaten van de survey ondersteunen in ieder geval dit beeld. Het was namelijk nog best spannend hoe de stemming uit zou vallen en het duurde even tot deze definitief was beslist. Het verschil tussen de voor- en tegenstemmers lag namelijk vrij lang binnen de statistische foutmarge van een dergelijke survey1, maar uiteindelijk kwam het verschil tussen voor en tegen op ongeveer 6%. Kijk ik naar de krappe meerderheid die voor afwijzen heeft gestemd, dan is het een duidelijk antwoord; de meerderheid van u denkt dat dit resultaat niet goed (genoeg) is. Hoewel ik besef dat er dus ook een belangrijk deel van onze leden is dat er anders over denkt; blijft deze uitkomst voor ons de basis, met een dergelijk bod gaan wij niet akkoord.

Ook hebben wij u gevraagd naar uw mening over de verdere aanpak; moeten wij al het overleg stoppen om druk te zetten, moeten wij over al het overleg doorgang laten vinden, of moeten wij gaan voor een variant waarbij we druk houden op het overleg, maar over specifieke belangrijke onderwerpen wel verder praten? Hier was de uitkomst helder en met een veel grotere marge dan bij de eerdere vraag over het afwijzen van de uitkomst: een overgrote meerderheid is voor het in gesprek blijven met de werkgever, met een duidelijke voorkeur voor het blijven praten over specifieke onderwerpen. Deze uitkomsten werden nog eens benadrukt in de vele commentaren die u heeft achtergelaten aan het einde van de survey; velen van u zien het in gesprek blijven met de werkgever als een groot goed.

Opvallend vond ik overigens de meermaals gemaakte opmerking dat er een optie ontbrak bij de vraag over hoe verder met het overleg: namelijk door blijven onderhandelen over de CAO. Ik begrijp deze opmerking zeker, maar laat mij u uitleggen hoe ik dit zie. Vooropgesteld ik ben altijd bereid om te onderhandelen over de CAO. Zeker wanneer deze alweer zo lang overdue is als nu. Dit is en dit blijft zo. Maar dan is er wel een wijziging in de situatie nodig, om het überhaupt zinvol te maken om door te onderhandelen. Zoals gepresenteerd door mij aan u, maar ook door de HDP en de andere bonden aan het personeel, is deze onderhandeling afgerond. Al het geld dat de werkgever zegt te hebben, en ik moet zeggen dat ik hem daarin geloof, is ‘uitgegeven’ en verdeeld. Het verder onderhandelen heeft m.i. dan ook alleen zin als hier verandering in komt. Kortom: als het kabinet besluit meer geld voor het defensiepersoneel beschikbaar te maken, dan wel dat zij toestaat dat onze Minister extra geld vrijmaakt uit de eigen begroting. Gebeurt dit niet, dan heeft verder onderhandelen geen zin en ga ik dit ook niet doen. Zeker niet met de afwijzing van uw zijde over de uitkomst die er nu ligt. Wees echter gerust, zodra er signalen zijn dat er ruimte is om te komen tot een resultaat dat wél recht doet aan het defensiepersoneel, dan ben ik de eerste die weer aan tafel zit. Dat spreekt voor zich.

Hoe moeten we nu verder?

Het SOD moet zoals gezegd nog komen, maar ik voorspel dat dit niet alsnog gaat leiden tot een akkoord. Ik verwacht dat net als bij ons, ook de achterban van de andere bonden de uitkomst van dit resultaat afwijst. Hoe vervelend ik dit op bepaalde vlakken ook vind, ik begrijp het maar al te goed. U mist, denk ik, terecht waardering en u bent van mening dat dit niet goed is voor Defensie. Primair hoop ik dat wij gezamenlijk met de werkgever tot de conclusie kunnen komen dat u beter verdiend. En ik maak mij dan ook hard voor dat wij als sociale partners gezamenlijk(!) een duidelijk signaal afgeven naar het kabinet dat het beter moet. Daar moet de druk komen te liggen, bij de politiek. Naast druk op de politiek en het voorlopig stilleggen van de onderhandelingen over de CAO moeten we wel verder. Een jaar ligt het overleg nu stil en vele onderwerpen kunnen volgens mij niet langer wachten. Wij als GOV|MHB zetten dan ook, naast actievoeren voor een betere CAO, in op het wederom voeren van overleg over cruciale onderwerpen. Welke dat zijn?

Dan kunt u denken aan het nieuwe personeelssysteem, het beloningsmodel (loongebouw en stelsel van toelagen), belangrijke reorganisaties, de afronding van de overgang van het eindloonpensioen naar het middelloonpensioen2, maar ook andere onderwerpen die opkomen en urgent zijn.

Alleen zo komen we tot de broodnodige modernisering van personeelsbeleid en beloning. Alleen zo komen we tot een taakvolwassen Krijgsmacht. Zoals ik in mijn vorige column zei: dit vereist geld en focus. Geld door bij de Haagse politiek het belang te blijven onderstrepen en additioneel budget vrij te spelen. Focus door in het overleg scherpe en soms pijnlijke keuzes te maken.

Het jaar is alweer bijna voorbij. Een vreemd jaar, zowel maatschappelijk. professioneel als in de privésfeer. Een jaar waarvan ik me afvraag wat we nu feitelijk hebben bereikt? Ook een jaar waarvan ik moeite heb om de elementen te benoemen waar ik professioneel gezien trots op ben dat ik ze voor elkaar heb gekregen. En een jaar waar ik niet echt met voldoening op terugkijk. Ik zie het einde van dit jaar dan maar als een keerpunt. Een punt waarbij ik op de helft van mijn functietermijn kan vaststellen dat ik veel geleerd heb, maar waarbij ik vooral nog veel functionele ambities te verwezenlijken heb. Voor u, mijn leden. In die zin kijk ik dan ook positief naar de toekomst: er is nog veel te doen en dus ook te bereiken!

Ik wens u allen een ontspannen winterperiode en vooral rustige en fijne feestdagen toe. Volgend jaar gaan we er weer net zo hard tegenaan! Groet, uw onderhandelaar

PS vanuit velen van u kreeg ik, geheel terecht, weer vragen over de pensioencompensatie. Hoe zit het en waar blijft het? Hier kom ik separaat, maar nog voor de Kerst over bij u terug. Beloofd!

  1. Het is feitelijk nooit het geval dat ál onze leden hun stem uitbrengen en we zodoende zeker weten wat de meerderheid van onze leden wilt, dus moeten we besluiten op de wel uitgebrachte stemmen. Hierbij proberen we met statistische betrouwbaarheid vast te stellen wat de mening is van de gehele populatie.
  2. Waaronder de pensioencompensatie.