door: René Bliek

Van uw onderhandelaar

Uitdagingen moeten we samen oplossen, ook bij Defensie

Zoals u weet zijn er op dit moment grote uitdagingen in ons land. Die uitdagingen kunnen we naar mijn mening alleen maar samen oplossen. We leven nu eenmaal in een wereld van complexe systemen: alles hangt met alles samen. De economie, het milieu, de sociale zekerheid en hoe mensen zich bewegen in hun netwerk van vrienden, collega’s en bekenden.

We moeten proberen mensen te overtuigen, ze laten inzien dat ze iets doen voor het grotere goed, voor de samenleving als geheel. Het bericht herhalen of harder gaan spreken is waarschijnlijk niet de juiste manier om de ander te overtuigen. Wel moeten we accepteren dat er enkele mensen zijn die nooit overtuigd willen worden, immers mensen zijn niet altijd ‘rationeel’ en dat zullen ze ook nooit worden. Het zit domweg niet in onze natuur. Op sociale media bestoken we elkaar met ons eigen gelijk en met steeds minder respect voor een “van mij afwijkende mening”.

Laten we er dan in ieder geval voor zorgen dat onze volksvertegenwoordigers echt weer het volk gaan vertegenwoordigen en niet zo respectloos met elkaar omgaan als nu. Zeker onze politici moeten hun voorbeeldfunctie niet vergeten. Wat in ieder geval noodzakelijk is, is goed beleid die de problemen vanuit een veelheid van perspectieven benadert. Als we over bijvoorbeeld Defensievastgoed spreken, komt onze staatssecretaris, mr. drs. Ch. A. (Christophe) van der Maat, met zijn zienswijze: ‘kom niet ineens met een plan en allerlei feiten, maar leg je intenties en vertrekpunt neer en ga in gesprek. Als je gaat cocreëren, zou het zomaar eens kunnen zijn dat je tot mooiere dingen komt. Dan kan er uit welbegrepen eigenbelangen iets mooiers ontstaan dan je vooraf had bedacht’. Ik onderschrijf wat onze staatssecretaris hier zegt, maar ik zie drie grote uitdagingen voor Den Haag in het algemeen:

  • De overheid hoort het algemeen belang te dienen, waarbij ik niet zeg dat dit eenvoudig is;
  • Een niet te onderschatten chronische politieke ontevredenheid. Hoewel het allemaal veel erger kan, zien we nu in Nederland in een aantal opzichten een verdeelde samenleving;
  • Er zijn in Den Haag nog enkele blinde vlekken (welke?, die mag u zelf invullen), waardoor ik bang ben dat we eerder “wij versus zij” krijgen dan “samen” optrekken.

Onze staatssecretaris, mr. drs. Ch. A. (Christophe) van der Maat in juli j.l. op bezoek bij 11 Luchtmobiele Brigade (aaslt) “7 december”. Ik neem aan dat hij ook met de manschappen gesproken heeft!

Als ik dan weer inzoom op Defensie en breder probeer te kijken dan is het duidelijk dat het voor onze regering en legerleiding al enkele jaren vaststaat, dat de Nederlandse krijgsmacht niet in staat is het eigen grondgebied effectief te verdedigen en dat men afhankelijk is van de hulp van andere landen. De regering heeft dit zelfs in de defensienota 2021 geschreven aan onze Tweede Kamer[1]. Maar ook toen gingen we allemaal weer verder tot de orde van de dag. Als ik aangeef dat onze Krijgsmacht weer relevant moet worden, begrijp ik wel dat we dit buiten NAVO-verband nooit kunnen zijn.

Een Fennek met het Stinger Weapon Platform van het DGLC om de eigen troepen te beschermen tegen vijandelijke helikopters en vliegtuigen tijdens de oefening Wettiner Heide.

Er vanuit gaande dat onze eerste hoofdtaak weer prioriteit 1 is voor onze krijgsmacht word ik wel een beetje zenuwachtig als ik nadenk over het voortzettingsvermogen van onze dan wel relevante Krijgsmacht. Ik beperk mij in deze bijdrage alleen over het personele voortzettingsvermogen.

Het is essentieel dat er genoeg militairen zijn om de opgedragen opdrachten uit te kunnen voeren. Wij weten al enkele jaren hoe moeilijk het is om in vredestijd militairen te werven, te boeien en te binden. Tegelijkertijd zien we ook hoe moeilijk dit is voor het Russische leger dat op veel verschillende manieren extra militairen probeert te werven, nu de ‘speciale militaire operatie’ een lange uitputtingsslag lijkt te worden. En dan spreek ik niet alleen over huurlingen en buitenlandse strijders. Naast werven is zeker boeien en binden daar een zeer speciale uitdaging.

Voor mij is het dan ook noodzakelijk om in ieder geval nu ook na te denken over de dienstplicht. De dienstplicht is nooit afgeschaft, maar de opkomstplicht van de dienstplicht werd wel in 1997 opgeschort. De politiek heeft het toen niet aangedurfd om de dienstplicht echt af te schaffen: formeel werd het ‘opschorten’. Men wilde namelijk te allen tijde de mogelijkheid hebben om de militaire dienstplicht weer te activeren. De wet geeft echter niet aan onder welke omstandigheden de dienstplicht kan worden geactiveerd. Het is niet gekoppeld aan regelingen als wetgeving over oorlogs- en uitzonderingsomstandigheden. Maar ik ga ervan uit dat daar wel een oplossing voor wordt gevonden als er ooit op de knop gedrukt moet worden. Maar hoe gaan we het nu behappen mochten we echt gaan mobiliseren. Door dat wat er in de wereld om ons heen gebeurd mogen we daar best wel eens over gaan nadenken. Ik verwacht dat het oproepen van mensen geen probleem mag zijn, daar lopen we waarschijnlijk alleen tegen sociaal-juridische problemen aan. De feitelijke invoering van de dienstplicht is heel wat gecompliceerder. De personele en fysieke infrastructuur en logistiek ontbreken volledig. Ik verwacht nu geen plan, maar wel dat we er aandacht aanbesteden. We weten immers hoe lang het duurt voordat een spijkerbroek een militair is. Wat we naar mijn idee nu wel moeten aanpakken is de personele aanvullingsproblematiek. We moeten reëel gaan nadenken wat dat betekent en hoe wij deze uitdaging gaan oplossen. Het is een feit dat ook wij militairen zullen gaan verliezen als onze eenheden deel gaan nemen aan daadwerkelijke (gevechts-)inzet in NAVO-verband.

Kortom voor mij als persoon zie ik de prioriteitsvolgorde als volgt:

  • huidige eenheden vullen;
  • nieuwe eenheden bouwen, maar pas vullen als het personeel, materieel en bijbehorende infra etc. er is;
  • zorg dragen voor een personeelsaanvullingssysteem en;
  • nadenken over hoe te mobiliseren (keuringsartsen, instructeurs, kazernes, uniformen, materieel).

Op dit moment zijn er diverse afspraken tussen de centrales en defensie, waarbij afspraken niet nagekomen worden. Dat wil trouwens voor de GOV|MHB niet zeggen dat die afspraken in beton gegoten zijn. Wel moeten er eerst nieuwe afspraken gemaakt worden voordat men de oude weggooit. Ik ben wel benieuwd naar de gezamenlijke oplossingsrichtingen. De IGK zelf heeft al input geleverd voor deze nog komende discussie, nu Defensie en de Centrales nog. De basis van het overleg tussen de sociale partners bestaat in ieder geval uit drie elementen, te weten:

  • Respect;
  • Vertrouwen;
  • Het nakomen van afspraken.

U mag als defensiepersoneel zeker van de GOV|MHB verwachten dat wij dit niet als eenrichtingsverkeer zien. Het gaat om het woord: samen. De GOV|MHB wil samen met Defensie en de medezeggenschap er zorg voor dragen dat wij zo snel mogelijk weer een relevante krijgsmacht krijgen en dat bureaucratische processen tegen het licht gehouden worden en gemitigeerd. Wel moet zo snel als mogelijk duidelijkheid gegeven worden wat er, en met welke prioriteit, moet veranderen bij de huidige krijgsmacht. Wij weten natuurlijk dat ICT en cyberveiligheid hoog op de agenda moeten staan, maar ook dat de aanschaf van nieuw materieel en voorraden bijzonder uitdagend is. Dit speelt voor elke Defensie onderdeel (DO). Ook begrijpt men weer de noodzaak van bijvoorbeeld de artillerie en de luchtverdediging bij het CLAS. Het CLAS wist dit natuurlijk zelf wel, maar de politiek die het geld moest geven was hier niet van overtuigd.

Op 31 augustus stond de reorganisatie van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) op de agenda van het Informeel Overleg Reorganisaties Commando Landstrijdkrachten (ioREO CLAS). Het DGLC reorganiseert in 3 fases, nu op basis van één Beleidsvoornemen, waar 3 legerplannen uit voortkomen. Tijdens deze ioREO werd de 1e fase besproken. Deze fase heeft ten doel de onbalans tussen de staf en gevechtscapaciteit bij het DGLC te verbeteren en een dedicated Counter-Unmanned Aircraft Systems (Counter-UAS) eenheid bij het DGLC op te richten. Met deze reorganisatie wordt de formatie van het DGLC verhoogd met 32 militaire functies. De start van de opvolgende fasen (2 en 3) is afhankelijk van de instroom van de betreffende materieelprojecten.

Men verwacht dat Defensie na het doorlopen van de drie fasen haar grondgebonden luchtverdediging volgens de Defensienota (DN) 2022 gereorganiseerd heeft en als gevolg van de implementatie van de geplande materieelprojecten gemoderniseerd. Door het logischer inrichten van DGLC en het intern verleggen van taken kan DGLC de aanwezige capaciteiten efficiënter en effectiever gereed stellen. Het voorliggende cVRP betrof de uitwerking van fase 1. Het concrete doel van de 1e fase is de realisatie van quick wins voor de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF) periode en de oprichting van de nieuwe dedicated Counter-UAS eenheid. Deze eenheid wordt ingebed in een nieuw op te richten batterij, waarin ook het bestaande MANPAD peloton wordt ondergebracht. Door deze maatregelen heeft C-DGLC bereikt dat 13 Luverdbt voor de VJTF periode van 2022 tot en met 2024 zich volledig richten op de uitvoering van de taken in het kader van de VJTF. Door de komende transitie van Defensie zullen nog vele reorganisaties gaan volgen. De grote uitdaging voor mij is de snelheid met de bijbehorende zorgvuldigheid. Het is duidelijk dat ook wij, als GOV|MHB, moeten bewegen in deze tijd van transitie. Daarbij mag u verwachten dat de rechtspositie en de zorgvuldige omgang met de individuele belangen van het personeel gewaarborgd blijven.

Cartoon