OPINIE - BINNENLAND

Kernwapens, nog niet de wereld uit

‘Idealpolitik’ versus ‘Realpolitik’

LKOL B.D. PATRICK BOLDER

Wie in de jaren zeventig en tachtig door het oosten van de provincie Noord-Brabant reed kon daar op een transformatorhuisje langs de kant van de weg nog wel eens een met grote letters gekalkte tekst tegenkomen: ‘Kernwapens de wereld uit, om te beginnen in Nederland’. Een mooie, idealistische gedachte, die echter helaas gespeend was van elke realiteitszin. In die tijd, de Koude Oorlog was in volle gang, bevonden zich aan de NAVO-zijde van het IJzeren Gordijn meer dan zesduizend kernwapens, een substantieel deel van het type B-61, verdeeld over ruim 140 opslagplaatsen. Zij fungeerden puur als afschrikking, elke aanval van de Sovjet-Unie op een van de NAVO-lidstaten zou kunnen uitlopen op een nucleair antwoord. Als zodanig heeft deze methode van afschrikking naar behoren gefunctioneerd; tot aan het einde van de Koude Oorlog in 1991 heeft er geen directe confrontatie tussen de NAVO en de landen van het Warschaupact (WP) plaatsgevonden.

Een dummy kernwapen in een ondergrondse opslag (foto: Wikimedia)

Inmiddels zijn we enkele decennia verder en van het arsenaal Amerikaanse kernwapens op Europese bodem is nog maar een fractie achtergebleven. Naar schatting zijn er nog ongeveer honderd B-61’s achtergebleven in de ondergrondse bunkers, vaults geheten. In de loop der jaren zijn ze af en toe gemoderniseerd, ook kernbommen hebben onderhoud nodig, maar hun taak is onveranderd gebleven: afschrikking. Een veiligheidsgarantie die goed van pas komt nu Rusland een nietsontziende oorlog tegen Oekraïne voert. Des te meer zo omdat zowel Poetin als zijn buitenlandminister Lavrov niet schroomden om in nauwelijks verhulde termen te dreigen met de inzet van Russische kernwapens. Men zou daarom dan ook verwachten dat de mening om behoudend om te springen met de beperkte nucleaire capaciteit op Europees NAVO-grondgebied breed gedeeld zou worden. Toch vallen in de Nederlandse pers ook stemmen te beluisteren die van mening zijn dat de Oekraïne-oorlog het tegendeel aantoont.

Enige tijd geleden werd in het dagblad Trouw deze opvatting verkondigd. Men betoogde dat de oorlog in Oost-Europa juist aantoont dat kernwapens de wereld uit moeten. Een mooi standpunt en niet van enig idealisme ontbloot, maar het valt niet te verwachten dat het Kremlin op dit moment ontvankelijk zal zijn voor het idee de kernwapens af te danken. In het Westen zal de roep om van de kernwapens af te gaan meer weerklank vinden. In feite komt het erop neer dat rationeel denkende staten best van hun kernwapens af zouden willen, maar dat pas veilig kunnen doen als irrationeel geregeerde landen, zoals het huidige Rusland, ook stappen zetten. En daar ziet het niet naar uit. Integendeel, steeds meer naties zien een kernwapenarsenaal als een waardevol bezit: India, Pakistan, Noord-Korea. In het Midden-Oosten lijkt het nog maar een kwestie van tijd vooraleer Israël niet meer de enige atoomstaat is. Ieder land dat toetreedt tot de selecte nucleaire club zal een reactie bij de buurstaat oproepen. Zou Iran over een kernwapen gaan beschikken, dan zal dat niet onbeantwoord blijven. In China wordt de nucleaire capaciteit uitgebreid, terwijl dit land door niemand militair wordt bedreigd. Kernwapens worden door al deze landen gezien als een dwangmiddel bij internationale betrekkingen, om argumenten kracht bij te zetten en macht uit te oefenen. Voorlopig lijkt dus een afbouw van de nucleaire bewapening de onderhandelingsruimte van het Westen alleen maar te verminderen. Onze veiligheid is daarmee niet gebaat, integendeel.

Dertig jaar verwaarlozing van de krijgsmacht, en om de openingszin hierboven te parafraseren, om te beginnen in Nederland, heeft het Westen laten zitten met steeds minder conventionele middelen voor defensief optreden. Zee-, land- en luchtstrijdkrachten van vrijwel alle lidstaten hebben sterk geleden onder deze afbraak, en sommige capaciteiten, en de bijbehorende kennis, zijn zelfs helemaal verdwenen. Door al deze, soms ondoordachte bezuinigingen, is een effectief conventioneel antwoord op een vijandelijke actie nauwelijks nog mogelijk. Daar komt nog bij dat sinds het begin van de Russische invasie grote aantallen wapensystemen en munitie als steunverlening zijn geleverd aan Oekraïne. Er zijn dus minder mogelijkheden tot escalatie waardoor de escalatie naar kernwapens eerder dan gewenst op de loer ligt. Zo blijft de nucleaire poot van de NAVO voorlopig nog onmisbaar. Zeker zolang de tegenpartij ook over talrijke wapensystemen beschikt die met kernkoppen zijn uit te rusten.

Idealpolitik is vooralsnog geen antwoord op de noden van de NAVO in deze tijd. In deze huidige onveilige wereld past helaas nog steeds Realpolitik als het antwoord daarop. Voorlopig blijft de NAVO nog aangewezen op kernwapens als de B-61.