door: René Bliek
Een wake-up call, maar nu de vraag: hoe lang duurt het om weer relevant te worden?
Europa zoals we dat kennen is helaas door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne voorgoed veranderd. Het is voor mij echter een feit dat de voorbereidingen door Poetin op deze oorlog duidelijk waren en er genoeg wake-up calls zijn geweest voor het Westen.
Het had voor ons al duidelijk moeten zijn toen de troepen van Poetin het noordelijk deel van Georgië binnenvielen in 2008. Daarna volgde nog de annexatie van de Krim (2014) tot de oorlog in Donbass. Vervolgens was het samenvoegen van Russische troepen langs de grens van de Oekraïne en de daarbij behorende voorbereidingen een niet te missen signaal. Tot slot informeerde de Verenigde Staten ons wat er stond te gebeuren. En nog waren velen in het Westen verrast.
Zoals ook Bernard Hammelburg, journalist en buitenlandcommentator van BNR. Een man waar ik altijd met zeer veel respect naar luisterde of waarvan ik zijn analyses las in het Financieel Dagblad. Dat doe ik nu nog steeds, maar wel omdat hij zijn excuses heeft aangeboden over zijn verkeerde inschatting1 over dat wat Poetin ging doen. Laten we wel eerlijk zijn, hij staat daarin zeker niet alleen.
Wat voor de meeste EU-lidstaten een wake-up call is, heeft vreselijke gevolgen voor de Oekraïne. Het land is in oorlog en vele non-combattanten zijn daarvan het slachtoffer. Nadat gebeurd is wat weinigen voor mogelijk hielden, namelijk oorlog in ons Europa, zien wij in dat ons Europese veiligheids- en defensiebeleid niet passend is voor de huidige realiteit.
Hoe vreselijk oorlog (volgens anderen een speciale operatie) ook is, op dit moment vecht men nog met gebruik van conventionele (deels verboden) wapens en zien we daar al de verschrikkingen van, met name voor de burgerbevolking. Oorlogsmisdaden (vermeend of niet), daar zien we er helaas ook heel veel van. Je moet er dan ook niet aan denken dat Rusland zijn doctrine in de volle omvang benut en dat de Russische president Vladimir Poetin besluit om biologische, chemische of nucleaire wapens in te zetten.
Ik ben ervan overtuigd dat het een langdurig conflict gaat worden met name vanwege de grote verschillende belangen van beide landen en de door hen verwachte end-state2. Het Westen zal Oekraïne maximaal willen helpen. Maar het overkoepelende doel voor het Westen zal blijven: het conflict beperken tot Oekraïne om overloop te voorkomen die de ‘Derde Wereldoorlog” zou kunnen inleiden. Strategisch gezien is het belangrijk om vooruit te denken en voorbereid te zijn op escalatie. We moeten hiervoor als Europa niet terugdeinzen, maar klaar staan om te reageren. Hierbij moet wel voorkomen worden dat we terechtkomen in een oncontroleerbare conflictspiraal.
We zijn zeker naïef geweest in het falende twee sporen Ruslandbeleid van de oud bondskanselier Merkel. Die zei altijd dat je een twee sporen beleid moet voeren met het Rusland van Poetin, want dan is er ook stabiliteit mogelijk. Zij handelde uit economische en politiek-strategische overwegingen. Er is een commercieel spoor via handelsovereenkomsten (bijvoorbeeld: Nordstream 2) en een diplomatiek spoor, dat je op de achtergrond moet doen om de communicatielijnen open te houden. Dit alles om crisis af te wenden. Dit Ruslandbeleid is duidelijk een doodlopende weg gebleken.
Wij moeten ons weer bewust worden dat er, om redenen, na de Tweede Wereldoorlog veel multilaterale organisaties opgebouwd zijn. Die waren tot voor kort volgens vele politieke leiders niet meer nodig. Daar plukken we nu dan ook de zure vruchten van, want die multilaterale wereld is er eigenlijk niet meer omdat hij van binnen is uitgehold door hen die ooit de dragers van die multilaterale orde waren.
Verder valt mij op dat er in de Westerse media veel verhalen rondgaan dat Poetin zijn macht verliest, de regie kwijtraakt, geen vrienden meer heeft etc. Ik heb echt geen idee hoeveel waarde ik daaraan moet hechten. Om het in perspectief te brengen: Assad is na 11 jaar ook nog steeds aan de macht. Wel is het bijzonder om te zien hoe Poetin, ten behoeve van zijn eigen imperialistische waanideeën, de complete economische, politieke en niet te vergeten morele instorting van zijn eigen land accepteert.
Voor Nederland is het nu essentieel om goed naar de rol van ons eigen land te kijken binnen de huidige multinationale- en nationale organisaties. Ik ben ervan overtuigd dat wij inzien dat ook wij ons veiligheids- en defensiebeleid zwaar hebben verwaarloosd. Dat wil de politiek waarschijnlijk herstellen, maar niet alleen bij Defensie.
Het is om die reden een fait accompli dat Defensie de komende jaren zal groeien, herstellen en vernieuwen. Het kabinet had al extra geïnvesteerd in Defensie, maar dat was zeker niet genoeg om Defensie weer relevant te laten worden in het internationale krachtenveld. Door de huidige ontwikkelingen zal het kabinet bekijken of de al eerder uitgetrokken extra miljarden voor de krijgsmacht naar voren kunnen worden gehaald. Daarbij komt dat de Tweede Kamer op dit moment de defensie-uitgaven snel naar 2% van het bbp wil ophogen. Op zich begrijpelijk en de GOV|MHB staat daar ook achter, maar realiseert zich terdege dat de belastingbetaler er wel recht op heeft dat dit geld effectief en tijdig uitgegeven wordt en dat is op korte termijn echt niet zo eenvoudig.
Hoewel eenieder nu roept dat we Defensie versneld weer relevant moeten maken, nogmaals dat begrijp ik, blijft stap 1 nadenken en rustig blijven. Men dient zich te realiseren dat het echt tijd kost om een organisatie, die jaren verwaarloosd is en een ander focus had, weer terug te brengen naar een relevante speler. We weten dat we op dit moment grotendeels een tandeloze tijger zijn in relatie tot het kunnen uitvoeren van onze eerste hoofdtaak. We moeten niet met stoom en kokend water Defensie willen veranderen. Eerst nadenken, onder leiding van de ambtelijke en militaire top van defensie, waarbij de rollen duidelijk moeten zijn. We moeten vaststellen hoe de toekomstige organisatie van Defensie wel weer relevant kan zijn. Daarbij moeten we rekening houden met het primaat van de politiek, al is het wel te hopen dat die luisteren naar de actieve deskundige van Defensie.
We gaan als het ware een nieuwe slagorde bouwen, waarbij de samenhang der dingen niet wordt vergeten. De mogelijke gevolgen van het niet voor elkaar hebben van de samenhang der dingen in combined/joint en strategisch/operationeel/tactisch optreden zien wij bij het huidige Russische optreden.
Elk Defensieonderdeel (DO) zal zichzelf moeten doorlichten en aan moet geven hoe het DO weer relevant zal zijn. Als al deze aanpassingen zijn aangeleverd bij de Commandant der Strijdkrachten (CDS) zal hij afhankelijk van de financiële middelen en de logica van de wensen besluiten moet nemen en keuzes moeten maken. Politieke discussies over wel of niet gewapende drones moeten duidelijk worden. Een uitdaging hierbij kan zijn dat juist de organisatie van de eenheden in Den Haag niet echt makkelijk is. Er is een staf met een burgerdeel en een militair deel en er zijn ook delen van de organisatie waar onze CDS niet echt over gaat. Neem de Bestuursstaf (BS), de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Koninklijke Marechaussee (KMAR).
Het gaat niet alleen maar over geld, maar ook over onze eigen interne en externe complexe processen. De Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) noemde in zijn jaarrapportage 2021 dat als Defensie het stijgende budget (niet inbegrepen de mogelijke verhoging) goed wil besteden er op de eerste plaats de complexiteit van de processen moeten worden aangepakt. De bureaucratie moet tot het minimum teruggebracht worden en men dient zorg te dragen voor centrale regie, juiste mandaten en de daarbij behorende bevoegdheden bij de leidinggevenden.
Als één van die complexe processen ziet de IGK het reorganisatieproces. De IGK pleit ervoor om tot snellere procedures voor reorganisaties te komen zonder de zorgvuldigheid van het proces te verliezen.
Ik onderschrijf dit en zal mijn eigen ideeën van dit moment met u delen. De rol van de centrales is naar mijn mening met prio 1 het bewaken van de rechtspositie en de loopbaanmogelijkheden. De manier waarop is voor mij de discussie.
Vanwege de complexheid van het reorganiseren heeft de landmacht in het verleden een aparte projectorganisatie ‘Herstructurering KL’ opgericht (1990-1995), die onder leiding stond van een brigadegeneraal. Ook dit was voor een periode van 5 jaar. Toen gingen we over naar een beroepsleger. Dit is later omgezet naar de Projectorganisatie CLAS (PO-CLAS). Doel van dit alles was om de kwaliteit van de reorganisatieplannen en de daarbij behorende procedures en trajecten te borgen. Noodzakelijke expertise werd bij elkaar gebracht en centrale regie werd geborgd. Daar elk DO de komende jaren zal worden geraakt door reorganisaties is het niet vreemd om te bekijken of het wenselijk is om per DO een aparte projectorganisatie in de richten met voldoende expertise en capaciteit voor het betreffende DO. Hierbij moet de overkoepelende regierol van de ambtelijke en militaire top niet vergeten worden.
Als er sprake is van alleen een uitbreiding met nieuwe of reeds bestaande functies is het mogelijk om het reorganisatieproces ‘aan te lopen’ door middel van een zgn. ‘5-pager’. Een 5 pager is een regulier URD-traject dat voor eenvoudige wijzigingen versneld kan worden aangelopen door alle 5 de rollen/ processen te respecteren.
- Deel 1: wat willen we gaan doen (beleidsvoornemen).
- Deel 2: hoe doen we het nu (huidige situatie).
- Deel 3: hoe willen we het gaan doen (toekomstige organisatie).
- Deel 4: algemene personele aspecten (rol van de centrales).
- Deel 5: advies van de medezeggenschap.
Als al deze processen/rollen gerespecteerd worden dan is het mogelijk om in goed overleg in korte tijd wijzigingen in een organisatie door te voeren. We kunnen met elkaar tenminste vijf dingen constateren:
- het huidige URD heeft de afgelopen tijd zijn waarde bewezen. Maar toen ging het voornamelijk om het doorlopen van reorganisaties waar sprake was van krimp;
- discussies over het aanpassen van het URD proces hebben de afgelopen jaren weinig tot niets opgeleverd;
- het onderling vertrouwen moet verbeterd worden. Dit vormt de basis voor het maken van specifieke afspraken hoe we het reorganisatietraject zouden kunnen doorlopen en welke stappen daarbinnen dan kunnen worden “aangepast/overgeslagen”;
- hoe zorgen we ervoor dat we de komende jaren met elkaar in overleg blijven (geen AV-problematiek en niet meer elkaar gijzelen);
- taak, organisatie en middelen zijn niet meer in balans. We moeten ons wel realiseren dat dit niet alleen komt door de beperking van de budgetten, maar ook door het hebben van onvoldoende capaciteiten (bijvoorbeeld personeel).
De Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel in de sector Defensie (SCO-Defensie) zullen per centrale moeten vaststellen in hoeverre zij denken het reorganisatieproces te kunnen versnellen. Hierbij moet men naar de verschillende rollen kijken, maar ook naar die van de centrales zelf. Dit is voor de GOV|MHB zeker bespreekbaar. Maar stel dat wij de reorganisaties meer overlaten aan de organisatie en de medezeggenschap en wij met name kijken naar de rechtspositie en de loopbaanmogelijkheden dan zullen er aan de voorkant wel garanties moeten worden afgegeven aan het defensiepersoneel. Hun rechtspositie en loopbaanmogelijkheden moeten worden geborgd. Tevens zal er een werkgarantie moeten komen, voor, zeg maar, 5 jaar. Dit omdat de CDS aangegeven heeft dat deze herstructurering van de krijgsmacht ongeveer 5 jaar zal duren. Dan moeten er nu in ieder geval afspraken worden gemaakt, waar, wanneer en bij wie, defensiepersoneel in een reorganisatietraject een hulpvraag kan stellen over haar of zijn individuele rechtspositie en/of –loopbaan.
De medezeggenschap en centrales worden vaak niet tijdig betrokken/geïnformeerd over trajecten waar sprake is van uitbesteding/ publiek/private samenwerking. Dat moet nu worden verbeterd. Hierbij zal ook bekeken moeten worden in hoeverre de o-verantwoordelijke/deskundige van de organisatie wel tijdig wordt betrokken. Dit dient met name zeker gesteld te worden in het investeringsproces.
Als de bovengenoemde spelregels c.q. randvoorwaarden zijn ingeregeld blijft het belangrijk dat de centrales aan de voorkant geïnformeerd worden over het wat-hoe-waar-wanneer. Wat gaan we doen, bij welke eenheden en wanneer, dit zowel op niveau Voorzitter als niveau leden informeel overleg reorganisaties (IO REO).
De DO’n doorlopen dan het reorganisatieproces via het URD proces op basis van vertrouwen en op basis van de vooraf afgesproken spelregels en/of randvoorwaarden. Dat impliceert dat we geen plannen meer behandelen in IO REO’s (op eventuele rode-vlag-situaties na). IO REO’s worden dan gebruikt voor informele informatiedeling rondom reorganisatieplannen. Om niet alle tollen los te zeten is het waardevol om het stramien van het URD te hanteren v.w.b. deelstappen en producten:
- beleidsvornemen Vooral voor duidelijkheid reorganisatiebereik en formele start betrekken medezeggenschap, eventueel direct samen met 5-pager;
- concept Voorlopig Reorganisatieplan (cVRP) en Definitief Reorganisatieplan (DRP). In overleg met medezeggenschap tot stand brengen;
- begeleidingscommissies Personele Implementatie (BCO PI). Alleen BCO-Pi 1 en 2 intern DO laten uitvoeren (geen BCO-3). Aandacht voor codes 2- en 43.
‘Sing from the same song sheet’ is essentieel. Dit is een uitdaging die zeker niet moet worden vergeten, en waarvoor we niet de kop in het zand moeten steken. Het is een feit dat de centrales intern de bestaande regelgeving en procedures op verschillende manieren interpreteren. Het dient zeker gesteld te worden dat zowel defensie als ook de centrales deze uitdaging samen oplossen. Anders kunnen de projectorganisaties reorganisaties nooit goed functioneren. We kunnen niet werken met dagkoersen. Hierbij zal wel creativiteit (er zijn meer wegen naar Rome) en de wil tot consensus van een ieder nodig zijn.
Tot slot. Er ligt altijd veel op het bordje van de MC. Ik roep onze leden dan ook op om te overwegen zich in deze bijzondere tijd beschikbaar te stellen voor de medezeggenschap. Dit met het doel om zijn of haar organisatie weer relevant te maken.
- 24 januari 2022 Bernard Hammelburg ‘Dat ze het eens worden is een illusie. Dat ze de status quo laten voortduren ligt meer voor de hand – een variant op de Koude Oorlog, dus, gebaseerd op wederzijde afschrikking. Niet ideaal, maar een stuk beter dan oorlog. Want die komt er niet.’
- https://www.youtube.com/watch?v=EOlkW9WvNYA&list=- FLTpFRN8sScKs0xGOxuJLw0A`&index=4 Ik vraag uw aandacht voor deze link, met name wat er na 8 minuten gezegd wordt.
- - code 2: de functie afkomstig uit de oude organisatie komt (vrijwel) ongewijzigd terug in de nieuwe organisatie, maar in gewijzigde aantallen (méér of minder). - code 4: de functie uit de oude organisatie komt niet meer terug in de nieuwe organisatie; de functie vervalt daarmee.