Aan de onderhandelingstafel…
De mentale component en de duivelsdriehoek
door Thijs van Leeuwen
De omstandigheden in de wereldeconomie zijn turbulent en een deel van Europa staat in brand. Dit heeft onmiskenbare gevolgen op economisch vlak en op het gebied van onze veiligheid. Door de oorlog in Oekraïne staat het belang van de krijgsmacht weer duidelijk op de kaart. Tegelijkertijd wordt met de hernieuwde aandacht voor onze defensie ook de mate van verwaarlozing steeds meer duidelijk. Naast onze organisatie als geheel, hebben we vooral het personeel van defensie geruime tijd verwaarloosd. Onder meer in financiële zin. Het is voor mij dan ook geen verrassing dat een deel van ons personeel het hoofd niet meer boven water kan houden. De slack is er immers bij velen al geruime tijd uit en de stijgende kosten zijn dan simpelweg niet meer te dragen.
Al jaren strijden wij voor een grondige herziening van ons beloningsmodel. Al jaren roepen wij dat een deel van ons personeel het moet doen met een inkomen dat onder een normaal bestaansminimum ligt. Al jaren verkondigen wij dat ons loongebouw grondige herziening behoeft, omdat er naast het bestaansminimum simpelweg geen sprake is van een eerlijk en uitlegbaar loon voor velen én dat de huidige loonopbouw niet past bij het middelloonsysteem. En al jaren pleiten wij voor een eerlijker en uitlegbaarder model van toelagen, waarbij met name het leveren van het militaire product (varen, vliegen, oefenen en uitzenden) een faire beloning oplevert. Daarnaast moeten wij ook al jaren elke keer weer strijden voor een nieuwe cao, met daarin een passende loonsverhoging voor iedereen, hetgeen vaker niet dan wel tijdig lukt.
Wat is het gevolg van deze jarenlange en soms ogenschijnlijk uitzichtloze strijd? Een grondige aantasting van de mentale component. Een diep en veelal terecht gevoel dat in ieder geval een deel van ons personeel structureel zwaar onderbetaald wordt. Een breed gedragen gevoel dat je het werk bij de krijgsmacht moet zien als roeping, maar niet moet rekenen op een faire beloning.
Dat de beloning van ons personeel, en zeker voor een deel van onze militaire populatie, grondige herziening vereist is dan ook niet nieuw. Gelukkig heeft het huidige kabinet dat ook ingezien. Door €500 miljoen structureel extra beschikbaar te stellen maakt zij verandering eindelijk mogelijk. €500 miljoen bestemd voor het moderniseren van de arbeidsvoorwaarden en het realiseren van een nieuw loongebouw voor militairen. De noodzaak is er al jaren, maar nu is de politieke wil er én het geld is er. Simpel toch? Aan de bak zou je zeggen! Het feit dat we echter vorig jaar geen akkoord hebben kunnen sluiten deed bij al het personeel al zeer. Temeer daar dit plaatsvond in een tijd waar als gevolg van COVID-19 de inflatie al sterk opliep. Toen Poetin besloot Oekraïne binnen te vallen, nam die pijn extremere vormen aan en is die voor een deel van ons personeel simpelweg ondraaglijk geworden. Iedereen van ons ziet tegen het eind van de maand het eind van het geld steeds sneller dichterbij komen, maar mij bereiken ook zorgwekkender signalen. Van collega’s die een voorschot moeten vragen op hun vakantiegeld om de rekeningen te betalen. Of van collega’s die noodgedwongen binnen gaan slapen, soms zelfs op illegale wijze in de cabine van een militair voertuig, omdat ze de brandstofkosten niet meer op kunnen brengen. De noodzaak om nú geld naar ons personeel te brengen is dan ook groter dan ooit!
De lang gevoelde en bepleite noodzaak om onze beloning te herzien zet al jaren druk op de onderhandelingstafel. Een druk die in ieder geval door mij absoluut gevoeld wordt. Maar de huidige economische omstandigheden, en wat dit doet met ons personeel, voert deze druk nog eens op.
Op zichzelf is druk goed. Want onder druk wordt alles vloeibaar. En het feit dat deze druk nu ook voor mij waarneembaar is bij de werkgever, maakt dat we ergens kunnen komen. Het is als zodanig dan ook goed voor de mentale component aan de onderhandelingstafel: alle geesten staan open voor grondige verandering en verbetering en de bereidheid om dit prioriteit te geven is er.
De duivelsdriehoek, door T. van Leeuwen, naar diverse open bronnen op managementtheorie
Het lastige is echter dat de totstandkoming van een modern beloningsmodel, of zelfs maar een deel daarvan: een nieuwe loontabel, bepaald geen sinecure is. Ergens geld in stoppen en het beter maken is simpel. Maar hoe komen we tot een eerlijk, uitlegbaar en vergelijkbaar basisloon voor iedereen? En wat moet hier allemaal in worden opgenomen? Wat is een eerlijk minimumloon voor onze militairen? Hoe moeten de bijzondere positie van de militair hierin een plek krijgen? Hoe zorgen we dat het loon in voldoende mate past bij ons middelloonpensioen? Hoe zorgen we voor een kanteling van de loonlijn? En wanneer is dít voor iedereen eerlijk en uitlegbaar? Wat verdienen gelijkwaardige burgers bij defensie? Hoeveel pensioen bouwen zij op in hetzelfde middelloonsysteem?
Zomaar wat vragen die inzicht geven in de complexiteit van deze materie. Om nog maar weg te blijven van de vele onvoorziene technische uitdagingen die de we tijdens de bouw en ook na oplevering nog tegen zullen komen. Ook díe moeten worden uitgedacht en opgelost
Nogmaals: de noodzaak wordt door ieder een gevoeld, de politieke wil is er en het geld is er ook. Daarnaast is er aanvullende druk als gevolg van de omstandigheden. Maar tegelijkertijd hebben we hier te maken met een grondige en complexe verandering. En zoals met elke ambitie zit daarin een spanningsveld. Een spanningsveld dat zich m.i. goed laat duiden door de duivelsdriehoek. De essentie van deze duivelsdriehoek is dat er een spanningsveld is tussen de kosten, snelheid en kwaliteit van een oplossing. De druk is hoog dus tijd is een cruciale factor in de discussie over het komen tot een nieuw loongebouw. Willen wij dan ook snel met een nieuw loongebouw op de proppen komen, dan doet dat afbreuk aan de kwaliteit, de kosten ervan of aan beide. Nou hoor ik sommigen al zeggen: er is €500 miljoen, dus het geld is geen probleem! Maar ik kan u verzekeren dat de bodem van de schatkist met alle ambities snel genoeg bereikt is. Om nog maar te zwijgen over de schatbewaarder die over onze schouders meekijkt en een prudente besteding van het geld zal eisen (Ministerie van Financiën). Terecht overigens. Gaan wij echter voor snel en een prudente besteding van het geld, dan doet dat ontegenzeggelijk afbreuk aan de kwaliteit. Dan hebben we het loongebouw bijvoorbeeld niet goed uitgedacht, hebben we onvoorziene (negatieve) effecten over het hoofd gezien of erger: ontbreekt de fundamentele onderbouwing volledig. Dit laatste maakt dat binnen een paar jaar ons model weer ter discussie komt te staan.
Weten hoe wij deze onderbouwing zien? Zie daarvoor het artikel van Kol. b.d. Eijkelenkamp in deze prodef.
De noodzaak om ons personeel nú een financiële (en daarmee mentale) opsteker te geven is ontegenzeggelijk groot. Tegelijkertijd moet een nieuw loongebouw staan als een huis en gebouwd zijn op een solide fundament. Ook hierbij speelt de mentale component een cruciale rol. Want hoe moeten we ons personeel er anders van kunnen overtuigen dat we het nu eindelijk eens goed oplossen? Dat het personeel het gevoel heeft, eerlijk, vergelijkbaar en uitlegbaar betaald te worden? Dit geeft een spanningsveld en de tijd zal uitwijzen welke trade-off er wordt gemaakt.