Martijn Kitzen is hoogleraar aan de Nederlandse Defensie Academie en voormalig officier

OPINIE - BINNENLAND

Doen we het goede?

MARTIJN KITZEN

Op het moment van schrijven van deze column zit ik in Mali voor veldonderzoek. Een interessante observatie is dat sommige mensen hier rondrijden met Russische vlaggetjes op hun auto. Het zijn er niet heel veel, maar het zijn er genoeg om op te vallen. Sommigen doen er zelfs een beetje lacherig over, maar ondertussen denk ik dat er een heel serieuze boodschap achter zit die door een groot deel van de Malinezen gedragen wordt.

De situatie in het land is de afgelopen tien jaar steeds verder verslechterd. Waar het geweld zich eerst vrijwel uitsluitend afspeelde in het noorden van het land, wordt er nu ook in het centrum gevochten en zelfs in het zuiden neemt de dreiging toe. De oorzaak van deze crisis moet vooral worden gezocht in het gebrek aan behoorlijk bestuur. Verschillende opeenvolgende regeringen slaagden er niet in de band tussen staat en samenleving te versterken. Sterker nog, door corruptie en nepotisme zijn veel lokale gemeenschappen steeds verder vervreemd van de centrale overheid en oude etnische tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen zijn weer opgelaaid. De huidige regering lijkt doordrongen van de noodzaak om het tij te keren, maar ze zit daarbij met de erfenis van een aanpak die al aan veel onschuldige burgers het leven heeft gekost. Tel daarbij op dat dit regime aan de macht kwam door een militaire staatsgreep en het is duidelijk dat dit voor veel westerse – maar zeker ook Afrikaanse – landen onacceptabel is. De internationale gemeenschap eist dan ook op hoge poten dat er begin volgend jaar nieuwe verkiezingen worden georganiseerd. Veel Malinezen en onafhankelijke waarnemers zijn bang dat dit alleen maar tot meer instabiliteit zal leiden. Dat houdt met name westerse landen niet tegen om hun eis kracht bij te zetten met dreigementen zoals het terugtrekken van troepen, stopzetten van wapenleveranties en het bevriezen van hulpfondsen. Rusland daarentegen, levert helikopters en is ook bereid op andere gebieden een helpende hand te reiken zonder daar ingewikkelde voorwaarden aan te binden. Geen wonder dat dit op sympathie van de lokale bevolking kan rekenen. Malinezen zijn op dit moment vooral bang voor de gevolgen van meer instabiliteit op de korte termijn.

Wat kunnen wij hiervan leren? Ten eerste bevestigt dit weer eens dat Rusland daar waar mogelijk met een flinke dosis opportunisme zijn status als internationale grootmacht probeert te herstellen. Het Westen hapt ook in dit geval gretig toe. Sinds eind juli gaat het gerucht rond dat de Wagner-groep actief is in Mali. Hoewel hier op de grond (nog?) geen sprake lijkt te zijn van enige serieuze inzet, is dit vage bericht voor veel landen – met Frankrijk voorop – genoeg reden om de druk op Malinese regering verder op te voeren. Zo wordt Russische invloed een soort van selffulfilling prophecy. Lastige vragen vanuit Moskou blijven immers achterwege. Wel zo aantrekkelijk voor regeringen met een twijfelachtige reputatie. Nu wil ik hier duidelijk stellen dat dit in mijn ogen niet betekent dat de internationale gemeenschap dan maar klakkeloos met allerlei regimes in zee moet gaan. Wel zullen westerse hoofdsteden in hun buitenlands beleid meer rekening moeten houden met het lokale perspectief. Als er, zoals in Mali, onder de bevolking vooral behoefte bestaat aan stabiliteit op de korte termijn is het zaak op een pragmatische manier hervormingen na te streven en niet krampachtig vast te houden aan de eigen moral high ground. Bovendien is het afdwingen van snelle, gekunstelde verkiezingen ook nog eens ronduit contraproductief voor de lange termijn. Kijk maar naar Afghanistan.

Hard tijd voor zelfreflectie over westerse interventies waarbij we onszelf moeten afvragen of we wel het goede doen. We willen goed doen vanuit onze eigen normen en waarden, maar wat mij betreft begint dat met de analyse hoe dit bij de lokale situatie past. Zeker voor Europese landen was de oorlog in Afghanistan een war of choice, maar de geopolitieke strijd die op dit moment plaatsvindt in de gordel van instabiliteit rondom Europa maakt dat toekomstige interventies een directere relatie hebben met ons nationaal belang. Dat kan hand in hand gaan met de bevordering van de internationale rechtsorde, maar dan zullen we daarbij wel vanuit het lokale perspectief moeten handelen. Doen we dat niet, dan pakken spelers als Rusland en China gretig de kansen die wij voor ze creëren. En daarmee verliezen wij invloed in voor onze veiligheid belangrijke gebieden zoals de Sahel.