Column duovoorzitters

Arbeidsvoorwaarden 2021: Gaat het om geld of om waardering?

door: Niels van Woensel

Na maanden van onderhandelen kwam op 22 oktober het bericht naar buiten dat de onderhandelaars van Defensie en de bonden niet tot een akkoord zijn gekomen en dat besloten is om de uitkomst die op dat moment op tafel lag aan de leden voor te leggen. Het is vervolgens altijd afwachten hoe de eerste reacties op de werkvloer en in de sociale media zijn. Sommige reacties waren weliswaar niet enthousiast, maar neigden wel naar instemming onder het motto ‘pakken wat je pakken kunt’. Maar een groot deel van de reacties was ronduit negatief.

Misschien gaat het bij deze eerste reacties over de uitkomst wel niet om de financiële verbeteringen die er in het voorliggende pakket zitten, maar gaat het meer om de waardering die men daarbij ervaart. Waardering voor het werk dat militairen doen. En waardering voor de canto-mentaliteit van het defensiepersoneel ondanks alle (financiële) problemen die de organisatie heeft. En dan blijkt dat in vergelijking met andere sectoren zoals de zorg, onderwijs en het Rijk de waardering in deze cao minder is. En dat het kabinet of de Nederlandse bevolking de leerachterstand van kinderen, de situaties in de ziekenhuizen en de werkdruk bij de belastingdienst bijvoorbeeld, belangrijker vindt en dus meer waardeert dan het werk van militairen de veiligheid in binnen- en buitenland. Een duidelijke nee zou dan snel voor de hand liggen om het ongenoegen over dit gebrek aan waardering te laten weten. Maar is dit wel zo verstandig en wat wordt daarmee bereikt?

Het gevaar schuilt er in dat het gebrek aan waardering die bij dit arbeidsvoorwaardenpakket wordt ervarende de keuze teveel beïnvloed. Het is tenslotte een cao voor een beperkte periode (1 jaar) en een nee betekent ook dat het onduidelijk blijft of en wanneer een beter resultaat kan worden bereikt. En hoewel de ervaring leert dat na een afgewezen resultaat meestal meer (financiële) ruimte beschikbaar komt, leert de ervaring ook dat het resultaat langer op zich laat wachten en dat het soms maar beperkt beter wordt. Een nee betekent daarnaast ook dat het overleg langer stil ligt en dat we niet verder kunnen praten over andere belangrijke onderwerpen zoals het HR-model en het loongebouw. Overigens is dit laatste voor de GOV|MHB absoluut niet een vanzelfsprekendheid. Wij zijn absoluut bereid om ook bij een afgewezen uitkomst toch met de werkgever verder te praten over die andere belangrijke onderwerpen. Ik ben van mening dat het geen zin heeft om al het overleg te ‘gijzelen’ om druk uit te oefenen op het behalen van betere arbeidsvoorwaarden. Het feit dat we het defensiepersoneel geen goede en rechtvaardige cao kunnen bieden is al voldoende druk en daarnaast dient de druk voornamelijk in de richting van het kabinet gericht te worden. Het stilleggen van het andere overleg zal het kabinet niet raken, maar vooral het personeel. En dat zal het grote aantal vacatures zeker geen goed doen.

Of het nu een nee of een ja wordt blijft afwachten. Belangrijk is wel dat we deze cao de tegenstellingen tussen defensie en de bonden niet nog groter laten worden. De rechtszaken en acties uit het verleden hebben het overleg en de relaties tussen de overlegvertegenwoordigers geen goed gedaan. Uiteindelijk is het overleg daar niet bij gebaad en ligt daar voor deze onderhandelingen ook niet de oorzaak van het probleem. Die ligt bij de ruimte die het kabinet aan Defensie geeft. Komt er meer ruimte dan komt er een betere cao. Maar ook na deze cao zullen we weer met de werkgever om de tafel moeten om over al die andere belangrijke zaken te praten. Meer tegenstellingen en een verslechtering van de relatie komen het overleg dan niet ten goede.

Al met al is er veel om over na te denken. Belangrijk is dat de keuze bij de leden ligt, en dat die bepalen hoe we verder gaan. En elke keuze heeft consequenties, dus ook deze keuze. Wij zullen er alles aan doen om een goede uitleg te geven en de consequenties aan u duidelijk te maken. U bepaalt vervolgens wat de uitslag wordt maar ook hoe we daarna verder gaan. Gaan we akkoord, of stemmen we tegen? En als we tegen stemmen hoe gaan we dan zorgen dat er een beter resultaat komt en wat doen we tot die tijd met het overige overleg? Op 2 december zullen we het weten.

Cartoon