OPINIE – BINNENLAND
Lessons Unlearned
MARTIJN KITZEN
De laatste tijd was er heel wat te doen om het lerend vermogen van de krijgsmacht. Een artikel van lkol RMWO Gijs Tuinman en lkol Pieter Soldaat in de Militaire Spectator over een gebrek aan tactiekonderwijs voor officieren deed het nodige stof opwaaien. Het lijkt me essentieel dat er zowel aan het begin als tijdens een loopbaan van een militair leider hier voldoende aandacht voor is.
Naar mijn mening zijn het vooral de krijgsmachtsdelen met hun unieke expertise in tactisch optreden die hier aan zet zijn. En natuurlijk is er ook nog zoiets als een overkoepelend, joint niveau waar we aandacht aan moeten besteden. Maar als we toch aan de slag gaan om betere lessen te geven, dan is het misschien het beste te beginnen bij een onderliggend probleem: hoe leren we van oorlogservaringen en hoe zorgen we vervolgens ervoor dat zulke lessen in onze organisatie worden geborgd?
Maj Martijn van der Vorm promoveerde onlangs op een boeiend proefschrift over precies deze problematiek. Hij onderzocht aan de hand van Britse en Nederlandse ervaringen in Afghanistan hoe er tijdens de campagnes in respectievelijk Helmand en Uruzgan werd geleerd en wat er uiteindelijk met deze ervaringen gebeurde. Wat opvalt is dat beide landen initieel moeite hadden zich aan te passen aan de vereisten en uitdagingen van counterinsurgency-operaties in de Afghaanse context. De creativiteit en het innovatief vermogen van de militairen in het veld bood veelal uitkomst, maar het institutioneel aanpassingsvermogen kwam maar langzaam op gang. Daar waar de Britten er uiteindelijk in slaagden een formeel leerproces in gang te zetten, moesten de Nederlanders het vooral hebben van informele kennisdeling die het mogelijk maakte tot snelle aanpassingen te komen. Dat kwam direct ten goede aan de ontplooide eenheden die onder andere hun manier van optreden en uitrusting konden aanpassen op basis van de ervaringen van hun voorgangers. Wat mij betreft een mooie illustratie van de kracht van onze krijgsmacht.
Maar er is uiteraard ook een schaduwkant. Zo was er nauwelijks sprake van lerend vermogen op militair-strategisch niveau. Nog belangrijker was dat er ook voor het borgen van de opgedane kennis onvoldoende aandacht bestond. Leren bleek vooral iets van het tactisch niveau. Op zich niet onlogisch, aangezien militairen in het inzetgebied in het slechtste geval direct de prijs betalen als ze geen lessen trekken uit eerdere ervaringen. Het gebrek aan een formeel leerproces zorgde er echter voor dat onze krijgsmacht worstelde met het institutionaliseren en daarmee daadwerkelijk leren van de lessen uit de Afghaanse oorlog. Dat werd nog verder versterkt door de vreemde situatie waarin aan de ene kant sprake was van steeds verdergaande bezuinigingen, terwijl aan de andere kant langzaam duidelijk werd dat de krijgsmacht weer te maken zou kunnen krijgen met conventionele dreigingen. Het is dan ook geen verrassing dat de in Afghanistan opgedane kennis niet alleen grotendeels niet geïnstitutionaliseerd is, maar dat er inmiddels zelfs cruciale lessen verloren zijn gegaan.
Wat zeggen deze lessons unlearned over de huidige situatie van de krijgsmacht? Als eerste kunnen we constateren dat we bij toekomstig expeditionair optreden er waarschijnlijk niet aan ontkomen op bepaalde vlakken het wiel opnieuw uit te moeten vinden. Dat is overigens een terugkerend verschijnsel dat in ieder geval gedeeltelijk is te ondervangen door het creëren van bewustzijn over deze tekortkoming. Het is goed te begrijpen dat we in de huidige strategische context de nadruk leggen op conventionele afschrikking, maar we zullen ook moeten blijven nadenken over missies zoals in Afghanistan. Daarmee bouwen we kennis op die ons beter in staat zal stellen ons aan te passen aan zulke conflicten als de situatie daarom vraagt. Op een meer fundamenteel niveau kun je je afvragen hoe we in staat zijn te leren van de oorlog in Oekraïne als we er niet eens in slagen onze eigen ervaring te borgen. Vooralsnog lijkt het er weer op dat we hard bezig zijn relevante tactische ervaringen in kaart te brengen en dat we deze op een razendsnelle, informele manier binnen de krijgsmacht verspreiden. De roep om beter tactisch onderwijs sluit daar nauw bij aan. De koppeling tussen een diepgaand inzicht in de praktijk van oorlogvoering en ervaringen van een ander, vormt immers het beste alternatief wanneer er geen eigen lessen voorhanden zijn. Dit zorgt ervoor dat we ons tenminste op tactisch niveau op de best mogelijke manier kunnen voorbereiden op eventuele inzet.
Ik denk dat de huidige situatie kansen biedt om ons leerproces opnieuw in te richten zodat ook op hogere niveaus beter kan worden ingespeeld op daadwerkelijke ervaring. Uiteraard is het essentieel de nieuwverworven kennis zo snel mogelijk te borgen. Institutionaliseren is echter geen doel op zich, uiteindelijk gaat het erom dat dit onze militairen in staat stelt hun creativiteit en innovatief vermogen optimaal te benutten tijdens inzet. Dat is de basis van een adaptieve krijgsmacht.
Martijn Kitzen is hoogleraar aan de Nederlandse Defensie Academie en voormalig officier.