THEMA LANDOPTREDEN
Het antwoord is Multi- Domain Operations!
Maar wat is de vraag die daarbij hoort?
Lkol RMWO Gijs Tuinman
Multi-Domain Operations (MDO) is inmiddels een begrip binnen de krijgsmacht en stelt eisen aan de krijgsmacht van de toekomst. Alleen ontbreekt er nog een eenduidige definitie. Iedereen gaat ervan uit dat een ander er op dezelfde manier naar kijkt. En dat is een misvatting, zo blijkt als je een ronde maakt langs de internationale en nationale experts en afdelingen die er vandaag de dag mee bezig zijn.
Dit artikel tracht enige conceptuele helderheid te verschaffen op de vraag wat MDO nu eigenlijk is en hoe zich dat verhoudt ten opzichte van het landoptreden. Die conceptuele helderheid is noodzakelijk, omdat misvattingen en hoog-over discussies de operationalisering van het concept in de weg staan. Daartoe bespreek ik in het eerste deel van dit artikel waar MDO historisch gezien vandaan komt. Het tweede deel gaat in op wat we nu eigenlijk onder MDO verstaan, of beter gezegd welke verschillende inzichten er zijn. Het derde deel beschrijft het probleem dat MDO probeert op te lossen. Het vierde deel richt zich op de implicaties voor het landoptreden.
Historie: MDO is een Amerikaanse conceptie
Open ‘warfare’
De eerste concrete publicaties over multidomein optreden verschenen in het vakblad Military Review van de U.S. Army in 2017. De toenmalig commandant van het U.S. Army Training and Doctrine Command (TRADOC), gen David Perkins legt in een drieluik uit hoe landeenheden mogelijk toekomstige operaties dienen uit te voeren onder het multi-domain battle concept.[1] Perkins trekt een vergelijking met de ervaringen van de Amerikaanse generaal Pershing die in 1917 de leiding voert over de American Expeditionary Forces (AEF) in de Eerste Wereldoorlog. Pershing heeft een heilig geloof in de geldende Amerikaanse doctrine van Open warfare.[2] Open warfare ging ervan uit dat succes niet bereikt kon worden door het kostbare proces van attritie en uitputting in de loopgraven, maar dat de Amerikaanse militairen hun loopgraaf uit moesten en daarmee de vijand het open terrein in dreven in een oorlog van beweging. Na vier maanden actie liepen de aantallen Amerikaanse slachtoffers al op tot meer dan 60.000 met weinig terreinwinst als resultaat. Open warfare bleek niet effectief te zijn. De achterliggende reden was dat oorlogvoering in de laatste decennia voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog (WO I) al veranderd was. De onderschatting van de impact van verbeterde vuurkracht, communicatie en command en control (C2) zorgden ervoor dat de open warfare doctrine niet meer werkte. Dat biedt voor ons een reflectiemoment. Een moment om ons goed te beseffen dat het aanpassen van onze doctrine en concepten – die de samenhang, logica en het narratief vormen voor onze opleiding, training, inrichting en daadwerkelijk inzet van de krijgsmacht – niet kan wachten tot het moment dat er 60.000 militairen of meer zijn omgekomen. De Amerikanen hebben deze les meerdere malen moeten leren.
Oorlog van beweging buiten de loopgraven tijdens de Eerste Wereldoorlog
AirLand Battle tijdens de Golfoorlog in Irak
‘AirLand Battle’
De grootste drivers voor verandering in de wijze waarop een krijgsmacht oorlog voert, zijn technologische veranderingen en wijzigingen in het geopolitieke speelveld.[3] Echter, zoals de eminente historicus Michael Howard terecht stelt: ‘Military organizations inevitably get the next war wrong, mostly for reasons that lie beyond their control’.[4] Voor Amerika was dat niet veel anders. Na het doctrinaire succes van de Tweede Wereldoorlog (WO II) liep de Vietnam-oorlog uit op een grote deceptie, die wederom voor een Amerikaans moment van reflectie zorgde. De Amerikaanse interpretatie van de spelregels van oorlog en oorlogvoering waren gebaseerd op de ervaringen uit WO II. Echter, in de jungle van Vietnam hadden de Amerikanen te maken met andere spelregels die werden gedicteerd door een diffuse vijand. Een vijand die niet wilde optreden zoals de Amerikanen dat doctrinair voor zich zagen.[5] Het antwoord daarop volgde later met de oprichting van het U.S. Army Training & Doctrine Command (TRADOC). Daar ontwikkelde men de AirLand Battle doctrine voor de U.S. Army. Deze doctrine was gebaseerd op de lessen die gen DePuy en gen Starry haalden uit de Yom Kippur-oorlog in Israël (1973).[6] Het belang van grond-lucht samenwerking bleek in de Sinai-woestijn doorslaggevend in het verslaan van een tegenstander met hoogwaardige technologische capaciteiten. Juist deze integratie van lucht- en landoptreden, voorgeschreven in de AirLand Battle doctrine, leidde tot de vroegtijdige uitschakeling van C2 en Air Defense systemen die de samenhang uit de Iraakse krijgsmacht haalden en bijdroegen aan het doorslaande succes in de Desert Storm in 1991.
‘Counter insurgency’ doctrine
De terroristische aanslag van Al-Qaida op de Twin Towers in 2001 luidde een nieuwe geopolitieke context in. De AirLand Battle doctrine verhuisde naar de achtergrond. Onder aanvoering van de Amerikaanse generaal David Petraeus werd de counter insurgency (COIN) doctrine afgestoft, geüpdated naar de moderne tijd en in de gehele krijgsmacht ingevoerd. Die conceptuele en doctrinaire verschuiving hebben wij hier in Nederland ook allemaal meegemaakt. Maar COIN was geen panacee voor de uitdagingen die de krijgsmachten van de westerse wereld in het verschiet lagen. Ook de COIN-doctrine kende het einde van haar houdbaarheidsdatum. En de al bestaande AirLand Battle doctrine vormde het conceptuele fundament voor de zoektocht naar nieuwe doctrinaire houvast.
Van ‘Multi-Domain Battle’ naar ‘Multi-Domain Operations’
Met de Russische inval in Georgië (2008) en het innemen van de Krim (2014) waren de geopolitieke schuifplaten weer gaan bewegen. De opkomst en dreiging vanuit het Chinese kamp daar bovenop maken een nieuwe geopolitieke context voor de westerse wereld. Daarnaast zijn technologische ontwikkelingen op het gebied van artificiële intelligentie (AI), big data, autonome systemen (zoals drones) en hypersonische wapens onze doctrines ter discussie gaan stellen.[7] Sterker nog, naast de traditionele militaire domeinen Land, Lucht en Zee, zoals we die binnen de NAVO definieerden, kennen we tegenwoordig ook de technologie-zware militaire domeinen Cyber en Space, waarover later meer.
Deze ontwikkelingen hebben gezorgd voor de eerste pennenstreken binnen de U.S. Army in de richting van het Multi-Domain Battle (MDB) concept van Perkins. In 2018 is het MDB-concept, dat zich richtte op landoperaties versterkt met cross-domain capaciteiten, omgezet naar Multi-Domain Operations (MDO). Hiermee werd multi-domain opgetild van een landdomein specifiek naar een domein overstijgend concept.[8] Gelijktijdig heeft de U.S. Air Force (USAF) het multi-domain denken omarmd. Onder leiding van USAF gen David Goldfein werd MDO een joint overstijgend concept met het luchtwapen als de spin in het web.[9] Ook het U.S. Departement of Defence (DoD) heeft MDO vervolgens omarmd en naar een nog hoger abstractieniveau getrokken, namelijk boven het joint-level. De NAVO volgde zoals gebruikelijk de ontwikkelingen van de Amerikaanse defensie en de NAVO heeft recentelijk haar werkdefinitie van MDO vastgelegd. De NAVO-lidstaten zijn nu druk in gesprek over welke veranderingen nodig zijn in ons denken en onze force structure. Voordat we de implicaties voor het landoptreden kunnen identificeren, is het noodzakelijk om eerst te verkennen welke interpretaties en definities van MDO er nu bestaan en gebruikt worden.
Beeld van de website met de podcast uit 2017 met gen David Perkins over The Future Multi-Domain Battlespace [10]
Er is geen eenduidig beeld van MDO
Drie stromingen
Een eenduidige definitie en uniform begrip van en over een nieuw concept, zoals MDO, is de heilige graal in doctrineland. Maar de praktijk laat zien dat die eenduidigheid vaak pas bereikt wordt nadat de oorlog of het conflict de geschiedenisboeken is ingegaan. Dus een diversiteit aan perspectieven en stromingen is gebruikelijk en in deze fase ook niks mis mee. Diversity of thought zorgt er juist voor dat we breed blijven kijken en hoe meer en beter we zicht krijgen op het probleem en de oplossing, hoe meer convergentie er komt in de definities, begrip en implicaties van MDO. Op dit moment zijn er in het MDO-speelveld drie stromingen te onderkennen.
Holistische visie
Allereerst is daar de holistisch visie die MDO ziet als een doctrine die alle militaire activiteiten door de vijf domeinen (land, zee, lucht, cyber en space) en omgevingen (fysiek, virtueel en cognitief) samenbrengt en synchroniseert met niet-militaire activiteiten. Het is als het ware het alter ego van de geïntegreerde benadering (Comprehensive Approach) zoals we die kenden uit het COIN-tijdperk van de afgelopen twintig jaar.[11] De NAVO-interpretatie van MDO valt in deze zienswijze, met de kanttekening dat er in de NAVO-definitie van MDO nu meer aandacht is voor het integreren van de vijf militaire domeinen.[12] Maar ook hoe militaire gevechtskracht versterkt kan worden door de andere elementen van macht (diplomatiek, informatie, economie, legalistisch) en vice versa.[13] NAVO’s werkdefinitie, Orchestration of military activities, across all domains and environments, synchronised with non-military activities, to enable the Alliance to deliver converging effects at the speed of relevance, geeft dit goed weer.
Het DoD volgt een vergelijkbare interpretatie met een minder grote nadruk op de niet-militaire aspecten. Mede door de doctrinaire ontwikkelingen binnen de USAF werd in november 2019 MDO door het DoD officieel hernoemd naar Joint All-Domain Operations (JADO), en kreeg de stempel van ‘The new way of American Warfare’.[14]
Systeemintegratie strategie
De tweede stroming ziet multi-domain niet zo zeer als een visie of conceptuele doctrine, maar meer als een systeemintegratie strategie. De Britse krijgsmacht spreekt bijvoorbeeld niet over MDO maar over Multi-Domain Integration (MDI). De Britse reactie op het veranderende geopolitieke speelveld en de exponentiële ontwikkeling van technologie is meer gefocust op de verdere integratie en toepassing van hoogwaardige technologie. Volgens de Britten is de krijgsmacht toe aan een aanzienlijke modernisering, want het tempo van de technologische verandering betekent dat de Britten van een industrieel tijdperk van platforms naar een informatietijdperk van systemen moeten gaan.[15] Een overeenkomstige benadering is te zien bij de Amerikaanse en de Nederlandse luchtmacht waar MDO in essentie gaat over het verbeteren, verkorten en versnellen van de killchains in de operationele omgeving.[16] MDO legt, als het ware, over het joint optreden de laag van benodigde info- en data-uitwisseling heen, en zegt dus iets over de daarvoor benodigde connectiviteit tussen capaciteiten waardoor we snel wisselende sensor-shooter combinaties creëren.[17] Denk hierbij praktisch aan het voorbeeld van een waarnemer op land die nu alleen landvuursteunsystemen (artillerie) kan inzetten. In het geval van MDO-denken in deze stroming zit de oplossing in een geautomatiseerde, digitale ‘werkspot-achtige’ omgeving die automatisch een shooter toewijst. Die shooter kan bijvoorbeeld een slimme bom zijn van een F-35, naval gunfire of een overvliegende drone van een coalitiegenoot.
Definitie MDO in USA Army Field Manual 3-0 Operations (Vastgesteld oktober 2022)
Operationeel concept
De derde stroming brengt MDO weer terug naar een operationeel concept waar het de U.S. Army in eerste instantie allemaal om te doen was. Op strategisch niveau wordt voorzien in Unified Action door het (U.S.) joint forces niveau. Unified Action omvat de synchronisatie, coördinatie en integratie van militaire en non-militaire activiteiten om strategische doelstellingen te behalen. MDO is het operationeel concept en valt daar dan weer onder. Het bestaat uit ‘the combined arms employment of joint and Army capabilities to create and exploit relative advantages that achieve objectives, defeat enemy forces, and consolidate gains on behalf of joint force commanders’.[18] In deze benadering zijn alle operaties eigenlijk multi-domain, ongeacht in welk domein of domeinen ze plaatsvinden.
Met de introductie van de nieuwe militaire domeinen cyber en space, die voor een groot deel overlappen, zijn de krijgsmachtdelen afhankelijker geworden van toegang tot de andere domeinen. De landmacht bijvoorbeeld kan niet meer alle activiteiten en effecten realiseren die noodzakelijk zijn voor landdominantie, net zoals dat geldt voor de luchtmacht met betrekking tot het luchtdomein. Daarentegen kunnen vanuit het landdomein door de landmacht wel degelijk effecten in het luchtdomein gerealiseerd worden die de luchtmacht in haar eigen domein weer in staat stelt een positie van relatief voordeel te creëren voor een ander krijgsmachtdeel in een ander militair domein. Denk hierbij aan landbased drone capabilities die een deel van de informatiebehoefte en targeting invullen voor het landoptreden waar eerst lucht en space capaciteiten voor nodig waren.
MDO als een operationeel concept beschouwt het behalen van een concreet militair competitief voordeel ten opzichte van een peer competitor als zwaartepunt. Door meerdere complementaire dreigingen te presenteren die elk een reactie vereisen wordt de kwetsbaarheid van de vijand voor dreigingen in andere domeinen blootgelegd. Met als gevolg dat de creatieve combinatie van meerdere dilemma's, in plaats van een duidelijke technologische overmatch in een of meerdere domeinen, het gewenste voordeel oplevert.
Nederland
Op dit moment bestaat er nog geen eenduidige definitie of interpretatie van MDO bij de verschillende partners die elkaar fysiek of virtueel treffen op het gevechtsveld. Voor Nederland is dat niet anders. Met een recent memo van de Directie Operationeel Beleid en Plannen (DOBP) is de eerste beleidsmatige verkenning uitgevoerd van de impact van MDO op het Nederlandse defensieapparaat, met als conclusie dat we verder moeten studeren. In een reactie op de veranderende veiligheidsomgeving staat er in de Defensievisie (DV) 2035 wel al het inrichtingsprincipe, ‘multidomein en geïntegreerd optreden’.[19] Dit zesde inrichtingsprincipe past binnen de eerste stroming, waarbij Multi-Domain denken in operaties met nationale en internationale partners het ultieme uitgangspunt is. Maar ook stroming drie zien we terug met de nadruk van de DV35 op verdieping van de vergaande samenwerking tussen de eigen krijgsmachtdelen en andere krijgsmachten en partners. Verschillende interpretaties, zienswijzen en definities, maar wat beoogt MDO nu eigenlijk op te lossen?
Wat is het probleem?
Uitdagingen voor 'joint operations'
Het is een valide punt om onszelf af te vragen voor welk probleem MDO eigenlijk een antwoord is. Want, is Multi-Domain Operations niet hetzelfde als joint optreden, dat samenhang en synergie tussen de verschillende militaire domeinen faciliteert zodat de gevechtskracht in tijd en plaats geoptimaliseerd wordt? Het probleem van joint operaties is dat deze over het algemeen nog steeds gefocust zijn op een enkel domein met gecoördineerde effecten, vaak overlappend en gesynchroniseerd, maar niet volledig geïntegreerd. De bevoegdheden voor space en cyber zijn gecentraliseerd op strategisch of nationaal niveau, terwijl de bevoegdheden voor de inzet van de traditionele wapensystemen op operationeel niveau resideren. Daarnaast zijn de huidige situational awareness capabilities niet ontwikkeld om een geïntegreerd begrip van het gevechtsveld te faciliteren dat alle vijf domeinen omvat. Er zijn drie ontwikkelingen die alle drie in samenhang een probleem creëren waar MDO mogelijk een antwoord op geeft.
Nieuwe domeinen
Allereerst hebben we tegenwoordig te maken met twee nieuwe militaire domeinen: cyber en space. Het denken in domeinen wordt gebruikt om militair vermogen te organiseren voor activiteiten in de onderkende domeinen. De diverse domeinen hebben hun eigen karakteristieken die bepalend zijn voor de wijze waarop strijdkrachten worden ingericht en aangewend. De domeinen moeten als verweven geheel worden beschouwd: alle domeinen zijn afhankelijk van elkaar. De nieuwe domeinen worden echter gekenmerkt door een sterk technologische infrastructuur en een exponentiële ontwikkeling, relevantie en toepassing in de militaire omgeving. Cyber en space zijn in de kern vooral ondersteunend aan de militaire domeinen zee, land en lucht. Het lijkt erop dat Rusland, maar met name China grote stappen voorwaarts maakt in de toepassing van space en cyber en de westerse wereld in de toekomst misschien wel op achterstand komt te staan.[20]
Afname technologische ‘overmatch’
Ten tweede heeft de wederopstanding van Rusland en China als een existentiële bedreiging voor de westerse wereld ons aan het denken gezet. De vraag is of onze huidige militaire doctrine nog wel valide is om succesvol oorlog te kunnen voeren met een peer competitor. Daarnaast hebben de technologische ontwikkelingen en met name de proliferatie daarvan bijgedragen aan het bewustzijn dat de U.S. maar ook NAVO niet langer beschikt over een technologische overmatch ten opzichte van peer competitors zoals Rusland en China. Daar waar we met onze Koude Oorlog doctrine nog een kwalitatief antwoord hadden op kwantitatieve capaciteiten van onze tegenstanders, is dat nu waarschijnlijk niet meer het geval.[21]
Nieuwe domeinen: cyber en space. (bron: U.S. Army Field Manual 3-0)
Volgtijdelijk ‘campaign’ model werkt niet meer
Het derde element is een consequentie van bovenstaande, namelijk dat ons westerse campaign model niet meer werkt. Een peer competitor zoals China is nu in staat om ons de toegang tot het operatietheater of haar eigen achtergebied te ontzeggen. Deze Anti-Access and Area Denial (A2/AD) strategie verdicht eigenlijk het gevechtsveld met technologisch hoogwaardige en overlappende wapensystemen die niet enkel door het lucht, land of het maritieme wapen ontmanteld kunnen worden.
Het huidige NAVO campaign model gaat ervan uit dat een strijdmacht volgtijdelijk dominantie kan afdwingen en behouden in de verschillende domeinen. Dat begint allereerst met het zeedomein, zodat de aanvoerlijnen naar het operatietheater zijn gegarandeerd. De marine is het supported command, waarbij de overige domeinen een supporting relatie hebben naar het zeedomein. Vervolgens verschuift de supported command positie naar de luchtmacht die luchtdominantie boven het gevechtsveld creëert, hetgeen de landmacht faciliteert om haar eenheden en capaciteiten aan land te brengen en in een gunstige uitgangspositie manoeuvreert om de vijand te verslaan. Het landdomein wordt nu ondersteund door de overige domeinen. De analyses, studies en war games die voorafgegaan zijn aan de ontwikkeling van MDO komen eigenlijk allemaal tot de conclusie dat dominantie opvolgend in alle domeinen een illusie is.[22] De toegevoegde waarde van de command-relaties supported en supporting is verdwenen.[23]
Willen we winnen van een peer competitor met wapen- en communicatiesystemen van dezelfde technologische standaard als de westerse, dan moeten de verschillende domeinen continue posities van voordeel creëren voor een ander domein, zodat die vanuit een positie van voordeel weer een ander domein in een positie van voordeel kan brengen.
Militaire operaties bestaan uit gelijktijdige zee, lucht, land, cyber en space operaties (Bron: U.S. Army Field Manual 3-0)
Implicaties voor het landoptreden
Nadat we de historische aanloop naar MDO, de verschillende perspectieven en het op te lossen probleem hebben besproken, kunnen we nu naar de doctrinaire implicaties voor het landoptreden kijken.
Bredere ‘mindset’
De eerste implicatie is dat landoptreden niet enkel en alleen meer door de landcomponent zelf kan worden uitgevoerd. Dat geldt ook omgekeerd, landeenheden zullen noodzakelijkerwijs in andere domeinen gaan opereren. De consequentie hiervan is dat een landcomponent niet meer zelfstandig in staat is om de dominantie in haar eigen domein te bevechten en te garanderen voor de joint force. Het is essentieel dat een landcomponent zich continue de vraag blijft stellen wat zij straks niet meer zelf kan realiseren in haar domein en wat de landcomponent met optreden vanuit het landdomein aan effecten kan bijdragen in de andere domeinen. Maar ook, wat kan een ander domein voor het landoptreden betekenen, misschien wel met minder risico en meer verrassing. Dit vergt een omslag in mindset en denken over het landoptreden en specifiek het multi-domain optreden. Deze mindset heeft consequenties voor hoe we mensen binnen de landmacht opleiden, eenheden trainen en oefenen en waarvoor we capaciteiten gereed stellen en certificeren.[24]
‘Cross-domain’ capaciteiten nodig binnen de landmacht
De tweede implicatie volgt uit de probleemanalyse en is duaal van aard. Omdat het volgtijdelijke campaign model op joint force niveau niet meer houdbaar is, moet de landcomponent in grotere mate haar eigen broek ophouden. Binnen het bestaande doctrinaire campaign raamwerk zorgen de marine en de luchtmacht voor de noodzakelijk maritieme dominantie en het luchtoverwicht. Cyber en Space creëren daarbovenop unieke randvoorwaarden op het gebied van inlichtingen, communicatie en commandovoering. Deze effecten maken het landoptreden aanzienlijk eenvoudiger. Het binnenbrengen van landeenheden via lucht en zee in een operatietheater, de gegarandeerde satellietcommunicatie en GPS, vroegtijdige signalering van vijandige cellen op de aanvoerroutes en verstoring van die specifieke cellen door cyberteams is een volgtijdelijk spel. In dit spel moeten de overige vier militaire domeinen dominant zijn ten opzichte van de vijand. Dit lijkt met de geopolitieke verschuiving en de proliferatie van high-tech capabilities verleden tijd. Op het gebied van commandovoering zien we bijvoorbeeld dat grote statische hoofdkwartieren met een grote elektromagnetische signatuur niet meer houdbaar zijn. De landmacht moet dus robuuster worden in een omgeving waar niet altijd luchtoverwicht en space capabilities voorhanden zijn of haar optreden daarop aanpassen. Bijvoorbeeld door kleinere en mobiele hoofdkwartieren, spreiding van capaciteiten en significante inzet van middelen en eenheden voor deceptie en misleiding.
Echter, naast een grotere mate van zelfredzaamheid is het noodzakelijk dat het landoptreden nieuwe capaciteiten gaat ontwikkelen. De opdracht voor het zekerstellen van maritieme dominantie kan niet enkel en alleen meer bij de marine liggen. Binnen het landoptreden komt er ruimte en noodzaak om cross-domain capabilities te ontwikkelen. Een sprekend voorbeeld daarvan zijn kustbatterijen. Vanaf het land kunnen grondgebonden raketsystemen geladen worden met antischeepsraketten en daarmee een nog niet bestaande dreiging creëren voor een vijandelijk marine. Hiermee creëert een landcomponent een relatief voordeel voor een ander domein. Een stap die de landmacht nu om die reden zet, is de aanschaf van raketartillerie. Met deze capaciteit kan ook vanuit het landdomein bijvoorbeeld het luchtdomein ondersteund worden bij het aangrijpen van de A2/AD-capaciteit van de tegenstander zoals C2 elementen en luchtverdedigingslocaties. Daarmee kan het luchtdomein zich richten op de dieper gelegen systemen.
Met de HIMARS kan zowel raketartillerie als ook antischeepsraketten afgevuurd worden. De HIMARS is één van de mogelijke kandidaten voor de aanschaf van raketartillerie door Nederland (Foto: Lockheed Martin)
Doctrinaire raamwerk voor landoptreden
De derde implicatie voor het landoptreden richt zich op de vraag waar MDO in het doctrinaire raamwerk het meeste rendement biedt voor de doorontwikkeling van het landoptreden?
De holistische visie (eerste stroming) biedt weinig aanknopingspunten voor het oplossen van de drie huidige uitdagingen in operaties tegen een peer competitor. De prijswinnende KVBK-thesis ‘De NAVO en Multi-domein Operaties’ van Carlina Grispen-Gelens slaat de spijker op de kop.[25] Grispen-Gelens stelt dat MDO omgeven is met conceptuele verwarring en dat binnen NAVO niet alle landen dezelfde inzichten hebben qua dreiging en prioriteiten. De holistische MDO-benadering is te weinig toegesneden op specifieke strategische en operationele problematiek en biedt geen antwoord op de uitdaging die een agressieve militaire aanval van een peer competitor ons voorschotelt.
De systeemintegratie benadering (tweede stroming) kent een gelijke uitdaging. Niet alle krijgsmachtonderdelen en partnerlanden zijn in staat om een grotere technologische inspanning te leveren dan tot nu toe. Een samenhangende manier van opereren – zowel joint als multinationaal – verloopt in het heden al moeizaam. Ieder krijgsmachtdeel heeft haar eigen visie op het voeren van oorlog en wat daarvoor nodig is. Bovendien zal de Nederlandse landmacht in oorlogstijd waarschijnlijk niet geïntegreerd met de Nederlandse luchtmacht en marine optreden, omdat Nederlandse landmachtbrigades geïntegreerd zijn in de Duitse divisies. De NAVO bepaalt bij het uitwerken van de regionale plannen uiteindelijk welke force packages aan de regio’s toegewezen worden. Het is daarom belangrijk dat ook internationaal de landen niet te veel afwijken in technologisch inspanning.
Daarnaast brengt een sterke focus op technologie, digitale systemen en hoogtechnologische informatievoorziening het risico met zich mee dat in de breedte van de landmacht de kennis van tactisch optreden afneemt en we dus minder verstand krijgen van ons eigen domein. Terwijl succes in MDO juist veronderstelt dat kennis en vaardigheid nodig is in zowel het eigen domein en dat van de ander, zodat gewenste effecten cross-domain bereikt kunnen worden.
MDO als een operationeel raamwerk (derde stroming) biedt mogelijk het meeste houvast voor de ontwikkeling van het landoptreden richting MDO. De meest recente doctrinepublicatie van de U.S. Army FM 3-0 Operations brengt MDO voor het landoptreden weer terug naar de essentie.[26] Die essentie is nog steeds te vinden in de boodschap die gen David Perkins cross domain in het drieluik artikel in 2017 naar buiten bracht. Overwinningen in de strijd gaan naar degenen die met succes hun strijdkrachten kunnen leiden, sneller beslissingen kunnen nemen en eenheden kunnen verplaatsen en dilemma's vanuit alle domeinen tegelijk kunnen creëren. Met veerkracht, dus als ik in één domein word uitgeschakeld, kan ik je aanvallen in de andere vier. Winnen in het gevecht staat uiteindelijk weer centraal, ook voor het landoptreden. MDO als operationeel raamwerk kan dus goed gebruikt worden voor de doorontwikkeling van het landoptreden. Het is noodzakelijk dat deze ontwikkeling ook opvolging krijgt binnen het campaign model van de NAVO. Naar verwachting vindt dit nu versneld plaats door de ontwikkeling van de regional plans die de NAVO momenteel uitwerkt.
Afsluitend
De MDO-locomotief is de laatste jaren in concept- en doctrineland op stoom gekomen, ook in Nederland. De definities en interpretaties zijn nog niet eenduidig binnen het gehele speelveld, maar langzamerhand convergeert het denken over MDO zich rond de centrale problematiek en oplossingsrichtingen. Maar dat neemt de kritiek van gen b.d. Hubba Wasz de Czege (schrijver van de AirLand Battle doctrine) niet weg: ‘Concepts cannot be a vague discussion of hypothetical cases. They must provide solutions for very real, specific, and salient strategic problems’.[27] Er is nog werk aan de winkel voor onze Nederlandse conceptontwikkelaars en doctrineschrijvers. MDO moet concreter en specifieker worden, wil het richting geven aan doctrine-ontwikkeling en de noodzakelijke investeringen in capabilities. Maar het advies voor nu is, lees FM 3-0 Operations van de U.S. Army voor referentie en inspiratie. Een hoop denk- en schrijfwerk is al gedaan.
Dat we een breekpunt hebben bereikt in onze geopolitiek in combinatie met de proliferatie van nieuwe technologische capabilities, daar is iedereen het over eens. Onze krijgsmacht en daarmee ook onze landmacht is uitgerust, opgeleid en getraind voor een conflictscenario dat in beperkte mate rekenschap houdt met een peer competitor en een verrijkte operationele omgeving met de introductie van twee nieuwe militaire domeinen. Het ziet ernaar uit dat met de adoptie van MDO, binnen de NAVO en bij onze operationele partners, multidomain leidend gaat zijn voor onze Nederlandse doctrine. MDO zou daarmee als operationeel concept voor het landoptreden gebruikt kunnen worden om het bestaande principe van Combined Arms operations - het landgevecht van verbonden wapens met cross-domain capabilities en effecten te versterken.[28]
Om dat voor elkaar te krijgen is een randvoorwaarde om met wederzijds respect en begrip, door alle domeinen heen, elkaars toegevoegde waarde en beperkingen te verkennen. Dat biedt ruimte om met een creatieve insteek naar nieuwe mogelijkheden, kansen en combinaties te zoeken, cross-domain. Waarbij de belangrijkste spelregel is dat we de tactische kennis (tijd, ruimte, middelen en mogelijkheden) van ons eigen domein niet onder laten sneeuwen door technologie.
Voor specifiek het landoptreden is het investeren in een bredere mindset cruciaal. Niet alleen in opleiding en training, maar ook in doctrine, carrièrepaden, proces en het omarmen van risico. Die mindset is noodzakelijk om cross-domain capaciteiten te ontwikkelen en de afhankelijkheid van de dominantie in andere domeinen te mitigeren. In die zin is de Duits-Nederlandse samenwerking van de landmacht een voorbeeld van de MDO-ontwikkeling die het doormaakt. Deze samenwerking bestaat uit de integratie van Nederlandse gevechtsbrigades in Duitse divisieverbanden onder leiding van het 1GNC operationeel hoofdkwartier en dat levert de landmacht unieke mogelijkheden om het aansturen van cross-domain capabilities te oefenen en mee te experimenteren met het doel om uiteindelijk te winnen in een gevecht met een peer competitor.
Eindnoten
- David G. Perkins, Multi-Domain Battle, Driving Change to Win in the Future, Military Review July/August 2017.
- Gene Fax, Pershing’s Open Warfare Doctrine in the light of American Military History. Army History Fall 2019, 32-37.
- Williamson R. Murray, Military Adaptation in War; With Fear of Change (Cambridge: Cambridge University Press, 2011), 2.
- Michael Howard, ‘The Uses and Abuses of Military History’, in The Causes of War and Other Essays, Sir Michael Howard (Cambridge, MA:1983) 188-197.
- Vietnamese militaire eenheden traden zowel conventioneel op met gemechaniseerde eenheden en luchtondersteuning zoekend naar een beslissend gevecht. Maar aan de andere kant was daar de Vietcong, een people’s leger die met en tussen de bevolking optrad en lastig te onderkennen en aan te pakken was.
- Gen Robert Brown, “US General Brown: ‘Multi-Domain Operations,’ Warfare, Perception Management,” streamed live on March 3 2019, YouTube video, 13:21. De volgende lessen kwamen voort uit de Yom Kippur-oorlog: ‘The tempo, speed, and proliferation of new weapons were different than anything that had previously been seen on a battlefield. We saw the importance of air and land battle together and how antitank guided missiles changed the battlefield’. Gen DePuy zei daarover: ‘The army we have today coming out of Vietnam is not the army we need going into the future’.
- Ministerie van Defensie, Defensievisie 2035, Vechten voor een veilige toekomst, Den Haag, oktober 2020.
- TRADOC Pamphlet 525-3-1, The U.S. Army in Multi-Domain Operations - 2028, (Fort Belvoir, VA: TRADOC, 6 December 2018), 6-7.
- Air Force Strategic Integration Group, White Paper: Multi Domain Operations: A United States Air Force Perspective, Belvoir: 22 August 2018, 1-7.
- Modern War Institute (usma.edu) https://mwi.usma.edu/mwi-podcast-future-multi-domain-battlespace-gen-david-perkins/
- Ministerie van Defensie, Nederlandse Defensie Doctrine, Ministerie van Defensie, Den Haag 2009.
- NATO, Initial Concept for Multi-domain Operations, MCM-0121-2022 (INV), Brussel, 5 July 2022, 16.
- Jose Diaz de Leon, Understanding Multi-Domain Operations in NATO, The Three Swords Magazine 37/2021, 93.
- Colin Clark, “Gen. Hyten on the New American Way of War,” Breaking Defense, Accessed 23rd April, 2020. De huidige Amerikaanse definitie van JADO luidt als volgt: Joint All-Domain Operations (JADO) are comprised of air, land, maritime, cyberspace and space domains, plus the EMS. Actions by the Joint Force in all domains that are integrated in planning and synchronized in execution, at speed and scale needed to gain advantage and accomplish the mission.”
- UK Ministry of Defence, Integrated Operating Concept, August 2021, David L. Goldfein, USAF Role in Joint All-Domain Operations, Air Force Doctrine Note 1-20, Curtis Le May center for Doctrine Development and Education, 5 March 2020.
- Statement van C-LSK Ltgen Dennis Luyt in reactie op zijn Linkedin-post van 1 december 2022 over het Defensie Symposium MDO-C2.
- HQ Department of the Army, FM 3-0 Operations, Washington, 1 oktober 2022, X en 1-2.
- Ministerie van Defensie, Defensievisie 2035, Vechten voor een veilige toekomst, Den Haag, oktober 2020, 33.
- Dan Sukman and Charles Davis, Divided We Fall: How the U.S. Force Is Losing Its Joint Advantage over China and Russia, Military Review March-April 2020, 50-56.
- Jim Garamone, Dunford: U.S. Military Advantage Over Russia, China Eroding, Joint Chiefs of Staff, geraadpleegd 14 januari 2023,
- Frederik Mertens, Björn de Heer, Tim Sweijs, Paul van Hooft en Frank Bekkers, Lessen uit het Landgevecht: Een jaar Oorlog in Oekraïne, HCSS, januari 2023, 5. En James Jay Carafano, America’s Joint Force and the Domains of Warfare, The Heritage Foundation, 2018 Index of U.S. Military Strength, 23-30, 27. En William Dries, Some New, Some Old, All Necessary: The Multi-Domain imperative, War on the Rocks, March 2017, geraadpleegd 12 januari 2023, En Deputy Secretary of Defense Bob Work, speech: Remark to the Association of the U.S. Army Annual Convention, Oct 4, 2016, Washington D.C.
- Nora Bensahel, ‘Transforming the US Army for the Twenty-First Century’, Parameters 51, no. 1 (2021), 39-50, 45.
- Chris Telley and Samual Membrere, 'Training “No Huddle” Joint Offense', War on the Rocks, geraadpleegd 11 december 2022, Ook andere domeinen zijn hiervan doordrongen, een USAF voorbeeld: ‘We must develop airmen-leaders who are not only experts in their particular platform, domain, or function, but who can fluidly and fluently move across traditional domains and boundaries’ in Alex Grynkewich, ‘The Future of Air Superiority, Part III: Defeating A2AD’, War on the rocks, geraadpleegd 11 januari 2023.
- Carlina Grispen-Gelens, ‘Cohesion through Convergence, De NAVO en Multidomein Operaties’, Carré 1-2022.
- HQ Department of the Army, FM 3-0 Operations, Washington, 1 oktober 2022.
- Hubba Wass de Czege, brigadier general (rtd.), ‘Commentary on “The US Army in Multi-Domain Operations 2028” (2020)’. Monographs, Books, and Publications 909, iX.
- Het tactische niveau binnen het landoptreden gaat over het optreden van divisies, brigades en lager (lees daarvoor het combined arms artikel elders in deze editie).