THEMA LANDOPTREDEN
De Marsrichting van de Koninklijke Landmacht
Marcheren in dezelfde richting om morgen beter te worden dan vandaag
Lkol Jan in het Veld; lkol Edwin Peters; lkol Martijn Duchateau; drs. Belinda Smeenk
Moderniseringsproces
De landmacht werkt volgens een moderniseringsproces waarbij de plannen parallel gemaakt worden voor verschillende planningshorizons. Zo zijn er gereedstellingsplannen voor de huidige eenheden (Current Force), concrete plannen voor uitbreidingen met materieel en eenheden voor de komende jaren, waar de plannen van bijvoorbeeld de Defensienota (DN) 2022 onder vallen (Funded Force) en plannen voor de toekomst, waar we behoefte aan hebben maar waarvoor nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden (Future Force). Deze plannen worden gebaseerd op de huidige eenheden en operaties en evaluaties daarvan (Forecasting) en op een beeld van het toekomstige landoptreden (Backcasting).
Het moderniseringsproces binnen de landmacht met een fasering in plannen voor de Current, Funded en Future Force. (Infographic: Defensie)
De toekomstvisie van de Koninklijke Landmacht ‘Veiligheid is Vooruitzien’ uit 2018 en het ‘Operationeel Kader voor het Landoptreden’ (OKL) uit 2020 geven richting aan de ontwikkeling van de landmacht. Het OKL beschrijft de ontwikkellijnen van de landmacht naar 2030 en biedt daarmee richting en kaders voor kennis en innovatie, personeel, verwerving van materieel, de samenstelling van de eenheden van de landmacht, en opleiding en training. Dit OKL noemen we de Marsrichting voor de landmacht. Deze marsrichting wordt verder gespecificeerd in marsroutes. Deze zijn een soort roadmap per capaciteit. Voor de capaciteiten van de landmacht is onder leiding van het Land Warfare Center (LWC) gestart met het beschrijven van een Mogelijk Toekomstig Optreden (MTO) van die capaciteit in 2035. En dat alles is een dynamisch proces waarin we diverse ontwikkelingen steeds moeten actualiseren.
De Marsrichting voor de landmacht
De marsrichting geeft aan waar we gezamenlijk naar toe marcheren, ofwel de missie en capaciteit van de landmacht. De opdracht van de landmacht is het gereedstellen van operationeel inzetbare eenheden die het gevecht op de grond tegen elke tegenstander, en binnen het volledige geweldsspectrum, kunnen aangaan en winnen.
De landmacht richt hiervoor zoals eerder aangegeven een light, een medium en een heavy Brigade Combat Team (BCT) in die ingebed zijn in de Duitse divisiestructuur. Het ambitieniveau voor 2030 is het gelijktijdig kunnen inzetten van twee BCT’s en een Air Manoeuvre Task Force met twee manoeuvrebataljons (dit noemen we de AMTF Heavy) in hoofdtaak 1. Een BCT is een geïntegreerd geheel van verbonden wapens en enablers, dus: Combat, Combat Support (CS), Combat Service Support (CSS) en C4I-systemen. De BCT-structuur maakt ons zowel herkenbaar voor, als interoperabel met andere landen omdat brigades binnen de NAVO-structuur gezien worden als belangrijke modulaire bouwblokken.
Een BCT moet over alle capaciteiten beschikken die nodig zijn voor voldoende massa en voorzettingsvermogen voor het gevecht. Dit betekent dat de BCT’s moeten kunnen beschikken over de effecten van manoeuvre-eenheden, vuursteun, genie, inlichtingencapaciteit (sensoren en analyse), elektronische oorlogvoering (EOV) en cybercapaciteit. Bovendien moeten BCT’s kunnen beschikken over Communication & Engagement-capaciteit, voldoende logistieke capaciteit (geneeskundig, materieeldienst en bevoorrading, transport en diensten) en Communicatie- en Informatiesystemen (CIS). Ook moeten BCT’s kunnen beschikken over luchtverdedigingscapaciteiten die NATO Integrated Air and Missile Defence System (NATINAMDS) capabel zijn. Dit NATINAMDS is een netwerk en commandostructuur van alle NATO-luchtverdedigingscapaciteiten die via Link 16 verbonden zijn en gezamenlijk een luchtbeeld opbouwen. Binnen het BCT is het brigadehoofdkwartier een essentieel element. Dit hoofdkwartier is in staat om een lopende operatie aan te sturen en tegelijk nieuwe operaties te plannen met een planningshorizon van 48-96 uur en beschikt over de juiste hoeveelheid staf- en analysecapaciteit en mobiele middelen om een gevecht van deze verbonden wapens te coördineren.
Momenteel beschikt de landmacht over onvoldoende capaciteit om de brigades om te vormen naar organieke BCT’s. De tekorten zitten met name in de CS- en CSS-capaciteiten, maar ook op verschillende kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de manoeuvre-capaciteiten. In een eerste stap worden de brigades aangevuld met beschikbare CS en CSS, maar blijven schaarse capaciteiten centraal georganiseerd. Zo krijgen, als gevolg van de DN 2022, bijvoorbeeld de medium en heavy brigade hun eigen artillerie-capaciteit en krijgt de luchtmobiele brigade weer eigen 120mm mortiercapaciteit. Daarnaast worden de brigades opgenomen in Commands met aanvullende randvoorwaarden om ervoor te zorgen dat ondercommandanten meer middelen en mogelijkheden hebben om de eenheid gereed te stellen, zoals specifieke opleidings- en bedrijfsvoeringcapaciteiten. Voor de eerstkomende jaren wordt momenteel via het NATO New Force Model (NFM) gepland wat realistisch en haalbaar is met betrekking tot het ambitieniveau en de reactiesnelheid van eenheden, zodat we in de ritmiek van de Duitse divisiestructuur mee kunnen plannen.
Na het doorvoeren van alle huidige funded plannen blijven er voorlopig nog lacunes bestaan. Allereerst beschikt 13 Medium Infantry Command nog altijd over onvoldoende vuurkracht om te voldoen aan de capability targets van de NAVO waaraan Nederland zich gecommitteerd heeft. Om dit te repareren zal de brigade door moeten groeien met minimaal (al dan niet in binationaal verband) een derde manoeuvrebataljon met voldoende vuurkracht. Ook hebben de Boxers binnen de bestaande infanteriebataljons te weinig vuurkracht. De oplossing wordt vooralsnog gezocht in onze samenwerking met Duitsland waarbij een tweede (eventueel Duits/Nederlands) tankbataljon geen op voorhand uitgesloten optie kan zijn.
Ten tweede is er binnen de landmacht, ook na initiatieven zoals het logistiek ecosysteem en het werken met reservisten, onvoldoende logistiek voortzettingsvermogen om tegelijkertijd een AMTF en twee BCT’s in te zetten in het hele geweldsspectrum. Ook hiermee voldoet de landmacht niet aan de beloofde NAVO capability targets. Om dit te repareren dient de logistieke capaciteit van de landmacht dusdanig te groeien dat minimaal aan zowel de heavy als de medium brigade, maar ook gelijktijdig aan de AMTF geneeskundige en bevoorradings- en transportcapaciteit toegewezen kan worden.
Voor de toekomst moeten we resterende lacunes repareren en inspelen op nieuwe dreigingen
De Mogelijk Toekomstige wijze van Optreden (MTO’s) en Marsroutes van de capaciteiten. (Infographic: Defensie)
De marsroutes: transformatie per eenheid
Op basis van de Marsrichting zijn er voor de capaciteiten marsroutes ontwikkeld, met specifieke ontwikkelingen op de korte, middellange en lange termijn. Als dwarsdoorsnede zijn er ook voor de wapens en dienstvakken marsroutes opgesteld. In onderstaande kaders beschrijven we per capaciteit de belangrijkste ontwikkelingen uit deze marsroutes.
Lichte eenheden: Special Operations Forces (SOF)
Het Korps Commandotroepen (KCT) vormt de SOF landcapaciteit van de krijgsmacht en is direct en wereldwijd inzetbaar voor het uitvoeren van het volledige spectrum van speciale operaties. Deze eenheden kunnen binnen alle fasen van het conflictspectrum optreden en strategisch en operationele effecten brengen, zowel in pre-conflictsituaties als in conflictsituaties.
- Current Force: Het KCT beschikt hiervoor over vier operationele commandotroepencompagnieën, die worden ondersteund door een SOF-Supportcompagnie. Naast eigen organieke eenheden werkt het KCT nauw samen met diverse eenheden van de Koninklijke Landmacht ter ondersteuning van het uitvoeren van speciale operaties.
- Funded Force: De afgelopen jaren is het KCT op gebied van veel uitrusting vernieuwd zoals de Vectorvoertuigen, en er zal nog aangevuld worden met nieuwe radio’s en nieuwe middelen zoals loitering munitions. Het 12e Infanteriebataljon wordt verder omgevormd zodat deze eenheid beter in staat is speciale operaties te ondersteunen.
- Funded Force DN 2022: In de DN is aangekondigd dat een nieuwe eenheid wordt opgericht om uitvoering te kunnen geven aan nieuwe concepten als Early Forward Presence (EFP) voor strategische SOF-operaties. Deze eenheid kan in de pre-conflictfasen aan beeldopbouw doen om besluitvorming te ondersteunen, waaruit strategische handelingsopties ontwikkeld kunnen worden. Deze eenheid bestaat uit zowel personeel van Maritime Special Operations Forces (MARSOF) als het KCT en beschikt over teams voor zowel land- als maritiem-georiënteerde omgevingen. Daarnaast bevat de DN 2022 maatregelen om de ondersteuning van SOF te verbeteren op het gebied van CS, CSS en C4I.
- Future Force: Het KCT experimenteert in verschillende proeftuinen om over de volle breedte concepten te ontwikkelen en te beproeven. Voorbeelden hiervan zijn het Human Performance Team en de digitale transformatie.
Special Operations Forces werkt als basis met zelfstandige groepen commando’s (Foto: Defensie)
11 Luchtmobiele Brigade werkt als basis met infanterie, lichte voertuigen en luchttransport. (Foto: Defensie)
Lichte eenheden: 11 Luchtmobiele Brigade
De Luchtmobiele Brigade (11 LMB) is nu in staat om als Air Manoeuvre Task Force te vechten. De brigade is internationaal ingebed in de Duitse Division Schnelle Kräfte (DSK) en als zodanig binnen dertig dagen nagenoeg overal ter wereld inzetbaar. Delen van deze brigade zijn met een kortere reactietijd inzetbaar voor bijvoorbeeld een Non Evacuation Operation (NEO) of Allied Reaction Force (ARF). Zij beheerst alle vormen van air manoeuvre (air assault, air attack, air drop en air landing).
- Current Force: De brigade heeft drie lichte infanteriebataljons met (grotendeels) bijbehorende CS- en CSS-eenheden. De brigade wordt daarbij ondersteund vanuit het CLSK met onlosmakelijk verbonden transport- en gevechtshelikopters om de brigade te voorzien van de benodigde vuurkracht voor het gevecht op de grond. Voor de uitvoering van informatiegestuurd optreden als basis voor planning, uitvoering en bijsturing van operaties, beschikt de brigade over een eigen verkenningseskadron met specialistische sensoren en een pathfinder-peloton ten behoeve van verkenningen van landingsplaatsen voor helikopters, transportvliegtuigen, parachutisten, ladingen, en het leiden van luchtverkeer.
- Funded Force: 12 Infanteriebataljon wordt omgevormd zodat het als SOF-Supportbataljon de inzet van special forces kan ondersteunen. Voor de luchtmobiele bataljons worden op termijn samen met Duitsland nieuwe 12KN air assault voertuigen aangeschaft. Als interim-oplossing voor de grondmobiliteit worden de komende tijd extra Vector-terreinvoertuigen aangeschaft die voor de SOF-Supporttaken inzetbaar blijven. De 120mm mortiercapaciteit waar de 11e brigade over kan beschikken wordt de komende jaren vervangen door een licht indirect vurend systeem van 120mm voor meer precisievuurkracht, naast mogelijk de uitrol van loitering munitions capaciteit.
- Funded Force DN 2022: Voor de brigade komt er een eigen Stinger man portable air defence (MANPAD) capaciteit voor luchtverdediging en bescherming van de eigen eenheid. 11 LMB krijgt een eigen mortiercapaciteit bestaande uit een batterij met twee 120mm mortierpelotons, ontvlochten uit het vuursteuncommando.
- Future Force: De brigade experimenteert inmiddels volop met verkenningsdrones, maar is ook voor cargo en geneeskundige afvoer afhankelijk van tactisch grond- en luchttransport. Daarnaast wordt het concept SOF Support verder ontwikkeld.
13 Medium Infantry Brigade
Deze brigade is de snel inzetbare en hoog-mobiele gevechtskracht, die in het gehele geweldspectrum binnen strategische competitie inzetbaar is, maar vooralsnog gevechtskracht tekort komt in het gevecht tegen een met tanks ondersteunde gemechaniseerde tegenstander. Deze brigade is volledig geïntegreerd in de Duitse 10e Panzer Division. Snel inzetbaar, met voldoende bescherming en een grote tactische mobiliteit door een operational reach van 800 km, is deze eenheid naast hoofdtaak 1 bijzonder geschikt voor peace support en counter insurgency operaties aan de buitengrenzen van Europa, voorafgaand aan een eventuele oorlog.
- Current Force: De huidige brigade heeft twee infanteriebataljons uitgerust met Boxers, een pantsergeniebataljon, een verkenningseskadron, een geneeskundige compagnie, en een herstelcompagnie.
- Funded Force: Voor het vergroten van de vuurkracht op bataljonsniveau komen er zwaardere mortieren en ten behoeve van pantserbestrijding worden loitering munitions en nieuwe antitanksystemen aangeschaft. Daarnaast krijgen alle verkenningsvoertuigen de komende jaren een upgrade. De brigade krijgt de beschikking vanuit het Bevoorradings- & Transportcommando over vooruitgeschoven transportcapaciteit voor bevoorrading van goederen (Forward Support Detachement). Voor de vuursteun worden er multi missie radars (MMR) aangeschaft.
- Funded Force DN 2022: Voor de 13e brigade komt er dedicated grondgebonden luchtverdedigingscapaciteit vanuit DGLC en een eigen afdeling vuursteun, ontvlochten uit het Vuursteuncommando, bestaande uit twee batterijen pantserhouwitsers (zestien stukken) en een batterij raketartillerie (acht stukken).
- Future Force: Volgens de NAVO capability targets komt de brigade één manoeuvrebataljon tekort. Duitsland voorziet mogelijk in een derde bataljon. Daarnaast is het noodzakelijk om in de toekomst de vuurkracht van de infanteriebataljons te vergroten, omdat deze huidige bataljons nu conform de NAVO-eisen nog niet medium zijn. Daarnaast moet de logistieke zelfstandigheid worden vergroot om als BCT te kunnen optreden. Experimenten worden nu uitgevoerd met de Robotic Autonomous Systems (RAS) testeenheid, om te zien of we op termijn eenheden (ook bij 43 Heavy Infantry Brigade) kunnen versterken met onbemande systemen.
13 Medium Infantry Brigade werkt nu als basis met het wielvoertuig Boxer als infanterie battlefield taxi. (Foto: Defensie)
43 Heavy Infantry Brigade werkt als basis met infanteriegevechtsvoertuigen (CV90’s) en tanks. (Foto: Defensie)
43 Heavy Infantry Brigade
De 43e Brigade is bij uitstek geschikt voor inzet in het hoogste geweldsspectrum ten behoeve van de integrale verdediging van het NAVO-verdragsgebied. De heavy brigade kan ingezet worden tegen de zwaarste conventionele middelen van een tegenstander en kan het gevecht winnen. De brigade is volledig geïntegreerd in de Duitste 1e Panzer Division. Deze brigade draagt alleen al door zijn bestaan, direct bij aan de afschrikking van elke bedreiging tegen het NAVO-grondgebied. Delen van de brigade zijn permanent gestationeerd aan de grenzen van Europa en de overige delen van de brigade hebben een reactietijd van dertig dagen.
- Current Force: De brigade heeft twee Nederlandse pantserinfanteriebataljons (uitgerust met CV90’s), 414 Tankbataljon (Duits/Nederlands), een pantsergeniebataljon, een verkenningseskadron, een geneeskundige compagnie, en een herstelcompagnie.
- Funded Force: Voor het vergroten van de vuurkracht op bataljonsniveau komen er zwaardere mortieren en ten behoeve van pantserbestrijding worden loitering munitions en nieuwe antitanksystemen aangeschaft. De brigade krijgt de beschikking vanuit het Bevoorradings- & Transportcommando over vooruitgeschoven transportcapaciteit voor bevoorrading van goederen (Forward Support Detachement). Daarnaast krijgen alle CV90 infanteriegevechtsvoertuigen en verkenningsvoertuigen de komende jaren een upgrade, waardoor ze meer bescherming, vuurkracht en betere C4I-middelen krijgen. Daarmee zullen ze tot de beste van de wereld behoren. Voor de vuursteun worden er MMR aangeschaft. Binnen de 43ste Brigade wordt met de Bison Compagnie gewerkt aan recruitment in de regio-concepten.
- Funded Force DN 2022: Voor de 43ste Brigade komt er dedicated grondgebonden luchtverdedigingscapaciteit vanuit DGLC en een eigen afdeling vuursteun, ontvlochten uit het Vuursteuncommando, bestaande uit twee batterijen pantserhouwitsers (zestien stukken) en een batterij raketartillerie (acht stukken). Daarnaast wordt 414 Tankbataljon versterkt met C2-Ost-, CS- en CSS-capaciteiten, die nu nog in onvoldoende mate aanwezig zijn.
- Future Force: Volgens de NAVO capability targets komt de brigade een tankbataljon tekort, omdat het tankbataljon bij de Duitse eenheden wordt meegeteld. Daarnaast moet de logistieke zelfstandigheid worden vergroot om als BCT te kunnen optreden. De brigade werkt nauw samen met Duitsland op gebied van digitalisering van de gemechaniseerde eenheden en staven, aangezien 414 Tankbataljon ook gebruik maakt van het Nederlandse BMS.
Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC)
Het DGLC is een nichecapaciteit binnen de NAVO die in het verleden meermaals als zelfstandige eenheid is ingezet. Deze beschermt Nederland en haar bondgenoten tegen luchtdreigingen, zoals raketten.
- Current Force: Het DGLC heeft één squadron met drie Patriot fire units en een batterij met Army Ground Based Air Defence System (AGBADS), een Rockets Artillery Mortar (RAM)-detectie peloton en een Stingerpeloton. Deze worden ondersteund door een logistiek en C2-ost squadron. Ook een Duitse luchtverdedigingseenheid valt onder het DGLC.
- Funded Force: Het DGLC is onderdeel van de Human Resource proeftuin en heeft regionale recruitment en een eigen algemene militaire opleiding ontwikkeld. Met behulp van de proeftuin van de nucleus counter drones (NCU) worden spiraalsgewijs nieuwe middelen voor de C-UAS capaciteit aangeschaft. Ook worden er MMR aangeschaft. De levensduur van de Patriot wordt tot minimaal 2040 verlengd en Patriot-munitie wordt verworven.
- Funded Force DN 2022: Met de DN gaat het DGLC verder doorgroeien, zodat zowel de medium en de heavy brigade een eigen Short Range Air Defense (SHORAD) en Medium Range Air Defense (MRAD) capaciteit krijgen. Daarmee komen er voldoende luchtverdedigingsmiddelen beschikbaar voor het gelijktijdig ondersteunen van zowel de medium als de heavy brigade (mits er geen urgentere noodzaak is voor de beveiliging van vitale infrastructurele objecten). Daarnaast wordt de Patriot-capaciteit uitgebreid. En versterkt de landmacht de kennisbasis op gebied van Counter Drone en wordt het DGLC voorzien van een Counter-UAS peloton.
- Future Force: De NCU experimenteert met diverse technologieën en concepten ook voor de manoeuvre-eenheden ten behoeve van hun extended All Arms Air Defence (eAAAD) taak. De mogelijkheid tot RAM-interceptie blijft voorlopig een capability gap.
Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando met verschillende sensoren en shooters. (Foto: Defensie)
Logistieke capaciteiten binnen het B&Tco van OOCL (Foto: Defensie)
JISTARC zal meer professionaliseren en integreren met andere onderdelen (Foto: Defensie)
Operationeel Ondersteunings Commando Land (OOCL)
Omdat er onvoldoende capaciteit is om alle drie brigades te voorzien van alle wapens en ondersteuning, zijn bepaalde capaciteiten de afgelopen jaren centraal georganiseerd. Zo bevat het OOCL information manoeuvre capaciteiten (JISTARC, 1CMICo en C2OstCo) die binnen de pre-conflictfase een doorslaggevende rol spelen om een conflict te voorkomen, en de BCT’s in gevechtsoperaties te positioneren voor succes. Daarnaast bevat het OOCL logistieke capaciteiten (B&TCo en Gnk bataljon) waarmee maximaal één BCT (van de twee BCT’s uit het ambitieniveau) en een AMTF Light met één manoeuvrebataljon (in plaats van AMTF heavy met twee manoeuvrebataljons) gelijktijdig ondersteund kunnen worden, mits de (nationale) logistieke ketens tot aan het brigade-achtergebied met behulp van adaptieve capaciteiten ingeregeld worden. Als derde component bevat het OOCL ondersteunende capaciteiten (101 Gnbat, de CBRN-eenheid en de EODD) om in zowel de prec-onflictfase, conflictfase als de post-conflictfase de freedom of movement en bescherming van eigen troepen en eventuele civiele bevolking te garanderen.
Door deze unieke capaciteiten is het OOCL in staat om voor, tijdens en na een conflict op te treden. Ook na de implementatie van de DN 2022 hebben deze onvoldoende kunnen groeien om aan de drie BCT’s uit te kunnen delen, maar wel om aan de meest waarschijnlijke NAVO-inzetscenario’s invulling te geven.
- Current Force: Het OOCL bestaat uit het vuursteuncommando (VustCo), bevoorrading en transportcommando (B&TCo), 400 Geneeskundig Bataljon, 101 Geniebataljon, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD), een CBRN-eenheid, 1 Civiel en Militair Interactiecommando (1 CMICo) en het Joint ISTAR-commando (JISTARC).
- Funded Force: De capaciteiten van JISTARC, 1 CMICo en het C2OstCo die alle betrekking hebben op information manoeuvre gaan meer integreren en professionaliseren om IGO sneller en beter uit te voeren dan onze tegenstanders. Het geneeskundig commando wordt opgericht om de geneeskundige keten beter te faciliteren.
- Funded Force DN 2022: Het C2OstCo wordt uitgebreid met CEMA-capaciteit en JISTARC wordt uitgebreid met middelen. Het programma FOXTROT krijgt meer budget om het mobiel optreden van de brigades met voldoende en moderne C4I middelen te ondersteunen. Met behulp van ecosysteem logistiek en de total force genie moet een deel van de logistieke keten versterkt worden. Daarnaast is er vanuit de DN 2022 geld beschikbaar om meer inzetvoorraden waaronder munitie, geneeskundige artikelen en reservedelen aan te schaffen. De geneeskundige capaciteit wordt uitgebreid zodat één geneeskundige keten voor één BCT ingericht kan worden. Ook maakt de DN 2022 het mogelijk om het VustCo te ontvlechten, waarbij de brigades zelfstandige vuursteuneenheden krijgen en het overgebleven gedeelte van het VustCo onder bevel van het Opleidings & Trainingscommando komt.
- Future Force: Op termijn is een verdere groei van logistieke en geneeskundige capaciteiten noodzakelijk om de drie brigades volledig te kunnen voorzien in de ondersteunende capaciteiten. Tegelijkertijd zal een verdere integratie met Duitsland voordelen kunnen bieden in de logistieke keten in het achtergebied, en daarnaast kunnen wellicht nieuwe technologische ontwikkelingen zoals op gebied van cargodrones bijdragen aan delen van de huidige capability gap. Daarnaast vinden er veel experimenten plaats op gebied van information manoeuvre zoals nieuwe verbindingsmiddelen, inlichtingen assets en C2-concepten.
1st German Netherlands Corps (1GNC)
1 GNC is het Duits-Nederlandse hoofdkwartier dat in staat is om bijvoorbeeld als legerkorpshoofdkwartier de Duits/Nederlandse divisies en andere divisies aan te sturen in het hele geweldsspectrum, maar is ook inzetbaar in vele andere rollen als bijvoorbeeld Joint HQ of Land Component Command. Daarvoor dient 1GNC te kunnen beschikken over (internationale) eenheden die de randvoorwaarden scheppen voor deze divisies, afhankelijk van de toebedeelde rol. Het gaat daarbij onder andere om cybercapaciteiten, informatie en inlichtingen, raketsystemen met lange dracht, luchtverdediging, medische faciliteiten en eenheden voor het garanderen van freedom of movement op logistieke routes in het achtergebied. 1GNC is het operationeel hoofdkwartier dat daarbij de multidomein integratie faciliteert.
- Current Force: Samen met Duitsland beschikt Nederland over 1GNC als hoofdkwartier, ondersteund door een Duits/Nederlands CIS bataljon en support bataljon.
- Funded Force: 1GNC hoofdkwartier wordt de komende jaren vernieuwd met nieuwe mobiele infra en ICT-middelen behoeve van interoperabiliteit binnen de NAVO.
- Funded Force DN 2022: Geen specifieke plannen. Er vindt binnen de NAVO wel een heroriëntatie op de primaire taak plaats.
- Future Force: Geen concrete shortfalls, maar er wordt wel geëxperimenteerd met nieuwe verbindingsmiddelen om het hoofdkwartier sneller inzetbaar en verplaatsbaar te maken.
Het Joint Operations Centre (JOC) van 1GNC. (Foto: Defensie)
Reservisten van het Korps Natres die oefenen voor bewaken en beveiligen in Nederland. (Foto: Defensie)
Nationale inzet: Territoriaal Operatie Centrum en Korps Nationale Reserve
Voor de aansturing van nationale operaties is het Territoriaal Operatie Centrum (TOC) opgericht. Hiermee wordt de samenwerking van de landmacht met civiele partners in nationale crisis en/of militaire operaties versterkt en voorzien wij in coördinerend vermogen. Als basiscapaciteit voor het bewaken en beveiligen in Nederland (Homeland Defence) maken de Nationale Reserve (Natres) bataljons integraal onderdeel uit van de gevechtskracht van de landmacht. Deze flexibele capaciteit bestaat uit een mix van voltijd- en deeltijdmilitairen. Met de DN 2022 wordt de Natres gemoderniseerd, verder geprofessionaliseerd en georganiseerd als basiscapaciteit voor bewakings- en beveiligingstaken van onder andere vitale infrastructuur, zoals dataknooppunten en energiecentrales (Critical Infrastructure Protection). Daarnaast is er meer ondersteuning nodig voor bondgenootschappelijke eenheden die verblijven of verplaatsen over het Nederlands grondgebied (Host Nation Support).
- Current Force: De landmacht heeft nu drie Natres-bataljons die in vredestijd bij de brigades zijn ingedeeld. Deze bataljons bestaand uit vijf of zes compagnieën.
- Funded Force: De afgelopen jaren is – voortvloeiend uit de DN 2018 - inmiddels een TOC opgericht en dit operatiecentrum ontwikkelt door met een kenniscentrum Nationale Inzet.
- Funded Force DN2022: Bij elk van de Natres-bataljons wordt een compagnie omgevormd tot een Quick Reaction Force (QRF) met Manticore voertuigen, gebruik makend van drones en sensoren. Daarmee kan een groter gebied bewaakt en beveiligd worden. Daarnaast wordt een van de drie bataljonsstaven versterkt.
- Toekomstige doorontwikkeling: Versterking is ook bij de overige bataljons en compagniën op termijn wenselijk. Voor de toekomst lopen diverse studies en wordt in samenwerking met andere departementen een Landelijk Crisis Plan Defensie uitgewerkt.
Afsluitend
Tijdens de afgelopen twee jaar is de basis gelegd voor de modernisering van de Koninklijke Landmacht met de marsrichting, een reeks mogelijke toekomstige wijzen van optreden en marsroutes voor onze capaciteiten. Met deze roadmaps kunnen we als landmacht gericht gaan bouwen en doorontwikkelen naar een landmacht die stapsgewijs beter wordt. De marsrichting is gebruikt om de eerste keuzes binnen de DN 2022 onderbouwd te kunnen maken. En de marsroutes gaan ons helpen om per capaciteit en wapen of dienstvak de juiste keuzes te maken. De kennisadviseurs en hun kenniscentra zijn samen met de operationele eenheden hierbij in the lead.
Modernisering van de capaciteiten van de landmacht blijft een dynamisch proces door interne en externe ontwikkelingen. Zo blijven technologie en concepten zich ontwikkelen, en werken we steeds meer samen met onze strategische partners waarbij de integratie met Duitse eenheden het meest in het oog springend is. Sinds de inval in Oekraïne is de doorontwikkeling en modernisering van de landmacht nog urgenter geworden. We hebben net als vele andere NAVO-landen diverse lacunes, ook na de implementatie van de DN 2022. Zoals op het gebied van gevechtskracht en logistieke en geneeskundige ondersteuning. De opgave voor ons allen is om maximaal gereed te zijn om nu te kunnen vechten als het moet – to be able to fight tonight – en tegelijkertijd ons door te ontwikkelen om beter te kunnen vechten in een toekomstige oorlog.