door: René Bliek

Wat mij bezighoudt

Normaal gesproken ben ik met van alles bezig, werk en privé door elkaar. In vele gesprekken en vergaderingen geef ik dikwijls aan dat iedereen aandacht moet hebben voor een goede balans tussen werk en privé. Echter juist in deze coronatijd waarbij veel medewerkers thuis moeten werken, hoor je steeds meer de nadelen van thuis werken en niet alleen meer de voordelen. Eenieder moet daar zijn of haar eigen afweging in maken. Een feit is wel dat werk en privé steeds meer door elkaar heen lopen en daarom het velen niet meer lukt om zichzelf thuis af te sluiten van de verantwoordelijkheden op de werkvloer.

De werklast wordt vaak mee naar huis genomen, maar daar zit je nu al. Men gaat piekeren over het werk, in plaats van echt te werken. Het feit blijft, het is lastig om in het geheel los te komen van het werk. Aan de andere kant is niet elke thuiswerkplek, gelet op de woonsituatie, tevens een concentratieplek. Hoe vaak zie je niet een partner of kind tijdens een MS-teams meeting door het beeld lopen. Gewoon om een kopje thee/ koffie/fris te pakken of om de deur open te doen. Voor de werknemer is het tijdens het thuiswerken wel makkelijker om even tussen het werk door een privédingetje te doen. Tegelijkertijd zijn mensen die thuiswerken vaak makkelijker bereid langer te werken of om buiten werktijd nog even iets voor het werk te doen. Thuiswerken vervaagt zo de grenzen tussen werk en privé. Dit geeft een groter risico op een burn-out en dat is nadelig voor zowel de werknemer als voor de werkgever. De discussie zou dus niet moeten gaan over de balans werk en privé, maar over de grens tussen werk en privé. De huidige coronatijd geeft andere inzichten die we met elkaar nader moeten duiden.1

Wel verwacht ik dat iedereen die thuiswerkt ook weet dat onze werkgever moet zorgen voor goede en veilige arbeidsomstandigh den voor zijn werknemer. Dit geldt ook voor jouw thuiswerkplek. Dit wordt de ‘zorgplicht’ van de werkgever genoemd. Bij de GOV|MHB is voor alle werknemers geïnventariseerd wat er nodig was om de inrichting van de werkplek aan te passen om veilig en gezond te kunnen werken. Ik verwacht dat Defensie dit ook voor zijn werknemers heeft laten doen. Dat neemt natuurlijk niet weg dat bij problemen eenieder zijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen om proactief samen met zijn of haar leidinggevende naar een oplossing te zoeken. Hier is ook een belangrijke rol voor de medezeggenschapscommissie (MC) om dit gedeelte van arbobeleid en de uitvoering daarvan samen met het hoofd van diensteenheid (HDE) te bespreken.

Dan is het wel noodzakelijk dat er een functionerende MC bij de eenheid is. Juist de vulling van de MC is op dit moment een uitdaging. De MC kan er mede voor zorgen dat er een plezierige en veilige werkomgeving is waarin de medewerker gehoord wordt en inspraak heeft. Als lid van de medezeggenschap kun je hieraan bijdragen. Door te luisteren naar wat je collega’s écht nodig hebben om hun werk goed en met voldoening te kunnen doen. Tevens ben je in staat om mee te denken en te praten over de ontwikkelingen in je organisatie. Tot slot leer je ook verantwoordelijkheid te nemen – ook bij soms moeilijke veranderprocessen of bezuinigingen.

Onze leden kunnen zich niet alleen opgeven als MC lid, maar ook kunnen onze leden als deskundige een bijdrage leveren bij vragen die spelen bij een MC. Dit zonder lid te zijn van een MC. Gelukkig hebben wij leden die zich beschikbaar hebben gesteld voor beiden. Wat veelal niet duidelijk is hoe en waar men zich kan aanmelden voor het lid worden van een MC. Dit is eigenlijk heel eenvoudig als men de volgende link volgt naar de PRODEF website.2 Zijn er dan nog vragen dan neemt u gewoon met mij contact op.

Door de huidige problematiek bij de arbeidsvoorwaarden gesprekken liggen er ook veel uitdagingen bij de MC. Doordat de plannen niet altijd leiden tot een Definitief Reorganisatieplan (DRP) en de wereld om ons heen gewoon doorleeft, zijn er natuurlijk momenten dat de MC en het HDE de bedrijfsvoering van de eenheid niet meer kunnen garanderen. Voor de GOV|MHB is het dan noodzaak dit kenbaar te (laten) maken in de lijn en naar onze Centrale zelf. Wel blijft het belangrijk dat de MC rekening houdt met haar basisrechten Dat is zeker in deze tijd niet eenvoudig, immers het kan voorkomen dat HDE en MC het met elkaar eens zijn en er verder haast niets gebeurt.

Het Besluit Medezeggenschap Defensie (BMD) geeft het HDE taken (Hoofdstuk 5 Bevoegdheden). Het HDE moet informatie verschaffen die de MC nodig heeft. En het HDE moet zijn ideeën aan de MC voorleggen voordat er een definitief besluit kan komen (vroegtijdig betrekken). De basisrechten voor de MC zijn:

  • Recht op informatie;
  • Recht op initiatief;
  • Recht op advies op basis van het overeenstemmingsvereiste.

Onze staatssecretaris Barbara Visser is sinds 31 augustus 2021 minister van Infrastructuur en Waterstaat. Zij heeft met grote inzet en betrokkenheid haar functie bij Defensie gedaan. Zij heeft mij direct en indirect o.a. bijgestaan in het Cr6 en veiligheidsdossier. Ook heeft zij het belang van de medezeggenschap uitgedragen. Nogmaals, dank daarvoor!

Om de taak goed te kunnen vervullen, moet de MC weten wat er speelt, wat er gebeurt en wat er te gebeuren staat. Het HDE moet de MC voorzien van goede informatie. Het tijdig verstrekken van informatie is essentieel!

Het "initiatiefrecht" is het recht om schriftelijk voorstellen te doen voor alle onderwerpen die in de overlegvergadering aan de orde kunnen komen. Om het initiatiefrecht voldoende inhoud te geven is in het BMD bepaald dat die voorstellen betrekking moeten hebben op de onderwerpen die onder de zeggenschap van het HDE vallen. Het HDE beslist ook bij initiatiefvoorstellen niet eerder dan nadat daarover ten minste één maal overleg met de MC is gevoerd. Het is duidelijk dat niet vaak van dit initiatiefrecht gebruik wordt gemaakt. Dat kan komen omdat men goed geïnformeerd is, maar ook door de reactieve houding van de MC. Het HDE stelt de MC in de gelegenheid om binnen een redelijke termijn advies uit te brengen over een voorgenomen maatregel zoals in het artikel 29 van het BMD aangegeven (een opsomming van a tot en met f):

  1. de wijze waarop de arbeids- en dienstvoorwaarden bij de diensteenheid worden toegepast;
  2. de wijze waarop het algemeen personeelsbeleid bij de diensteenheid wordt uitgevoerd;
  3. aangelegenheden op het gebied van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid bij de diensteenheid;
  4. de aangelegenheden met betrekking tot het woon- en leefklimaat bij de diensteenheid;
  5. de organisatie en werkwijze binnen de diensteenheid;
  6. de technische en economische dienstuitvoering bij de diensteenheid.

De nieuwe Commandant Zeestrijdkrachten (C-ZSK) vice-admiraal René Tas. Zijn prioriteiten: ‘Onze missie, de mens en het thuisfront’. Hij bedankte bij de commando-overdracht op 9 september jl. zijn voorganger vice-admiraal Rob Kramer voor zijn geweldige inzet voor de Koninklijke Marine, vooral voor de afgelopen 4 jaar waarin hij met volledige overgave, vol passie en daadkracht de marine leidde. Daar is geen woord Chinees bij!

Onderwerpen die onder artikel 29 a en b vallen zijn onder meer de toepassing van regels en maatregelen op het gebied van de personeelsbeoordeling, het opleidingsbeleid, het aanstellings-, het ontslag-, en het bevorderings- en plaatsingsbeleid. Daarnaast nog de verlof en werktijdregeling en de introductie van personeel (sociaal beleid).

Artikel 29 c legt een relatie met de Arbeidsomstandighedenwet en 29 e onder meer met maatregelen inzake beëindiging, belangrijke inkrimping of uitbreiding of een andere wijziging van werkzaamheden van het onderdeel. Voorts wijziging van plaats waar het onderdeel zijn werkzaamheden uitoefent. Dus feitelijk reorganisaties. Voor punt f gaat het onder meer om de gevolgen van de aanschaf van apparatuur, materiaal, gereedschappen voor de dienstuitvoering bij het onderdeel.

Bij al deze maatregelen geldt dus het overeenstemmingsvereiste (instemmingsrecht)! Als er met het HDE geen overeenstemming wordt bereikt, staat de gang naar het College voor Geschillen open (geschillenprocedure). Hoewel er in het BMD van uit wordt gegaan dat de MC en het HDE met elkaar overleggen met de intentie overeenstemming te bereiken, kan het gebeuren dat zij het niet met elkaar eens worden. Het kan zijn dat een MC advies heeft uitgebracht over een voorgenomen maatregel, maar het HDE beslist afwijkend van het advies. Dan spreekt men van een geschil tussen de overlegpartners. Voor deze situatie kent het BMD een geschillenregeling (o.a. art 23, 27 t/ m31 en 33 t/m 35). In deze regeling wordt het geschil voorgelegd aan het College voor Geschillen Defensie dat advies uitbrengt aan de commandant/secretaris-generaal of directeur van het betreffende defensieonderdeel. Het College kan ook gevraagd worden te bemiddelen tussen de partijen. De leden van het College maken geen deel uit van het ministerie van Defensie en zijn niet werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de minister van Defensie. Indien er bij MC problemen/uitdagingen/ vragen zijn m.b.t. de bevoegdheden/het overlegproces, schroom dan niet met mij contact op te nemen! Ook om samen even te sparren, met of zonder de aanwezigheid van het HDE, neem contact op!