DEFENSIEBELEID EN KRIJGSMACHT

Defensieparagraaf bij het regeerakkoord 2021

GENM B.D. J.H. DE JONGE

Afbeelding: Rawpixel

In Nederland is het proces om na Tweede Kamerverkiezingen tot een nieuwe regering te komen geen eenvoudige zaak, zoals we recentelijk weer gemerkt hebben. Het gaat dan onder meer over het vinden van gezamenlijk gevoelde doelen die de beoogde coalitiegenoten willen nastreven in de nieuwe regeerperiode, hetgeen dan wordt vastgelegd in een regeerakkoord.

D&K heeft gemeend de toch al druk bezette informateur, de komende formateurs en de fractieleiders een helpende hand te moeten reiken. Daartoe is een panklare Defensieparagraaf voor het Regeerakkoord 2021- 2025 opgesteld. De voorzitters van NOV en KVMO hebben deze conceptafspraken verder aangescherpt en vastgesteld, naar de inzichten van begin april 2021.

Door het aanbieden van deze Defensieparagraaf aan de informateur en fractieleiders wordt hen veel werk uit handen genomen, wordt tijd bespaard en weten Defensie en de krijgsmacht, als deze Defensieparagraaf zou worden aangenomen, in ieder geval op welk consistent beleid men zou mogen rekenen. Het is voor de opstellers van het definitieve regeerakkoord nog slechts een kwestie van kopiëren en invoegen.

Defensie

De snel toenemende instabiliteit in de wereld waarin aard en omvang van dreigingen en crises in hoog tempo variëren, vergen een moderne, goed toegeruste en flexibele krijgsmacht. Binnenlandse en internationale veiligheidsproblemen grijpen steeds meer in elkaar. Rusland en China, maar ook Iran en Noord-Korea treden steeds assertiever op. Daarnaast is nog altijd sprake van de ‘ring van instabiliteit’ rondom Europa, waar steeds weer conflicten oplaaien die divers en vaak langdurig van aard zijn, dramatische humanitaire gevolgen hebben en aanleiding kunnen vormen voor onbeheersbare migratiestromen. Maar Nederland wordt zelf ook belaagd, zowel digitaal, als in zijn fysieke veiligheid. Bovendien hebben wij recent ervaren hoe belangrijk het is om nationaal over reserves te beschikken en daarmede een verzekeringspolis te hebben voor rampen.

Een veelzijdig inzetbare krijgsmacht, met voldoende gekwalificeerd, gewaardeerd en gemotiveerd personeel en goed materieel, die uitvoering kan geven aan zijn grondwettelijke taken is het uitgangspunt. Hierbij vormt de voorbereiding op de eerste hoofdtaak, de verdediging van de eigen en bondgenootschappelijke belangen het zwaartepunt, zonder dat de andere twee hoofdtaken aan belang verliezen. Een aanzienlijke extra financiële inspanning is hiervoor essentieel. De snel veranderende wereldorde vraagt van Nederland om in bondgenootschappelijk verband een relevante en proportionele bijdrage te leveren om op tijd klaar te staan wanneer de nationale en internationale veiligheidsdreigingen zich concreet in daden aandienen. Dit houdt in, naast het voorbereiden op een klassieke verdediging, ook het garanderen van vrije fysieke handelsstromen, beschikbaarheid van het informatiedomein (cyber) en gebruik van de ruimte (space). Een veelzijdige krijgsmacht, met name op het tactische niveau, wil niet zeggen dat de Nederlandse krijgsmacht alles moet kunnen. Vooral op het strategische niveau zullen andere bondgenoten of de NAVO deze middelen moeten invullen. Maar hetgeen wij de NAVO hebben toegezegd wil dit kabinet gestand doen. Nederland moet weer een betrouwbare bondgenoot worden; binnen de NAVO en de EU. Ook in de eigen regio moet Nederland met Europese bondgenoten samenwerken, opdat Europa op termijn beter in staat zal zijn te voorzien in de eigen veiligheidsbehoefte. Tenslotte dienen de capaciteiten om de civiele autoriteiten te ondersteunen op een hoger niveau te worden gebracht. Dit in vergaande samenwerking met onze partners op het gebied van veiligheid.

De drie pijlers van de veiligheidsaanpak (uit Nationale Veiligheid Strategie)

  • Het kabinet zal in zijn regeerperiode het defensiebudget laten groeien naar ten minste het gemiddelde percentage van het bbp van de Europese NAVO-landen. Het kabinet zal daartoe het budget structureel met € 4 miljard verhogen.
  • Nederland verhoogt tussen 2025 en 2030 het budget verder, zodat ons land uiterlijk in 2030 voldoet aan de in 2014 tussen de NAVO-landen gemaakte afspraak om 2% bbp aan Defensie te besteden. Dit percentage zal wettelijk worden verankerd.
  • Het kabinet zorgt ervoor dat Defensie uiterlijk medio 2022 beschikt over moderne arbeidsvoorwaarden en een vernieuwd loongebouw. Hiervoor maakt het kabinet structureel € 350 miljoen beschikbaar.
  • Het kabinet zet het herstel van de krijgsmacht met kracht voort. Daarvoor zal het kabinet de maatregelen, zoals verwoord in het Nationaal Plan 2018 en toegezegd aan de NAVO, voortvarend verder uitvoeren. Niet alleen vervanging van verouderd materieel, maar ook een vernieuwend herstel. De Nederlandse krijgsmacht moet blijven innoveren. De ontwikkeling van nieuwe capaciteiten voor hybride en multidomein-oorlogvoering moet worden versneld. De nieuwste technieken op het gebied van ICT, sensoren, data-analyse en Artificial Intelligence zullen bijdragen aan toenemend informatiegestuurd optreden (IGO). De krijgsmacht zal moeten beschikken over voldoende opties om snel en adequaat te kunnen reageren op de nieuwe vormen van oorlogvoering waarmee zij kan worden geconfronteerd. Dit houdt ook in dat het personeel hiervoor adequaat wordt opgeleid en getraind. Het kabinet zal de wettelijke kaders hiervoor creëren.
  • Tegelijkertijd zal de krijgsmacht moeten beschikken over capaciteiten en middelen die meer specifiek geschikt zijn om bij te dragen aan het voorkomen en oplossen van humanitaire rampen in de ‘ring rondom Europa‘. Gedurende de kabinetsperiode zal - in overleg met EU-partners - worden onderzocht wat de meest effektieve mix van middelen is om aan de drie hoofdtaken te voldoen.
  • Het kabinet zet het beleid voort om met gelijkgezinde landen verdere afspraken over concrete bi- en multinationale samenwerking te maken teneinde elkaar te versterken en de inzetbaarheid van de gezamenlijke krijgsmachten te vergroten door verregaande interoperabiliteit. Dit betreft onder meer gezamenlijk(e) aankopen van materieel, opzetten van gezamenlijke opleidingen en trainingen en het poolen van militair materieel.
  • Het kabinet geeft invulling aan de Defensie Industrie Strategie uit 2018, om te zorgen dat Nederland bij de aanschaf van materieel het beste product krijgt voor de beste prijs, met een zo groot mogelijke betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven. Daarvoor wordt de Nederlandse defensie-industrie versterkt, beschermd en internationaal gepositioneerd.
  • Het kabinet geeft concreet invulling aan het gestelde in de Nationale Veiligheid Strategie 2019 en komt tot een geïntegreerde aanpak van de nationale veiligheid. Alle diensten, maar ook civiele beveiligingsbedrijven, worden hierin betrokken. Bovendien zal, op basis van de lijst met mogelijke rampen en bedreigingen, een filosofie worden ontwikkeld welke en hoeveel reserves hiervoor moeten worden aangehouden. En welke technische en industriële capaciteiten hiervoor nationaal of binnen de EU veiliggesteld moeten worden.

Voor een uitleg over bovenstaande aspecten van de Defensie Industrie Strategie, bekijk onderstaande video.