De vakbondsjanus

De meeste (oud) marineofficieren en waarschijnlijk ook wel een aanzienlijk deel van de landmacht-, luchtmacht- en marechaussee-officieren weten waar de term “janus” op slaat. En voor wie dat niet weet, de onderverenigingen van het Korps Adelborsten op het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder, worden janussen genoemd. Je hebt (had) de fotojanus, schaakjanus, hockeyjanus etc.

Door: Rob Pulles

Daarnaast werden en worden alle formele, informele en ad hoc clubjes ook wel janus genoemd. De senaat is dan de senaatsjanus en als de adelborsten voor een nachtje studeren voor een tentamen bij snackbar Ambrosia gingen bestellen, dan had je al gauw de Ambrosia(ja)nus. De naam janus is afkomstig van de Romeinse god Ianus. Deze god had twee gezichten: zon en maan, openen en sluiten en begin en einde. In de symboliek van het KIM stonden de twee gezichten voor vorming en gezelligheid, de twee belangrijkste doelstellingen van de janussen. Maar waarom dan vakbondsjanus? In mijn ogen hebben de GOV, NOV, KVNRO en KVMO ook twee gezichten, te weten als vakbond, maar zeker ook als beroepsvereniging. Enerzijds is de collectieve en individuele belangenbehartiging een doelstelling, maar ook het bijdragen aan het in stand houden van, respectievelijk, een op haar taak berekende defensieorganisatie/ krijgsmacht/zeemacht.

De afgelopen weken en maanden werd die dubbelrol weer eens benadrukt. Een zeer groot deel van de leden van alle verenigingen wees het bod van defensie bij de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen af, maar ik kreeg ook veel reacties van leden die aangaven dat we acties moesten voorbereiden en uitvoeren, maar ook en vooral met defensie in gesprek moesten blijven over de grote uitdagingen die voor ons liggen. Dan hebben we het met name over het gevuld krijgen én houden van de krijgsmacht. Daarvoor zijn verreikende en langdurige afspraken nodig tussen de sociale partners. En om die te kunnen maken zal je in gesprek moeten blijven met elkaar. Maar dat verhoudt zich weer niet met het opschorten van het overleg tussen de centrales en defensie.

Een onoplosbare puzzel? Een duivels dilemma? Of misschien toch een spagaat? Wat mij betreft gelukkig niet zo dramatisch. Ik zou eerder zeggen: een verbinding. Je krijgt, of neemt, de mogelijkheid om vanuit verschillende posities mee te denken. Aan vakbondszijde kom je voornamelijk, zo niet alleen maar, op voor de belangen van je leden, werknemers van defensie. Het gaat om arbeidsvoorwaarden, (sociale) veiligheid, de controle of de werkgever zich wel aan afspraken en wet- en regelgeving houdt en veel andere zaken die zich voornamelijk in het hier en nu afspelen. Maar zeker niet alleen het hier en nu, zo zijn de pensioenen bijvoorbeeld ook een belangrijk punt van aandacht.

Aan de beroepsverenigingszijde ben je ook bezig met de belangen van je leden, maar vanuit een andere invalshoek. Onze leden zijn ook gebaat bij een goed werkende organisatie, die ook toekomstbestendig is. Dat kan bijvoorbeeld door het invoeren van bijdetijdse organisatiestructuren, beloningssystemen en moderne HR. En om te zorgen dat die ook passen bij de medewerkers en er niet alleen top-down goed uitzien, is het van groot belang erover mee te praten en daar waar mogelijk mee te beslissen. Onze leden zijn niet alleen medewerkers van defensie, ze zitten over het algemeen op leidinggevende posities. Soms met een behoorlijk aantal werkgeverskenmerken en ook daarvoor maken wij ons sterk. Maar het blijft een continue afweging van belangen. En we rekenen erop dat u, onze leden, ons scherp houden, om te zorgen dat de balans tussen de twee Janusgezichten, het vakbondsgezicht en het beroepsverenigingsgezicht, niet te veel naar een kant doorslaat.