VAN DE VOORZITTER
Bijzondere tijden vragen bijzondere besluiten
LKOL NIELS VAN WOENSEL
Het NOV-symposium Landoptreden: kerntaak warfighting van 12 mei was zeer geslaagd. Een grote opkomst, waardoor we helaas veel mensen moesten afzeggen, maar ook interessante gesprekken en discussies. Een verslag vindt u verderop in deze Carré. Zowel tijdens als na het symposium hebben we van diverse kanten complimenten ontvangen over de organisatie en het gevarieerde programma. Voor mij een bevestiging dat we op de goede weg zijn met de nieuwe opzet van de NOV. Meer samenwerken met de organisatie en gebruik maken van het steeds breder wordende netwerk. De samenwerking met de landmacht is heel positief verlopen en heeft laten zien wat er mogelijk is. Nogmaals dank voor iedereen die zich hiervoor heeft ingezet. De eerste gesprekken voor een volgend symposium met de luchtmacht zijn ook al gevoerd, dus ik heb er veel vertrouwen in dat we dit symposium een mooi vervolg zullen geven. Ook dan is het de bedoeling om een themanummer van Carré te maken en dit voor de verdere verdieping door een symposium te laten volgen.
Tijdens het symposium kwam veelvuldig naar voren dat er nog flinke stappen gezet moeten worden bij Defensie om warfighting weer mogelijk te maken. Er moet op veel vlakken nog gekeken worden wat daarvoor nodig is en hoe we dat mogelijk maken. Daarvoor zal de krijgsmacht zich nog verder moeten ontwikkelen. Ook bij andere gelegenheden zoals werkbezoeken komt steeds de behoefte naar voren om weer vooruit te gaan met Defensie. Voor een deel van die vooruitgang en ontwikkeling ligt de verantwoordelijkheid bij de sociale partners, Defensie en de bonden dus. Na het arbeidsvoorwaarden (AV-)akkoord van vorig jaar is het erg stil gebleven. Te stil wat mij betreft. Ik heb al vaker gezegd dat we de structuur van het georganiseerd overleg moeten veranderen om weer effectief te worden en daarbij hebben we de afgelopen maanden ook zeker wel stappen gezet. Maar het is nu weer tijd om naar de inhoud te gaan en weer resultaten te bereiken. Afspraken maken over nieuwe contractvormen, over toelagen voor inzet, over reservisten. Daarbij moeten we proberen om ons niet te druk te maken over de kleinste details en niet onderwerpen onnodig met elkaar te verbinden. Wel moeten we op hoofdlijnen afspraken maken en dan gewoon maar de durf hebben om het uit te proberen. En als het dan toch fout gaat of zich onvoorziene zaken voordoen, samen tot oplossingen komen. Lukt ons dit niet, dan zal het personeelstekort onverminderd groot blijven en zal ook een deel van het extra geld niet uitgegeven kunnen worden.
Een deel van de ontwikkeling zit in de diverse reorganisaties bij de defensieonderdelen. Bij alle defensieonderdelen zijn er veel reorganisaties, er kan weer gegroeid worden en soms moeten dingen gewoon anders worden gedaan. Ik maak mij oprecht zorgen over de snelheid waarmee dit nu gebeurt. Ja, de kennis en ervaring bij Defensie op het gebied van reorganiseren kan en moet beter. In het afgelopen AV-akkoord zijn ook afspraken gemaakt om dit te verbeteren. Maar zelfs als dat is gebeurd gaat het nog steeds niet snel genoeg. De vraag is ook of het op dit moment nodig is om alle reorganisatieplannen zo in detail te bespreken. Of de defensieonderdelen niet meer ruimte moeten krijgen om te reorganiseren. Wat mij betreft zou de rol van de medezeggenschap moeten blijven. Die gaat tenslotte over de bedrijfsvoering. Maar kunnen de bonden op het gebied van de rechtspositie niet beter generieke afspraken maken die voor alle reorganisaties gelden, zodat wij de individuele plannen niet meer hoeven te behandelen? Ik denk dat dit op dit moment de beste keus zou zijn. Het zijn bijzondere tijden waarin de krijgsmacht snel weer op orde dient te komen. Dit is in het belang van heel Nederland. Kunnen wij bijvoorbeeld niet afspreken dat voor een periode van twee jaar geen gedwongen ontslagen plaatsvinden en dat niemand gedwongen kan worden om vanwege een reorganisatie verder van huis te moeten gaan werken? En zou er dan toch iemand individueel onevenredig worden getroffen, stel dan een commissie in die hierover een bindende uitspraak kan doen. Daarmee borgen we het merendeel van de individuele belangen en zorgen we voor meer snelheid en duidelijkheid voor iedereen. Na die twee jaar kunnen we dan nieuwe afspraken maken voor de toekomst. Ik geloof oprecht dat dit beter is voor de organisatie én het personeel. Bijzondere tijden vragen bijzondere besluiten.
Kunnen de bonden geen generieke afspraken maken die voor alle reorganisaties gelden?