BOEKBESPREKING
The Human Face of War
RECENSENT: KAP R. DUBLING
Titel: The Human Face of War
Auteur: Jim Storr
Uitgeverij: Bloomsbury Publishing
ISBN: 9781441179371
256 pagina’s
Prijs: €43,12 (E-book) of (paperback) € 58,99)
Jim Storr diende 25 jaar lang als infanterieofficier in het Engelse leger. In de jaren tachtig diende hij vijf jaar in het British Army on the Rhine (BAOR). Zijn militaire loopbaan omvatte o.a. staf- en regimentsfuncties op de Falklands, in Noord-Ierland en op Cyprus. Ook werkte hij bij het Ministry of Defence (MoD) en bij het Defence Evaluation and Research Agency (DERA). In 2002 promoveerde hij op een thesis over de aard van het militaire denken. Hij is thans actief als onafhankelijk defensieconsultant en houdt zich onder meer bezig met onderzoek en postdoctoraal onderwijs. Zo was hij gedurende vier jaar hoogleraar oorlogsstudies aan de Noorse Krigsskolen en ook heeft hij lesgegeven aan de Britse Defensie Academie.
Het boek The Human Face of War is een verkenning van het militair denken en roept op om op een andere manier naar oorlog en oorlogvoering te kijken. Het begint met de constatering dat veel militair denken slecht ontwikkeld is, vaak onsamenhangend en doorspekt is met paradoxen. Wat volgens de auteur in Amerikaanse en Britse publicaties ontbreekt is een ondersteunende mentale benadering of filosofie over oorlogvoering. Hij betoogt dat militair denken gebaseerd moet zijn op een benadering die de aard van het gevecht weerspiegelt. Vechten is een menselijk fenomeen dat wordt gedomineerd door menselijk gedrag. In zijn boek geeft hij kritiek op een aantal militaire ideeën/termen van na de Koude Oorlog. Storr geeft aan dat deze niet voortkomen vanuit de juiste paradigma en methodiek om theorie voor oorlogvoering te ontwikkelen. Zijn kritiek wordt niet altijd even goed beargumenteerd, maar het geeft wel een andere kijk op deze militaire ideeën/termen die het overdenken waard zijn. De auteur probeert in zijn boek een beter theoretisch paradigma te bieden. Hij richt zich daarom in zijn boek op het menselijke aspect van oorlogvoering; gevaarlijk, vijandig en aangedreven door hersenen. In zijn boek verwerpt hij het idee dat oorlog kunst of wetenschap is en hij omarmt liever pragmatisme en beperkt empirisme (kennis opgedaan vanuit ervaring). Terecht wijst hij erop dat pragmatisme een duidelijk toepasbaarheid heeft in oorlogvoering. Een significant aspect van oorlogvoering is het proces van vallen en opstaan, zien wat wint en dit uitbuiten. Empirisme is geen kwestie van vallen en opstaan, maar is een logisch denkproces gebaseerd op gestructureerde waargenomen feiten. Wat werkt, suggereert de weg vooruit.
Storr gebruikt Clausewitz’ dialectiek van ‘doelen en middelen’ in samenhang met systeemtheorie om militaire eenheden te beschrijven. Hij betoogt dat de strijdkrachten als een systeem moeten worden bekeken, omdat er een systemisch effect is als gevolg van cohesie en collectieve prestaties die een groter geheel geven dan de som der delen. Hij beschouwt de organisatie van militaire eenheden van fundamenteel belang. Hij beargumenteert dat het primaire doel effectiviteit dient te zijn en een gebrek aan economisch gebruik hiervoor moet worden geaccepteerd. Over commandoposten bepleit hij kleine groepen met knappe koppen in plaats van de creatie van een collectief brein. Hij stelt dat minder personeel in een commandopost de effectiviteit verhoogt en de besluitvorming versnelt.
Storr maakt onderscheid tussen technologie en de menselijke factor. Hij erkent het nut van technologie, maar suggereert dat superieure technologie niet altijd de beslissende factor is. Het menselijk aspect zou de overhand moeten hebben boven technologie. In zijn werk komt het psychologisch aspect van de oorlogvoering prominent naar voren, iets dat in de meeste militaire literatuur ontbreekt. De doctrine zou niet alleen gericht moeten zijn op vechten, maar ook op het manipuleren van het (dreigen met) gebruik van geweld. Verassing en shock, beiden krachtige elementen om een gevecht te winnen, worden samen met onderdrukking toegelicht. Dit geeft nieuwe inzichten, al is het niet al omvattend. Succesvolle commandanten zijn volgens Storr intuïtieve denkers die het vermogen hebben te leren van ervaring. De neiging om te leren is van essentieel belang, omdat deze de sleutel vormt tot de ontwikkeling van de juiste vaardigheden.
Volgens Storr weerhoudt institutioneel conservatisme de strijdkrachten ervan om significant te verbeteren in tijden van vrede. De belangrijkste problemen beschouwt hij als menselijk, cultureel en institutioneel. Zo stelt hij onder andere dat een korte functieduur er voor zorgt dat personeel onvoldoende ervaring opbouwt, noodzakelijk om echt te innoveren.
Het boek is logisch opgebouwd en de lezer wordt uitgebreid meegenomen in de gedachtengang van de auteur. Dit maakt het boek iets minder vlot om te lezen, maar daarmee wordt wel de doelgroep van het boek bediend. Dit boek is dan ook geschikt voor iedereen die zich wil verdiepen in (fundamentele) militaire theorie.