Column duovoorzitters
Uitgangspunten onder een nieuw beloningsmodel
door Ruud Vermeulen
In de huidige cao-onderhandelingen wordt weer eens meer dan duidelijk dat ons beloningsmodel niet meer van deze tijd is. Het is een spaghetti en het blijft repareren , pleisters plakken en dingen doen die eigenlijk niet kunnen. Niet defensie maar de krijgsmacht heeft een probleem. 9000 vacatures en deze zijn structureel. En zoals wij in het Defensie Personeels Plan hebben aangegeven ligt het probleem voor een aanzienlijk deel bij de arbeidsvoorwaarden, dit gaat overigens veel verder dan alleen geld. Welke uitgangspunten zien wij:
Het overlegmodel. Al 25 jaar zijn wij bezig met de herziening van het beloningsmodel. En elke keer wordt het doorgeschoven, voor ons uitgeschoven en ook deze kabinetsperiode is het weer niet gelukt. Het gevolg is dat wij structurele tekorten hebben. Bonden en defensie, de top van defensie (staatssecretaris/HDP) en de bonden moeten dit zich aantrekken. Zij zijn verantwoordelijk voor de huidige tekorten in personeel. Zij zijn verantwoordelijk voor het niet hebben van een nieuw personeels- en beloningsmodel. Dus wij, de GOV ook. Ik, persoonlijk, schaam mij ook hiervoor. Dit had niet mogen gebeuren.
Een holistische, een samenhangende aan pak. Defensie zoekt naar een organisatie die meer flexibel is, de flexibele krijgsmacht. Dan heb je een ander personeelsmodel nodig. Als je dit model wilt invoeren dan zul je specifieke nadelen b.v. het aan je binden van reservisten, flexibel personeel dus, anders moeten belonen. De moraal is dat de diverse modellen, het organisatie- personeel- en beloningsmodel elkaar moeten versterken. Het geheel is veel meer dan de som van de samenstellende delen. De 9000 vacatures los je hiermee op, daar ben ik van overtuigd. De doctrinaire, fysieke, en mentale component van een beloningsmodel. Als je een nieuw model mag bouwen dan kun je gebruikmaken van een visie, een benaderingswijze. Wij, de GOV hebben gekozen voor “eerlijk, uitlegbaar en verklaarbaar”. Gelijk belonen daar waar je gelijk bent en verschillend waar je anders bent. Doctrinair zie je vertegenwoordigt in de functiewaardering, hier ligt nog een vuiltje. Met name de lagere rangen, soldaat, korporaal, lagere onderofficieren en lagere officieren worden onjuist gekwalificeerd. Een soldaat wordt op een lijn gezet met een schoffelaar van de plantsoenendienst, dat is niet eerlijk, uitlegbaar en verklaarbaar, dus onjuist. In de fysieke component gaat het om het geld. Ik denk dat bijna iedereen het gevoel kent dat na een loonsverhoging, na twee maanden, men zich hier niet meer van bewust is. Het is normaal geworden. Dan blijft de mentale component over. Heeft men het gevoel dat men eerlijk, uitlegbaar en verklaarbaar wordt betaald. Is dat in geld ook terug te zien. Klopt dat met die functiewaardering. Deze laatste factor is cruciaal. Het gaat niet om meer of minder geld. Het gaat erom dat men het gevoel heeft dat men eerlijk betaald wordt voor het werk wat men doet. En dat het werk intrinsiek wordt gewaardeerd. Daarmee los je mede het vacatureprobleem op. De verkeerde focus op proces en niet op inhoud. Wanneer de verhouding om goede redenen tussen bonden en defensie niet goed is dan vervalt men in procedures. Steeds meer procedures die uiteindelijk zo beklemmend zijn dat men geen voortgang meer kan maken. De krijgsmacht is hier de dupe van. U, onze leden zijn hier de dupe van. Al 20 jaar zijn wij bezig met het beloningsmodel, resultaat tot nu toe nihil. Overigens ligt de schuld expliciet aan beide kanten, zeker niet alleen bij de bonden zoals defensie doet voorkomen.
Een van de gevolgen van deze focus op procedures is openheid. In de procedures gaat alles over wanneer mag je wel en wanneer niet communiceren. Waar kennen wij dit van, dit is volgens de bestuurscultuur waar juist zo tegen te hoop wordt gelopen. Dit gaat over achterkamertjes. Dit gaat over de toeslagenaffaire. Sterke, slagvaardige organisaties durven de buitenwereld aan. Er gaan dingen goed en er gaan dingen fout, prima toch. En natuurlijk als je bezig bent met onderhandelen dan kan het even twee maanden stil zijn, maar echt niet langer. Bovendien moeten uiteindelijk de argumenten op tafel komen.
Na de uitgangspunten nog even de hoofdlijnen van een nieuw beloningsmodel zoals wij dat zien. Het basisloon wordt gevormd vanuit de functiewaardering. Dat legt een forse druk op de commissie die hiermee bezig is. Bovendien door het verschil in moment van bevordering (bij burgers ligt dit vroeger dan bij militairen, moet je het totaal te verdienen salaris van gelijkwaardige militairen versus burger vergelijken. Dan heb je een stevig fundament. De bijzondere positie van de militair. In de pakketvergelijking 1985 is deze al gedefinieerd. Maar maak hem ook zichtbaar als zodanig, openheid toch. Overigens noblesse oblige. Dat betekent wel dat aan de specifieke militaire eisen zoals inentingen, gebitten en de conditieproef moet worden voldaan. En ook geen stakingsrecht. Wanneer wij afwijken van de functiewaardering vanwege b.v. legervorming, dan moet er wel betaald worden cfm functiezwaarte. Een groot deel van de soldaten wordt op dit moment onder de functiezwaarte betaald, dat kan en mag niet.
Functies met een grote zuigkracht vanuit de civiele maatschappij, voorbeelden zijn verkeersleiders, vliegers, ICT personeel. Bepaal hier een break-even point. Wat is het punt van blijven en weggaan. En dat is anders voor een vlieger dan voor een AMV’er die je heel ander werk laat doen.
Geef commandanten de mogelijkheid om individueel en incidenteel te waarderen. Dus niet meer de mogelijkheid om de halve krijgsmacht een bindingspremie te geven. Dan is je beloningsmodel niet op orde. En als laatste de toelages. Er is een fundamenteel verschil tussen burgers en militairen en dat wordt zichtbaar via de bijzondere positie. Maar er zit ook een fundamenteel verschil tussen operationeel ingezette militairen en functioneel werkzame militairen op bijvoorbeeld Haagse staven. Dit moet tot uitdrukking komen in de oefen- en uitzendtoelages. Deze moeten burgerconform worden. Bij de TOD doen wij dit al, nu wordt het tijd om dit ook hier te doen. Maar ook hier wordt aansluiting gezocht met de maatschappij en het personeelsmodel. Hier wordt inverdiend voor zowel sabaticals, maar ook voor de duur van de UKW. Maar ook voor het eerder met goede uitkeringen defensie kunnen verlaten. De paarden die de haver verdienen moeten hem ook krijgen. Model zijn maar modellen. Een schematische weergave van de werkelijkheid. De mentale factor bepaalt uiteindelijk of het werkt of niet. Dat zijn de werknemers van defensie, onze leden. Die moet je niet confronteren met de uitkomsten, die moet inhoudelijk meenemen in dit proces. Durf eens open te zijn? Durf je mening bij te stellen? Ga de discussie aan. Leg keuzes onderweg voor, ook wij hebben de wijsheid niet in pacht. In mijn regio kennen ze nog de term, "hou jij ze dom, dan hou ik ze arm". Dit verwijt hoor ik meer en meer en dat doet pijn als voorzitter.