door: René Bliek

Het duurt maar en het duurt maar

Zo denken we niet alleen maar over de te verwachte langdurige kabinetsformatie, maar ook over het weer op orde krijgen van Defensie. VVD en D66 zijn gestart om de formatie nieuw leven in te blazen. Ze schrijven tot half augustus aan een soort concept-regeerakkoord. Wie zich in het basisplan kan vinden mag aanhaken. Dat horen we dan weer als het schrijven gereed is. Ook voor Defensie zijn het spannende tijden, want eenieder weet van onze problematiek op personeel, materieel, munitievoorraden, ICT en vastgoed. Wat zal men in het concept-regeerakkoord over Defensie schrijven? Echter bij het weer op orde krijgen van de kabinetsformatie denken we in maanden en bij Defensie in jaren. Een belangrijk verschil.

In mijn vorige bijdragen gaf ik aan dat voor het Breed Offensief Tegen georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit (BOTOC) zeker gesteld is dat als de toekenning van de financiën minder is dan verwacht er uiteindelijk minder inspanningen geleverd gaan worden. De inspanningen van Defensie en de capaciteit die gerealiseerd wordt zijn nu afgestemd op de toekomstige financiering. Hierin zitten eveneens de gebruikelijke regelsystematiek van Defensie, capaciteit voor staf en ondersteuning, en de reguliere middensom systematiek. Daarmee is Defensie in staat om de versterking daadwerkelijk te realiseren. De vraag of de financiën voldoende zijn om de politieke doelstellingen te realiseren is iets anders en die vraag ligt op de tafel van de Tweede Kamer. Gelet op de laatste, trieste, ontwikkelingen verwacht ik dat er financiën genoeg zullen zijn om in ieder geval geen tandeloze organisatie te bouwen. In het Financieel Dagblad las ik dat o.a. Nederland, volgens de Italiaanse rechter en openbaar aanklager Nicola Gratteri, de ontwrichtende invloed van de georganiseerde misdaad op de maatschappij onderschat. Hij adviseert zwaardere straffen, strengere regelgeving en meer politie. Het BOTOC doet niets aan de eerste twee aanbevelingen, maar uiteindelijk liggen die aanbevelingen weer ter besluit bij de politiek. In het laatste Informeel Overleg Reorganisaties Koninklijke Marechaussee (IOREO KMar) van 16 juni jl. werden o.a. de twee reorganisatieplannen besproken in het kader van dit Breed Offensief Tegen georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit (BOTOC). Mits de KMar kan instemmen met de door de centrales gevraagde aanpassingen op de plannen en het advies van de medezeggenschap niet zorgt voor showstoppers, kan het Voorlopig Reorganisatie Plan (VRP) snel een Definitief Reorganisatie Plan (DRP) worden.

Demissionair minister-president Mark Rutte is bij de Koninklijke Marechaussee geweest. Daar heeft hij de Landelijke Bijstand Organisatie (LBO) en het eskadron Hoog Risico Beveiliging (HRB) persoonlijk bedankt voor hun inzet tijdens de zogenoemde avondklokrellen. Goede zaak!

Een punt van zorg

Wat we in het reorganisatieland niet moeten vergeten is dat onze regelgeving niet up-to-date is of al enige tijd niet is toegepast, waardoor kennis in de organisatie niet meer ‘up to date’ is. Dit komen we regelmatig tegen in de diverse Begeleidingscommissies personele implementatie (BCO-PI). Als voorbeeld noem ik de Voorlopige Voorziening vaststellen boventalligheid burgerpersoneel bij reorganisaties. Het vaststellen van boventalligheid geschiedt overeenkomstig de systematiek zoals beschreven in de Beleidsregels ontslagtaak UWV. Om de juiste ontslagvolgorde te bepalen passen we het afspiegelingsbeginsel toe. Allereerst stelt Defensie het personeelsbestand vast. Er wordt een overzicht gemaakt met alle werknemers, maar ook externe medewerkers. Dit overzicht wordt ingedeeld naar categorieën uitwisselbare functies. Dit zijn functies die vergelijkbaar zijn wat betreft:

  • functie-inhoud;
  • vereiste kennis, vaardigheden en cometenties;
  • tijdelijke of structurele aard;
  • niveau en beloning.

Ik ga nu niet nader in op het gevaar van generieke functiebeschrijvingen, maar dit is een van de redenen waarom we bij de Bestuursstaf bezig zijn met het aanpassen van de functiebeschrijvingen van generiek naar specifiek.

Ook geeft Defensie per werknemer aan tot welke groep hij of zij hoort:

  • Groep 1: externe medewerkers: gedetacheerden, uitzendkrachten,m zzp'ers en ingeleende werknemers van een andere bedrijfsvestiging.
  • Groep 2: werknemers die de AOW-leeftijd hebben.
  • Groep 3: werknemers met een nul-urenoproepcontract
  • Groep 4: werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van wie het contract binnen 26 weken eindigt (na de dag van onze beslissing op uw aanvraag).
  • Groep 5: werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die langer loopt dan 27 weken (na de dag van onze beslissing op uw aanvraag).

Rangorderegeling en afspiegelingsbeginsel. Tussen de groepen werknemers bestaat een rangorde. Binnen een categorie uitwisselbare functies waarin arbeidsplaatsen vervallen, beëindigt Defensie eerst de arbeidsrelatie met de werknemers uit groep 1. Moeten er daarna meer werknemers ontslagen worden? Dan past Defensie het afspiegelingsbeginsel toe. Hiervoor moet Defensie de werknemers uit groepen 2 tot en met 5 van de betreffende categorie uitwisselbare functies indelen in leeftijdsgroepen. Die leeftijdsgroepen zijn:

  • 15 tot 25 jaar;
  • 25 tot 35 jaar;
  • 35 tot 45 jaar;
  • 45 tot 55 jaar;
  • 55 jaar en ouder.

Vervolgens berekent Defensie hoeveel werknemers er per leeftijdsgroep ontslagen moeten worden. De werknemers uit groep 2, 3, 4 en 5 tellen hierbij mee, zodat de leeftijdsopbouw voor en na ontslag zo veel mogelijk gelijk blijft.

De bemanning van Zr.Ms. Evertsen in actie tijdens een oefening. Ook Russische ‘intimidatiepraktijken’ in de Zwarte Zee, na deze oefening, maken de bemanning niet zenuwachtig. Wel bijzonder om mee te maken en dan weten we gelijk weer waarom we bestaansrecht hebben.

Er zijn meerdere Defensiemedewerkers met een tijdelijk contract, maar als zij alleen maar dit contract hebben vanwege hun proeftijd van 2 jaar dan zijn deze medewerkers een kwetsbare groep. Denk bijvoorbeeld maar aan de tijdelijke contracten van stewardessen en piloten in de civiele wereld die door COVID-19 niet verlengd werden: helaas! Ook moet je eerst de berekening doen zonder rekening te houden met ontslagbeschermers. Want hij/zij bepaalt zelf of hij/zij plaats wil maken voor een collega. In de praktijk is dit niet een echte uitdaging, maar in het verleden zijn er wel gevallen geweest waarbij de ontslagbeschermer een alternatief aangeboden kreeg dat meer dan een uur extra reistijd per dag meebracht. Niet echt gek dat dan iemand vast houdt aan haar of zijn baan.

Zo net voor de vakantie is het goed nog eens te reflecteren over werk. Werk is niet alleen maar geld verdienen, maar heeft ook te maken met thema’s zoals waardering en ethiek. Bovendien ontlenen wij naar mijn mening ook veel eigenwaarde en identiteit uit werk. Zinvol werken leidt tot gemotiveerde medewerkers die beter presteren omdat ze plezier hebben in hun werk. Maar het moet wel duidelijk zijn wat er van een medewerker wordt verwacht. Onder andere daarom mogen reorganisaties nooit te lang duren omdat de onzekerheid voor de medewerkers nadelige gevolgen kan hebben voor het plezier hebben in het werk. De GOV|MHB realiseert zich terdege dat de nog niet afgeronde reorganisaties kunnen leiden tot mogelijke spanningen bij de medewerkers.

Toch wens ik een ieder, voor zover van toepassing, een fijne verlofperiode.