Afbeelding: Pixabay

OPINIE - BINNENLAND

Spagaat

MARTIJN KITZEN

De afgelopen weken was ik te gast bij een aantal wargames en table top exercises van onder meer de mariniers en de landmacht. Stuk voor stuk uitstekende initiatieven waarin jonge leiders uitgedaagd werden om met vernieuwende oplossingen voor operationele vraagstukken te komen, maar waar ook werd stilgestaan bij het hedendaagse optreden. Dat geeft meteen aardig de spagaat weer waarin onze krijgsmacht zich bevindt.

Aan de ene kant willen we actuele dreigingen, zoals de heropleving van Rusland als geopolitieke speler, in toom houden op basis van concepten en organisatiestructuren die hun wortels hebben in de Koude Oorlog. In de kern berust dat op massaal, grootschalig optreden waarbij je door middel van manoeuvre een overwicht weet te creëren. Aan de andere kant wordt steeds duidelijker dat we tegen de grenzen van dit optreden aanlopen. Zowel statelijke als niet-statelijke tegenstanders lukt het in toenemende mate een effectief antwoord te formuleren op deze ‘klassieke’ manier van oorlogvoering - niet in de laatste plaats omdat wij daar simpelweg de mensen en middelen niet meer voor hebben. Als we ook in de toekomst effectief willen blijven, zijn zowel de fysieke als de conceptuele component van de krijgsmacht dringend aan vernieuwing toe.

Nu zijn wij niet de enigen die met dit probleem te maken hebben. Zo’n beetje alle westerse krijgsmachten hebben hier last van. De tijden van de als vanzelfsprekend geldende militaire superioriteit zijn voorbij en zelfs landen met een groot defensiebudget hebben de grootste moeite de oude, massale organisatiestructuur te handhaven. Dat brengt ze in de eerdergenoemde spagaat. Enerzijds wordt er namelijk verwacht dat militairen met behulp van de bestaande structuur en doctrines een geloofwaardige verdediging tegen actuele bedreigingen bieden. Anderzijds moet er daarnaast natuurlijk ook nog geïnnoveerd worden. Deze dynamiek is bijvoorbeeld ook goed zichtbaar bij de NAVO. Die vertrouwt in het kader van de collectieve verdediging nog steeds volop op afschrikking met behulp van grote conventionele eenheden, maar erkent ook de noodzaak om te vernieuwen. Terwijl het de lidstaten moeite kost om genoeg troepen op de been te brengen voor die eerste taak, wordt er ook druk nagedacht over een nieuw Warfighting Capstone Concept en het belang van Multi- of Cross-Domain optreden voor de conflicten die zich rond 2040 zullen voordoen.

Nu zult u zich misschien afvragen of deze spagaat niet van alle tijden is. Militairen moeten immers naast lopende operaties voortdurend blijven innoveren om de tegenstander voor te blijven. Met een gezonde dosis can do mentaliteit moet dat toch wel goed komen? Dat is inderdaad wat ik op dit moment ook in de praktijk zie gebeuren. Alleen zorgen de politiek-maatschappelijke en technologische ontwikkelingen ervoor dat de houdbaarheidsdatum van ons huidige optreden in rap tempo in zicht komt. Met de schaarse middelen die we hebben kunnen we niet langer geloofwaardig opereren conform klassieke concepten. De landmacht piept en kraakt om een bescheiden bijdrage te kunnen leveren aan de enhanced Forward Presence van de NAVO, de marine heeft de grootste moeite om alle schepen en eenheden bemand te krijgen en de luchtmacht kampt met een zeer beperkte inzetbaarheid. Voor mij is het duidelijk dat we in Nederland het omslagpunt bereikt hebben en dat we uit de spagaat moeten zien te komen om ons te richten op vernieuwing. Daarvoor worden natuurlijk al mooie stappen gezet, maar het is tijd dat we dit tot ons zwaartepunt maken. Wat mij betreft leggen we daarbij de nadruk op het vermogen om overwicht te verkrijgen. Waar we niet meer beschikken over grote aantallen tanks, vliegtuigen, schepen en - vooral - soldaten, moeten we op zoek naar innovatieve manieren om tijdelijk en plaatselijk massa te creëren. Nieuwe technologie maakt het mogelijk om met relatief kleine en joint-opererende eenheden in meerdere domeinen tegelijkertijd effecten te bereiken. Met andere woorden, om succesvol met onze kleine krijgsmacht te kunnen blijven manoeuvreren is het nodig dat we anders over massa gaan denken. Hoe sneller we die slag maken, hoe beter we in staat zullen zijn huidige en toekomstige dreigingen het hoofd te bieden.

Militairen moeten blijven innoveren om de tegenstander voor te blijven


Martijn Kitzen is Hoogleraar aan de Nederlandse Defensie Academie en voormalig officier