OPINIE - BUITENLAND
Wapenbeheersing toen, nu en straks (2)
LKOL B.D. HARRY VAN DER HORST
Carter en Brezhnev tekenen het SALT II - akkoord (Wenen, 1979)
Wapenbeheersing in de toekomst?
De grote vraag is natuurlijk hoe Wapenbeheersing (WB) in de toekomst eruit zal zien, waarbij het een onlosmakelijk onderdeel zal zijn van de grote, algemene geopolitieke vredesvraagstukken. Het voorspellen van dit soort grote ontwikkelingen is in het verleden al ondoenlijk gebleken en zal nu zeker niet eenvoudiger zijn[9]. Dus er is niet veel meer mogelijk dan het extrapoleren van bekende gegevens. En laten we dan uitgaan van zo objectief mogelijke informatie. Dit is iets anders dan wat de westerse media er gewoonlijk van maken, waarbij er meestal sprake is van onvolledige informatie, die dan ook dikwijls nog niet echt juist is.
Van belang is te onderkennen dat de loop van de wereldhistorie wordt bepaald door grotere dingen dan personen. Hoewel ‘personen’ natuurlijk soms historische beslissingen kunnen nemen. Maar we moeten af van de beproefde Angelsaksische traditie van het (over)simplificeren van de wereld om ons heen. Dat leidt onvermijdelijk tot contraproductieve brandmerking van andersdenkenden, gevolgd door dito verkettering. Laat ik een poging wagen met het op een rijtje trachten te zetten van enkele ‘waarheden als koeien’ (aangeduid als ‘Gegeven’).
De auteur was van 1990 tot 1997 namens Nederland medeverantwoordelijk voor de implementatie van de wapenbeheersingsakkoorden INF, CSE, Weens Document, Open Skies en Chemische Wapens. Van 1998 tot 2003 was hij werkzaam als militair attaché bij de Nederlandse ambassade te Moskou. In het eerste deel van dit tweeluik ging hij in op de wapenbeheersing in de afgelopen decennia. In dit tweede deel gaat hij verder in op aspecten van de wapenbeheersingsproblematiek in de toekomst.
Verenigde Staten
De VS hebben hun hoofdaandacht op economisch en veiligheidsgebied al geruime tijd geleden verlegd van Europa naar Azië. Dat gaat zonder twijfel niet wijzigen in de toekomst. Voorts wensen de VS niet zonder meer garant te staan voor de veiligheid van Europa, zeker niet bij het uitblijven van adequate (financiële) inspanning van de Europese lidstaten. Ook dit zal niet snel veranderen. Een belangrijke en voortdurende stroming in de Amerikaanse buitenlandse politiek is sinds president Monroe (19e eeuw) het isolationisme, in ieder geval t.o.v. Europa. Ook dat zal niet gauw veranderen. Het participeren in twee wereldoorlogen is nolens volens gebeurd, ondanks het ultieme offer dat talloze jonge Amerikaanse soldaten (en andere geallieerde militairen) hebben gebracht. De vraag voor de Europese NAVO-landen is hoe betrouwbaar de Amerikaanse veiligheidsgarantie nog is. Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden heeft in ieder geval met overweldigende meerderheid (357-22) een resolutie aangenomen die een wet moet ondersteunen die zich keert tegen het terugtrekken van de VS uit de NAVO.
De VS zijn niet alleen bezig hun aparte status te verliezen als economische en militaire grootmacht, maar worden ook niet meer gezien als de houder van de morele standaard, met een democratie zoals je die graag in eigen land zou willen hebben. Het land scheurt in tweeën en de veelgeroemde checks and balances zullen drastisch gereactiveerd moeten worden.
Gegeven 1: De VS zijn nooit gestopt met het vernieuwen van hun militaire materieel, waardoor een beroep op WB noodzakelijk kan zijn.
Russische Federatie
De RF maakt (vergeefs) aanspraken op respect en erkenning als wereldmacht. Zij maakt nog steeds bezwaar tegen de aanwezigheid van NAVO-troepen in voormalige sovjet republieken en landen van het Warschau Pact (WP). Zij heeft in eigen land (Verre Oosten) en aan haar grenzen (Oekraïne, Belarus, Kirgizië, Armenië, Azerbeidzjan) te maken met (sociale) onrust.
In de RF leven al meer dan duizend jaar twee gedachten in één borst: samenwerken met de rest van Europa, versus het zich ertegen afzetten. Een beroemde propagandist van de samenwerkingsgedachte was tsaar Peter de Grote. Het communistische regime was een evident voorbeeld van het tegengestelde. In West-Europa is Rusland (SU en RF) altijd beschouwd als een achterlijk stuk van de wereld. Toch zullen we ermee moeten leren leven. Zoals de voormalige Nederlandse ambassadeur in Moskou, mw. Renée Jones-Bos, het eind 2018 in een tv-interview formuleerde: ‘Nederland en Rusland maken deel uit van hetzelfde continent. Rusland gaat niet weg en wij ook niet. Dus kunnen we maar beter leren omgaan met elkaar’. Laten we accepteren dat er culturele verschillen zijn en zullen blijven. (Als een Rus ‘hockey’ zegt, bedoelt hij wat wij ‘ijshockey’ noemen. Wat wij ‘hockey’ noemen, heet in het Russisch ‘grashockey’. Het is maar een eenvoudig voorbeeld van de verschillende culturen.) De RF wil respect als grootmacht en erkenning van haar soevereiniteit. Het Westen zal daarmee rekening moeten houden. De opmerking van president Obama in maart 2014 dat de RF een regionale grootmacht is, was, los van de vraag of de opmerking terecht was, niet handig. Politiek en macht draaien grotendeels om perceptie.
Zo is er ook het Russische verwijt dat er in het interstatelijke verkeer met twee maten wordt gemeten. De westerse beschuldiging aan Rusland dat het interfereert in binnenlandse aangelegenheden van andere, soevereine staten (bijv. Oekraïne) is hypocriet en komt zeker niet erg geloofwaardig over als hij ook nog eens door de VS wordt geuit[10].
Gegeven 2: De RF is al lange tijd bezig haar militaire materieel te vernieuwen. Een succesvolle inhaalslag. Daardoor kan een beroep op WB noodzakelijk zijn.
Presidenten Obama en Medvedev tekenden in 2010 te Praag een verdrag om de kernwapenarsenalen te beperken
China
Gegeven 3: China rukt stilletjes op, economisch en militair gezien, met de ‘Nieuwe Zijderoute’ (One Belt, One Road Initiative). Het land tracht zich als nieuwe wereldmacht te positioneren. India doet iets vergelijkbaars. De opmars van beide landen zal vooral ten koste gaan van de positie van de VS.
Europa
Europa lijkt in alle opzichten op een kruiwagen vol met kikkers. Op economisch en veiligheidsgebied zijn er controverses tussen Noord en Zuid, Oost en West. Unanimiteit bij besluitvorming is in de praktijk dikwijls onhaalbaar. Na de brexit zal er naar nieuwe samenwerking met het Verenigd Koninkrijk (VK) moeten worden gezocht, in ieder geval op economisch en veiligheidsgebied. In strategisch opzicht is een Europa zonder VK ondenkbaar.
De maatschappelijke tweedeling die zichtbaar is in de VS, is een proces dat ook mutatis mutandis waarneembaar is in Europese landen, w.o. Nederland. De rijken worden rijker, de armen armer. Grote massa’s mensen trekken over de wereld, er zijn allerlei vormen van terrorisme, klimaatvraagstukken, de rol van de wetenschap zoals wij die altijd hebben gekend is niet meer zeker, de geloofwaardigheid van ‘de politiek’ is ernstig gesleten de laatste dertig jaar, we vallen elkaar lastig met complottheorieën die worden verspreid via sociale media en zo kan ik nog wel even doorgaan. Een probleem daarbij is dat ‘de dialoog’, waarvan ‘luisteren’ een onderdeel is, nauwelijks meer wordt gevoerd. En bij de eerste de beste pandemie die over onze grenzen trekt staat onze beschaving al onder druk.
Indien Europa als economische factor wil blijven meetellen, zal dat alleen kunnen door de rijen te sluiten. Zo simpel is het. Het is daarbij natuurlijk zeer de vraag of unanieme besluitvorming daarbij nog een voorwaarde kan zijn. Wapenbeheersing is nauw verbonden met veiligheid. En op veiligheidsgebied is hetzelfde van toepassing: Europa zal zijn eigen veiligheidsbroek moeten ophouden. Terecht is daarop al door diverse Amerikaanse presidenten gewezen. Veel te lang heeft Europa zich gedragen als free rider als het om de eigen veiligheid ging. Er zullen dus meer fondsen ter beschikking moeten komen. Maar niet alleen geld voor ‘spulletjes’, maar vooral om te investeren in ‘voldoende aantallen op hun taak voorbereide en gemotiveerde militairen’. En ook zal de focus meer moeten komen te liggen op de bereidheid voor de Europese belangen op te komen. Alle reeds geuite goedbedoelde bespiegelingen zullen moeten worden omgezet in daden. Er bestaan uitgewerkte, serieuze en levensvatbare ideeën over Europese veiligheidsorganisaties, alleen ontbreekt nog steeds voldoende gezamenlijke politieke wil om e.e.a. te concretiseren. Enige dwang om op korte termijn tot resultaten te komen is onmisbaar en zal van Frankrijk en Duitsland moeten komen. Frankrijk heeft daartoe al enkele initiatieven genomen. In 2018 met het European Intervention Initiative (EI2), waaraan veertien West-Europese landen deelnemen, inclusief het VK, Noorwegen, Zweden en Finland. De noodzaak tot Europese samenwerking heeft president Macron ultimo 2020 nogmaals benadrukt in een ‘Tien punten’-voordracht in Parijs op het Forum voor de Vrede. Daarin beklemtoonde hij overigens wel de unanimiteit als voorwaarde. Dermate belangrijke afspraken kunnen alleen in eensgezindheid worden uitgevoerd.
Een belangrijke factor bij de ontwikkelingen binnen Europa zal worden gespeeld door de Centraal-Europese staten. Met name de landen die behoren tot de Visegrádgroep: Polen, Hongarije en Tsjecho-Slowakije (sinds 1 januari 1993 Tsjechië en Slowakije). Dit was aanvankelijk een economisch verbond van de desbetreffende landen, dat tot doel had een samenwerking op te zetten om het proces van Europese integratie te bevorderen. Bij de voorbereiding van de WB-overeenkomsten in het begin van de jaren negentig liepen deze landen dan ook voorop, evenals de Baltische staten. Nog voor de val van de Muur vertrokken Oost-Duitsers via Hongarije naar het Westen en Polen was het eerste land waarmee Nederland in 1990 actieve en passieve (internationale) CSE-proefinspecties uitvoerde. De behoefte om afstand te nemen tot het WP-verleden en zich van de beste Europese kant te tonen was in die landen groot. Zij traden ook als eerste groep toe tot de NAVO (1999) en de EU (2004)[11].
In de loop der jaren is deze groep zich echter onafhankelijker gaan opstellen, zowel binnen NAVO als de EU. Ik heb zelf in 2005 in de staf van ISAF (Afghanistan) de strijd van met name Hongarije (maar ook Litouwen) meegemaakt om erkenning ten koste van alles van nationale, eigen belangen. Bijvoorbeeld als het ging om prioriteiten stellen bij de verdeling van beperkt beschikbare faciliteiten en middelen. Elk begrip voor een gelijkwaardige deelneming aan een multinationale organisatie ontbrak. Een reden voor Europese zorg.
Gegeven 4: De Europese landen hebben te maken met grote onzekerheid, dreigingen op economisch en veiligheidsgebied, gebrek aan sturing en militaire middelen. Gegeven 5: Er dreigt een tweede golf kernwapenstaten aan te komen: Iran, Saoedi-Arabië en Turkije. Deze groep heeft zich tot nu nergens toe verplicht. Gegeven 6: Zoals de laatste jaren is gebleken gaat de grootste dreiging uit van vormen van hybride oorlogvoering en terrorisme door staten en non-state actors. Op internet circuleren handleidingen voor de productie van alle soorten massavernietigingswapens. Door de digitale informatiestrijd gaat beeldvorming de objectieve feiten verdringen.
Het hoofdkwartier van de OPCW in Den Haag
Conclusies
De gang van zaken in de geopolitiek zal worden bepaald door ‘grootmachten’ en dat zijn niet meer dezelfde als 75 jaar geleden. De relatie van Europa met de VS is van een andere orde dan die we lang gewend waren. Op het gebied van veiligheid is er weinig hoopgevends. Europa is nog steeds een potentieel slagveld en heeft nog een lange weg te gaan naar een eigen veiligheidspolitiek. Het zal krachtig moeten blijven investeren in WB-diplomatie. Voor WB is internationaal evenwicht en zelfbeheersing nodig en dat lijkt onder de huidige omstandigheden ver te zoeken. De klassieke vormen van de oorlogvoering zullen niet meer de doorslag geven. Van de ‘klassieke’ WB-overeenkomsten zijn alleen New START, het Verdrag Chemische Wapens en het VN Kernstopverdrag overgegaan naar het jaar 2021.
De klassieke definitie van WB, die zich vooral richtte op beheersen van massavernietigingswapens en conventionele wapensystemen, voldoet niet meer. Wapenbeheersing zal opnieuw moeten worden uitgevonden.
Dit artikel is hoofdzakelijk gebaseerd op eigen ervaringen en onderzoek, zonder wetenschappelijke pretenties. Alles is verifieerbaar in de bronnen, op het internet, of via mijzelf: hmvdhorst@kpnmail.nl. +++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Eindnoten 9. Kijk bijv. naar het onvermogen van alle Kremlinwatchers om in de tachtiger jaren het uiteenvallen van het WP en de SU te voorzien. Het verhaal gaat dat er ooit, in de jaren vijftig in de VS een hoogleraar is geweest die een scenario heeft uitgewerkt dat aardig overeen kwam met de daadwerkelijke gang van zaken. Al de andere pundits kwamen niet verder dan reconstructies achteraf. 10. Zie het verslag van de rechtstreekse inmenging in Oekraïense binnenlandse aangelegenheden in 2014 door Victoria Nuland (Onderminister voor Europa en Eurazië van het U.S. State Department), totaal ter waarde van vijf miljard dollar (haar eigen woorden) is nog terug te vinden op het internet. Zo zijn ook haar instructies aan de Amerikaanse ambassadeur in Kiev afgeluisterd door de Russische geheime dienst en op het internet beland (haar fameuze citaat: ‘Fuck the EU’). Tot grote woede van de Amerikanen. De woede gold overigens het feit dat het telefoongesprek was afgeluisterd; er was geen reactie op de inhoud van het gesprek. 11. Het lidmaatschap van de EU kon voordat de Visegrádlanden zich aansloten, formeel niet worden beëindigd en is als mogelijkheid uitdrukkelijk geëist door deze groep. Waarschijnlijk uit een soort ‘bindingsangst’ na de ervaringen met het WP en de COMECON. Het is op zijn minst ironisch te noemen dat het VK van deze spijtoptantenoptie gebruik heeft gemaakt.