Juridische zaken

door: Bert Blonk

Terugvordering buitenlandtoelage

Een militair verbleef een periode in een gebied buiten Nederland als instructeur bij een militaire opleiding. Hij kreeg hiervoor een toelage buitenland, maar deze werd enige tijd later teruggevorderd.

De militair, lid van GOV|MHB, meldde zich bij ons voor ondersteuning en ik heb vervolgens, namens hem, bezwaar gemaakt tegen de terugvordering. Overigens, zoals bij deze casus te verwachten viel, waren er meerdere militairen door de terugvordering getroffen. In het bezwaarschift had ik twee argumenten uitgewerkt. Het eerste betrof de stellingname dat de militair gewoon voldeed aan de criteria voor toekenning; Defensie had niet het tegenovergestelde onderbouwd. Het tweede argument betrof het beroep van de militair op het vertrouwens- /rechtszekerheidsbeginsel. De militair had de buitenlandtoelage immers op de reguliere wijze, dat wil zeggen via de loonstrook, ontvangen en er was voor hem geen aanwijzing dat deze uitbetaling onjuist was. Daarom mocht hij uitgaan van de rechtmatigheid daarvan.

Bij een beroep op het rechtszekerheidsbeginsel bestaat het gevaar dat het bevoegde gezag stelt dat sprake was van een fout. Uit de rechtspraak kan worden afgeleid dat een bevoegd gezag, binnen de grenzen van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, een fout (i.c. het toekennen van de buitenlandtoelage) mag herstellen. Wij stelden daar tegenover dat hier geen sprake was van een eventueel te herstellen fout.

Om in aanmerking te komen voor een buitenlandtoelage, moet sprake zijn van vestigjng in het buitenland anders dan uitsluitend in verband met een militaire oefening. De militair mocht ervan uitgaan dat zijn situatie als zodanig was beoordeeld en dat deze beoordeling binnen de beoordelingsvrijheid van het bevoegde gezag was gedaan. Deze beoordeling mocht dus voor juist doorgaan.

Omdat er geen sprake was van een foute beoordeling, was het geen correctie van een fout toen het bevoegde gezag later met een andere beoordeling kwam, op grond waarvan geen recht op de buitenlandtoelage bestond. Hier geldt het adagium: eens gegeven blijft gegeven. Nog vóór de (digitale) hoorzitting kwam er goed nieuws. Het bevoegde gezag was tijdens het schrijven van het verweerschrift tot de conclusie gekomen dat de terugvordering moest worden teruggedraaid.

Cartoon