PRIKKEN EN PRIKKELS

Nederland kan nog steeds bouwen op Defensie

Gebouw op Kamp Nieuw-Milligen (foto: NIMH)

In het vorige nummer van Carré verscheen in de rubriek Prikken en prikkels het artikel ‘Nederland kan op Defensie bouwen!’. Anders dan deze titel deed vermoeden ging het hier niet over de verrichtingen van Bouwend Nederland, ook niet over de problemen waar het Defensie Vastgoed Bedrijf mee kampt en al evenmin over de bouw van een nieuwe marinierskazerne, al zou het interessant zijn - zo merkten we op - om te weten of daar al schot in zit.

Ietwat onverwacht lijkt de redactie van Carré echter op haar wensen bediend te gaan worden. Mw. Visser, nu nog de demissionaire staatssecretaris van Defensie, ontvouwde namelijk op 20 januari jl. de plannen voor de bouw van een nieuwe kazerne voor het Korps Mariniers. Nadat een tijd terug al bekend werd dat Vlissingen als locatie was afgevallen en besloten was om de nieuwe marinierskazerne in Nieuw-Milligen te bouwen, kwamen er nu wat meer details in de openbaarheid. De bestaande, verouderde gebouwen op het kamp Nieuw-Milligen zullen worden gesloopt en daar zal een modern, functioneel en duurzaam complex verrijzen. Duurzaam, want de mogelijkheden voor zonnepanelen en warmtekoudeopslag worden onderzocht. Zelfs het opwekken van meer energie dan de mariniers zelf nodig hebben wordt overwogen. Al dit slopen en onderzoeken, het gunnen van de uitvoering van de bouw en alle verdere voorbereidende werkzaamheden schijnt nogal een tijdrovende klus te gaan worden, want de staatssecretaris verwacht pas in 2024 met de bouw te kunnen beginnen. Het is dus nog even afwachten voor we weten wie de eerste steen gaat leggen. Met een beetje geluk zit het kabinet dat na de verkiezingen gaat aantreden dan nog in het zadel dus, wie weet, maakt mw. Visser zelf nog kans op deze eervolle klus. Maar daarna gaat de bouw nog eens vier jaar duren. De jonge mariniers die tegen die tijd de hypermoderne legeringsgebouwen en leslokalen in gebruik gaan nemen, zitten nu nog in de brugklas of wellicht zelfs nog op de basisschool. In China schijnt men een wolkenkrabber van zestig verdiepingen in een week of drie te kunnen optrekken; maar ja, daar is wat minder consideratie met stikstof, fijnstof, de biodiversiteit, bestemmingsplannen en omwonenden. Ook het begrip ‘draagvlak’ heeft in China nog niet dezelfde betekenis als er bij ons aan wordt toegekend.

Een prijskaartje kon de staatssecretaris nog niet aan het project hangen, maar er werd wel een gepland bedrag van tweehonderdvijftig miljoen tot een miljard euro aangegeven. Een forse bandbreedte, maar dat schijnt bij dit soort DMP-projecten gebruikelijk te zijn en pas bij de aanbesteding kunnen wat meer concrete bedragen worden genoemd. Het gaat hoe dan ook om een enorme investering. Maar dan heb je, of liever gezegd, krijg je ook wel wat: kantoorplekken, legeringskamers, leslokalen, sportfaciliteiten, eetzalen, ontspanningsruimten, een geneeskundig centrum, parkeergelegenheden, kortom alles wat de marinier anno 2028 voor een marinierswaardig bestaan nodig zou kunnen hebben. Niet alleen het personeel uit Doorn, maar ook de collega’s uit Rotterdam en Den Helder trekken dan naar de Veluwe en de kazerne zou daarom plaats moeten gaan bieden aan 2130 zeesoldaten. Als de bandbreedte van 750 miljoen niet gebruikt zou worden, komt onze rekenhulp nog steeds op € 117.370,80 per marinier en, als de gehele bandbreedte tot een miljard euro zou worden benut, mogelijk oplopend tot € 469.483,36 per marinier. Uiteraard gunnen wij onze mariniers het beste, maar dat moeten dan toch wel vorstelijke legeringskamers worden en sportfaciliteiten op Olympisch niveau.

Zou er overigens bij het ambtelijk interdepartementaal voorwerk om tot de keuze voor Nieuw-Milligen te komen al voorgesorteerd zijn op de toekomstige oefengebieden voor de mariniers? Als het met de opwarming van de aarde en de daarmee gepaard gaande stijging van de zeespiegel in de tweede helft van deze eeuw volledig fout zou gaan, dan zou Nieuw-Milligen immers wel eens aan zee kunnen komen te liggen. De te bouwen faciliteiten zouden daarop door middel van terpen kunnen worden aangepast, waardoor de nog steeds bij de marine in zwang zijnde uitdrukking ‘sloep naar de wal’ weer iets van haar oorspronkelijke betekenis terugkrijgt. Het korps hoeft dan ook niet meer naar Texel te verkassen om het uitvoeren van een landingsoperatie op verre stranden te beoefenen. Als compensatie voor onvoorziene kortingen op de begroting voor de infrastructuur van Defensie kan gekeken worden naar de eerder beloofde compensatie voor de Zeeuwen. De bouw van een gevangenis, een rechtbank en een snelle treinverbinding met de Randstad zal in een ondergelopen Zeeland, ondanks alle geluctor et emergo, geen hoge prioriteit meer hebben.

Het eerder genoemde vorige artikel sloot af met de constatering dat het hoog tijd wordt dat Nederland gaat doorpakken met investeren, zodat de Nederlandse bevolking weer kan bouwen op Defensie. Nou, dat staat dus te gebeuren, al gaat het nog wel even duren. Hopelijk is dan ook bedacht hoe er zinvol kan worden geïnvesteerd in personeel. Zonder enige wetenschappelijke onderbouwing durven wij hier wel te stellen dat een gemiddelde marinier, net als de collega van andere krijgsmachtdelen, liever iets meer op het loonstrookje ziet dan een tonnetje of wat meer per persoon geïnvesteerd in de bouw van een nieuwe kazerne. Redactie