Aan de onderhandelingstafel…

Druk zetten en strijden of accepteren en meebewegen?

door Thijs van Leeuwen

Een klassiek dilemma bij gedegen onderhandelingen: hoe zorg je dat alle deelnemers als winnaar van tafel kunnen lopen? En als dit niet mogelijk lijkt, wat doe je dan? Inmiddels liggen de onderhandelingen tussen defensie en de bonden alweer een ruime twee maanden stil. En om eerlijk te zijn: er is weinig beweging te zien. Op arbeidsvoorwaardelijk vlak althans. Niet alleen bij defensie, maar ook bij de politie, de gemeenten en het rijk. Het (inmiddels demissionaire) kabinet is niet bereid meer middelen beschikbaar te stellen voor de arbeidsvoorwaarden van cruciale sectoren, zoveel is wel duidelijk.

Een dergelijke situatie brengt werknemersvertegenwoordigers altijd op het punt dat ze naar mogelijkheden zoeken om hun onderhandelingspositie en die van hun leden te versterken. Bonden in het algemeen, maar zeker bonden bij defensie. In tegenstelling tot vele andere beroepsgroepen zijn defensiemedewerkers, burgers en militairen, bij uitstek beknopt in hun mogelijkheden. Zo mogen zij niet staken en is ook de ruimte tot actievoeren ernstig beperkt. Dus hoe zorgen wij als vertegenwoordigers van het defensiepersoneel dan dat we aan tafel serieus genomen worden en genereren we genoeg druk bij de werkgever? Genoeg druk zodat deze met een groter budget aan tafel komt en we een oplossing kunnen bereiken die allen het gevoel geeft iets gewonnen te hebben?

Een belangrijke vraag voor ons als officierenvereniging is niet alleen hoe we onze positie versterken, maar ook om vast te stellen wat onze achterban nu eigenlijk wil. Wil een meerderheid van u wel dat wij voor u in dit strijdperk treden of bent u juist van mening dat wij moeten kijken naar een oplossing binnen het budget dat de werkgever/kabinet te bieden heeft? Vindt u dat wij als bonden alleszins redelijke eisen op tafel hebben gelegd en bent u in uiterste geval bereid om hier actie voor te voeren? Of begrijpt u de argumenten van de werkgever (en daarmee van het kabinet) dat er vanwege de crisis niet meer in zit? In essentie gaat het erom welke strategische richting u wenst te gaan. En is deze richting anders of juist gelijk aan de koers die de achterban van de andere bonden wenst te varen. Om deze reden hebben we dan ook op maandag 22 februari een survey uit laten gaan. Een survey die loopt tot 5 maart en die qua vragen en opzet gelijk is voor alle bonden. Op deze manier weten wij als officierenvereniging niet alleen welke richting u op wilt, maar kunnen tegelijk ook kijken of we met de andere bonden een gezamenlijke koers kunnen plotten. De uitkomst hiervan zal zodra die beschikbaar is aan u worden bekend gesteld. Naast het bepalen van de koers op het bereiken van een arbeidsvoorwaardenakkoord is er ook het vraagstuk in hoeverre je dit andere elementen van het overleg laat beïnvloeden. Zoals u weet hebben wij in december geen andere optie gezien dan het stilleggen van het overleg. Dit om de werkgever duidelijk te maken dat het ons menens is, maar ook om de druk in de tijd op te voeren. Omdat het overleg stilligt kunnen een heleboel zaken immers niet meer doorgaan.

Dit kan voor de werkgever op den duur ook echt knap lastig zijn, zo zijn er vele ontwikkelplannen en gewenste aanpassingen van de rechtspositie die geen doorgang kunnen vinden, maar het is ook nooit volledig zonder consequenties voor u als personeel. Vanuit de organisatie en de diverse defensieonderdelen bereiken ons signalen dat deze druk echt wel gevoeld wordt. Ook krijgen wij vragen over of het echt zo moet en uitten sommigen de mening dat wij de onderhandelingen over een nieuw AV-akkoord zouden moeten loskoppelen van de gesprekken over andere onderwerpen. Gesprekken over bijvoorbeeld reorganisaties en COVID-gerelateerde onderwerpen, maar ook gesprekken over nieuwe contractvormen (onderdeel van een nieuw HR-model) of bepaalde toelages (onderdeel van een nieuw beloningsmodel). Ik begrijp deze gedachten heel goed. De organisatie heeft behoefte aan ontwikkeling, aan verandering en vooral aan mogelijkheden om meer mensen aan te trekken en te behouden. Wij denken én handelen als officiersvereniging op alle mogelijke vlakken mee om stappen te maken. Stappen op weg naar een sterkere krijgsmacht. Daarentegen is bepalen over welke onderwerpen je wel of niet wenst te spreken ook onderdeel van de onderhandelingstactiek en een van de weinig sterke middelen in onze gereedschapskist (of wapenkist zo u wilt). Een spel dat de werkgever ook regelmatig speelt, door bijvoorbeeld vooral de nadruk te leggen op de aansluiting bij de arbeidsmarkt en daarmee de noodzaak voor meer contractvormen. Maar tegelijkertijd niet de focus te leggen op het hooghouden van de militaire professie en niet veel haast te hebben op het spreken over een passend beloningsmodel. Een model dat ook echt bijdraagt aan het zijn van een moderne werkgever en recht doet aan wat u waard bent. Als u het mij vraagt dan komen wij op korte termijn weer aan tafel en bereiken wij een compromis op AV. Een akkoord dat allen het gevoel geeft als winnaar van tafel te lopen. Hiervoor zijn echter een tweetal zaken van belang; de ruimte die de werkgever bereid is op tafel te leggen, en duidelijkheid over wat u als onze achterban nodig heeft om tevreden te zijn. Lukt ons dit, dan stap ik graag met prioriteit door op het beloningsmodel en het personeelsmodel. Beide passend bij en bijdragend aan een professionele krijgsmacht. Een krijgsmacht van vandaag en voor de toekomst. Dat is wat u als medewerker en lid van de officiersvereniging verdient, maar ook wat Nederland nodig heeft!