VAN DE VOORZITTER

Wat zal 2021 de NOV moeten brengen?

BGEN B.D. J.L.R.M. VERMEULEN

In de eerste Carré van dit jaar is het goed om op hoofdlijnen eens naar de nabije toekomst te kijken. Wat zouden wij in gang moeten zetten, door moeten zetten en wat moeten wij realiseren en wie zouden in de frontlinie moeten staan? Er zijn vijf hoofdzaken die ik hier zal duiden.

De vier doelstellingen van de NOV: * het behartigen van de collectieve en individuele belangen van alle leden en hun nagelaten betrekkingen; * fungeren als een platform voor de beroepsgroep; * bijdragen aan het in stand houden van een voor haar taak berekende defensieorganisatie; * meedenken over vrede en veiligheid.

Groei naar een Europese krijgsmacht

Europese landen zouden naar integratie op het gebied van materieel en doctrines moeten streven met behoud van soevereiniteit. De kosten zullen door het verminderen van diversiteit aan materieel verminderen en de gevechtskracht van Europa zou tenminste verdubbelen. Een eerste stap in dit politiek zware proces zou het sluiten van een dergelijke overeenkomst met Duitsland zijn, met goede afspraken over het mee betrekken van de Nederlandse Gouden Driehoeken, de samenwerking tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen. D&K, maar ook de NIVD (Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid) zouden dit kunnen omarmen. Het zou ook prima passen in de verkiezingstijd/-strijd en in de contacten met de Tweede Kamer en nieuwe Kamerleden zouden hier echt hun tanden in kunnen zetten.

Personele vulling op peil brengen

Het personeelsprobleem bij Defensie kent een tweetal oorzaken. Enerzijds het kunnen doen van je werk: het hebben van middelen, het kunnen oefenen en het kunnen deelnemen aan missies, betekenisvol werk. Hier zijn nog stappen te maken en de CDS en Opco-commandanten hebben een grote verantwoordelijkheid. Gezien de financiële tekorten op de bedrijfsvoering ligt er voor de CDS en de Opco-commandanten een serieuze uitdaging. Zeker ook als de kosten door een toegenomen vulling nog verder gaan stijgen. Het tweede deel is het personeeels- en beloningsmodel: het FPS, het huidige personeelsmodel, ontwikkeld uit het up or out van de toemalige HDP, dhr. Ben Völkers. Maar dit is nooit helemaal uitontwikkeld. Ons beloningsmodel stamt uit 1918. En in het overleg hoor ik de opmerking: wij praten al over het bezoldigingsmodel sinds 2005. Dit jaar moeten het personeels- en het bezoldigingsmodel hun beslag krijgen in een Defensie Personeel Plan (DPP) waardoor een daadwerkelijke en volledige uitvoering in de komende jaren zeker wordt. In 2022 kan dan naar een passend talent managementsysteem worden gekeken, inclusief beoordelen en functietoewijzing. Naar mijn overtuiging zal het inzetten op het inhoudelijke (als verantwoordelijkheid van CDS en Opco-commandanten) en het invoeren van een in de defensieorganisatie passend personeels- en beloningsmodel (als verantwoordelijkheid van HDP en de bonden) deze organisatie tot de rand toe vullen. De GOV, met name de NOV-vertegenwoordiging, staat vooraan om een adequaat personeels- en bezoldigingsmodel te schetsen en beslissers te informeren over de principes hieronder. Daarnaast zullen wij de eenheden en alle categorieën informeren, hun mening sonderen en de lessons learned verwerken. Hier ligt voor ons een grote verantwoordelijkheid.

Stoppen met parasiteren op de veiligheidsbijdragen van anderen

Nederland heeft een verantwoordelijkheid in NAVO-verband en t.a.v. onze Europese bondgenoten. Nederland zal in financieel opzicht naar vermogen moeten gaan bijdragen en niet langer moeten parasiteren op de VS en de Europese landen. Met name D&K zal hier het voortouw moeten blijven nemen.

Evenwichtige berichtgeving

Defensie heeft drie in de grondwet verankerde taken. Deze taken staan niet los van elkaar, maar vragen om een grote verscheidenheid aan militaire capaciteiten, die relevant en up-to-date moeten blijven. Er is steeds meer te doen in de nieuw onderkende domeinen, namelijk cyber en space. Bovendien hebben we te maken met een opkomend belang van de informatieomgeving, waarvoor binnen CLAS onlangs een nieuw wapen is opgericht. Met het Land Information Manoeuvre Centre (LIMC) is de Landmacht inmiddels gestart met Concept Development & Experimentation activiteiten en het is evident dat het ‘vechten met informatie’, zoals ook vermeld in de Defensievisie 2035, verdergaande aanpassing van de hele krijgsmacht zal vragen. Daarnaast is er sprake van strakke grenzen tussen departementen. Elke keer lopen wij tegen de verzuiling, de stove pipes aan, zoals overigens ook Neelie Kroes in het programma Buitenhof op 27 december 2020 nog eens scherp verwoordde. De Coalitie voor de Veiligheid, waar wij deel van uitmaken, heeft zich dit ook als doel gesteld. D&K concentreert zich op de eerste hoofdtaak, columnist dr. Martijn Kitzen op de tweede, maar de derde hoofdtaak komt nu onvoldoende uit de verf. Dit is niet in lijn met het belang van deze taak. De eerste twee kunnen slechts uitgevoerd worden als zij zowel in vredes- als in oorlogstijd op de schouders van nationale operaties kunnen rusten.

Informatiegestuurd optreden (IGO)

In het hoofdbestuur is een stoel gereserveerd voor IGO. De kol van Veenhuizen verlaat het komende jaar Defensie en zal zich dan hierop storten. Bij D&K hebben wij bgen b.d. Bert Booman, eveneens een deskundige bij uitstek. Na zes jaar is eindelijk het contract voor het programma GrIT ondertekend. De MQ-9, de F-35, de nieuwe Apaches en de nieuwe radars bij de KL worden ingevoerd. Bij de 13 Lichte Brigade worden drones uitgetest op militaire toepassingsmogelijkheden. Vanuit de NOV zal hier de komende jaren een zwaartepunt worden gelegd.

Wij hebben nog de handen vol.