Pensioenen

door: Martin Weusthuis

DNB verlaagt rentes en pensioenen

Iedere deelnemer aan een pensioenregeling krijgt ieder jaar een Uniform Pensioen Overzicht (UPO) met daarop de overzichten van opgebouwde pensioenen op 1 januari van dat jaar en de te verwachten pensioenen op pensioendatum. Op het UPO 2021 zal uw te verwachten pensioen weer dalen.

Sinds 2020 wordt met behulp van de zgn. navigatiemetafoor de individuele pensioendeelnemer het te verwachten pensioen op pensioendatum voorgeschoteld in drie economische scenario’s: een pessimistisch, een historisch en een optimistisch scenario. Deze scenario’s bouwen verplicht voort op economische indicatoren die door DNB worden vastgesteld. En DNB heeft deze maand de ‘gemiddelde rente op lange termijn’ naar beneden bijgesteld; van 4,1% naar 1,6%. Dat doet DNB na een jaar eerder juist die rente te hebben laten stijgen van 3,2% naar 4,1%!

Merkwaardig, waar is DNB mee bezig? De actieve pensioendeelnemer wordt met deze grote rentewijzigingen jaar op jaar geconfronteerd met grote verschillen in het te verwachten pensioen. Vorig jaar steeg het te verwachten pensioen nog en dit jaar zal de verwachting sterker dalen dan de stijging vorig jaar. Hoe dat precies uitpakt voor het ABP is nu nog niet duidelijk, maar die daling is niet te vermijden. De jongere deelnemer zal met een grotere afname van het in de toekomst te verwachten pensioen worden geconfronteerd dan een oudere deelnemer, omdat die lagere rente over een langere periode wordt doorberekend. Zoals zo vaak bij pensioenen rijst de vraag: Hoe gaan we dit nu weer uitleggen?

Juist vandaag zoeken de grote pensioenfondsen de publiciteit. Volgens Corien Wortmann, voorzitter ABP, is onder de huidige toezichtregels (het huidige Financieel Toetsing Kader) de kans op verlaging de komende jaren reëel. “Wij herkennen ons niet in het positieve beeld dat Koolmees schetst. De afgelopen tien jaar hebben we prachtige rendementen gemaakt. De afgelopen drie jaar al 100 miljard euro. We hebben het grootste fondsvermogen ooit, maar toch kunnen we al tien jaar lang de pensioenen niet verhogen’’.

Haar hartenkreet heeft overigens vooral te maken met een andere rente, de zgn. UFR, die vanaf deze maand in 2021 door een andere DNB-rentemaatregel ook gaat dalen, in stappen tot 2024. Met o.a. deze rente worden de werkelijke pensioenuitkeringen op korte termijn berekend. Dan gaat het om de pensioenen die vanaf 1 januari 2022 worden uitgekeerd.

De pensioenfondsen hinten op het feit dat zij door het huidige FTK waarin de (UFR)rente een bepalende rol speelt, met dergelijke DNB-maatregelen al helemaal niet meer aan indexatie toekomen en dat korten onvermijdelijk wordt. De deelnemer wordt boos en angstig. En dat alles speelt zich af in een overgangsperiode naar een stelsel met een aangepast nieuw FTK waarin de rol van de rente juist bedoeld minder bepalend wordt, en de rol van rendementen op vermogen juist bedoeld groter. Hoe moeten we in dat licht de DNB rentemaatregelen duiden? DNB verdedigt zich door te stellen dat pensioenuitvoerders zelf om verlaging van die gemiddeld lange rente vroegen omdat de bestaande rente zou leiden tot te hoge verwachte pensioenuitkomsten. Dat kan ik me voorstellen, 4,1% is vrij hoog in een tijd waarin de lange marktrente onder de 1% ligt. Maar dan gelijk een verlaging van 2,5%-punt?

Bovendien, zegt DNB: U kunt hier geen conclusies aan verbinden met betrekking tot de rente / het projectierendement dat gebruikt gaat worden in het nieuwe pensioencontract en bij het invaren in dat contract. Maar op de weg ernaar toe, de tussenliggende jaren tot 2026 of later, moeten we het in de periode van het transitie FTK het wel doen met dergelijke lage rentes. Korten wordt dan bijna onvermijdelijk.

Ik krijg er ongemakkelijke gevoelens bij omdat ik het niet meer snap. Wat willen Koolmees/DNB? Duidelijk maken dat het huidige systeem failliet is? Druk zetten op de onderhandelingen naar een nieuw systeem? Ja, dat kan, maar pas op, het huidige systeem is nog nodig tot minstens 2026. Wat aan de voorkant via de bonden niet lukt - premieverlaging en opbouwverlaging via de andere kant afdwingen? Met lagere pensioenen het nieuwe systeem in? Hoe dan ook, bij kortingen zie ik het Malieveld vollopen want een geïndexeerd pensioen is een groot goed, maar een minstens gelijkblijvend pensioen is heilig.