VIERKANT BESCHOUWD
Wie draagt de verantwoordelijkheid voor vrijheid?

F-35 tijdens de landing (foto: Wikimedia Commons)
Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog (WO II) heerst er in Nederland vrede. Nederland is lange tijd betrokken geweest bij een oorlog die we de Koude Oorlog noemen, maar die werd in november 1989, met de val van de Berlijnse Muur en het vervolgens uiteenvallen van de Sovjet-Unie, ook beslecht. In de 34 jaar die erna volgden, zijn Europa en ook de rest van de wereld, niet bepaald stabieler geworden. Inmiddels woedt er een serieuze oorlog aan de oostflank van Europa, aan de Europese grenzen en het NAVO-grensgebied, zodat de EU en de NAVO onder grote druk staan. Waar Oost en West elkaar vroeger in een precair evenwicht hielden, is die balans intussen een aanmerkelijk stuk minder voorspelbaar geworden, met een veranderde rol van de Verenigde Staten (VS) in de wereld, de 9/11 aanslagen in de VS en alles wat daarna gebeurde, de opkomst van China, de gewijzigde houding en rol van Rusland onder Poetin en vele veranderingen door regionaal opkomende landen, zoals bijvoorbeeld Iran, India, Turkije, Brazilië en Zuid-Afrika.
In 2020 heeft de Defensievisie (DV) 2035 het licht gezien, maar de oorlog in Oekraïne heeft er in Nederland voor gezorgd, dat er zowel vanuit de politiek als ook vanuit de samenleving, serieuze aandacht is gekomen voor die curieuze organisatie die Defensie heet. Er is voor de komende jaren extra geld voor vrijgemaakt, bedoeld om het hoognodig achterstallig onderhoud te kunnen uitvoeren, het defensiearsenaal uit te breiden en te versterken en de inventaris aan te passen aan de eisen van deze tijd. Over die eisen verschillen de politieke- en militaire top nogal, omdat de militaire top graag wat meer en wat sneller wil dan de politiek toestaat en ook dan markttechnisch mogelijk is; veel wapensystemen en ander defensiematerieel is nu eenmaal niet zomaar off the shelf te koop, maar de voorwaartse beweging is wel ingezet.
Wat doet Defensie?
Er komen extra F-35’s voor de luchtmacht, en de marine kan eindelijk de vernieuwing van de onderwater- en een deel van de bovenwatervloot tegemoet zien en voor de landmacht wordt het PULS-raketsysteem aangeschaft. Daarnaast wordt er groots ingezet op technische oplossingen voor allerlei uitdagingen, investeert Defensie fors in ontwikkelingen op het gebied van cyber en artificial intelligence (AI) en krijgen verschillende defensieonderdelen tot voor kort ongekende mogelijkheden tot uitbreiding van het aantal functies: de organisatie zit in de lift! Maar ondanks het gunstige tij, is er wel een probleem dat niet alleen met geld opgelost kan worden: wie gaan het doen? Defensie in de huidige personele en materiële samenstelling in ieder geval niet. En zeker niet rondom het operationele domein, waar Defensie de gevechtskracht voor het uitvoeren van haar operationele taken genereert.

Wie gaat het doen? (Wikimedia Commons)
Onbekend Defensie
Defensie kampt al jaren met uitstroom van personeel, die groter is dan instroom. In tijden van steeds maar verdergaande krimp was dit kwalitatief soms wel een probleem, maar kwantitatief was dit gunstig. En daar waar het niet vanzelf ging, werd die uitstroom geforceerd: tijdenlang keek de politiek niet naar kwaliteit, maar uitsluitend naar kwantiteit, tot op de individuele getallen van rangen en standen aan toe. Dit heeft diepe sporen en grote problemen, die niet zomaar uit te wissen of op te lossen zijn, bij Defensie achtergelaten. Want met personeel bij Defensie is het zeker niet anders dan bij het materieel: voor veel functies, vooral waar het de gevechtskracht van Defensie betreft, kun je niet zomaar mensen van de arbeidsmarkt halen. En daar waar ze er wel zouden kunnen zijn, vist de organisatie in dezelfde vijver als andere hulp- en veiligheidsorganisaties, zoals de politie. De politie heeft weliswaar haar eigen uitdagingen, maar staat als organisatie midden in de maatschappij en dichter bij de burger en daarom ook meer in het zicht van de politiek. Ook heeft het er de schijn van dat Defensie in de jaren na de opschorting van de opkomstplicht verder van de maatschappij af is komen te staan en voor veel mensen onbekender is geworden. Zet daar de concurrentiepositie van het bedrijfsleven naast en ook hier wordt zichtbaar dat Defensie, onder andere door de beperkt flexibele aanstellingsmogelijkheden, ontzettend veel moeite heeft om de juiste mensen te vinden en vervolgens aan zich te binden.
Zoals al gezegd, heeft de oorlog in Oekraïne financiële ruimte gegeven, maar de nadruk ligt hierbij tot nu toe toch vooral op ‘spullen’ en niet – of in ieder geval aanmerkelijk minder - op personeel. Toch wordt inmiddels intern Defensie duidelijk zichtbaar, dat personele vulling en behoud een grote uitdaging is en dat er nogal wat moet gebeuren, wil Defensie als eigentijdse werkgever in staat zijn het grote aantal vacatures te kunnen invullen en personeel te behouden. In samenspraak met de belangenverenigingen wordt er daarom gesleuteld aan gunstige(re) arbeidsvoorwaarden (AV), waarbij onlangs de AV voor 2024 overeen zijn gekomen. Deze ademen overigens naar onze mening nog steeds de terughoudendheid van lange jaren van bezuinigingen, getuige ook nu weer de korte looptijd in plaats van duidelijkheid voor de langere termijn. Bovendien wordt nog steeds geen nadere invulling gegeven aan de bijzondere positie van de militaire ambtenaar. Het zijn vooral reparatiemaatregelen van opgelopen achterstand ten opzichte van andere sectoren. Maar ook hier beweegt de zaak wel in de goede richting.
Het veilig houden van ons land is een taak van de krijgsmacht

Op veel plekken in de organisatie is ruimte gekomen (Wikimedia Commons)
Verandering intern
Om die personele problemen het hoofd te bieden, wordt er intern gewerkt aan een grootse herziening van het HR-systeem (of personeelssysteem, zoals dat vroeger heette). Dit heeft meerdere redenen: het huidige systeem helpt niet bij het kwalitatief en kwantitatief gevuld krijgen en houden van de organisatie, personeel moet meer centraal komen te staan en meer invloed krijgen op de eigen loopbaan en ontwikkelmogelijkheden en commandanten willen en moeten meer regelruimte krijgen om zelf met personeel afspraken te kunnen maken. We noemen een paar van de grootste veranderingen:
- Decentralisatie van bevoegdheden, zodat de regelruimte van een lijnfunctionaris groter wordt en er meer regelruimte lokaal ontstaat;
- Nieuwe en andere contractvormen, die het mogelijk maken om een aanstelling beter aan te laten sluiten op de wensen en eisen van een individueel personeelslid;
- Er wordt er gewerkt aan een centrale employability-organisatie, die bindende loopbaanafspraken kan maken met personeel;
- Analyse van data (HR-analytics) krijgt een centrale rol en wordt de basis van sturing;
- En op basis van die data-analyse worden strategische personeelsplanning (of work force planning, zoals het buiten Defensie vaak genoemd wordt) en strategisch talentmanagement twee essentiële nieuwe pijlers in dit HR-systeem.
Al deze maatregelen verzekeren niet dat Defensie de organisatie wel gevuld krijgt en daarmee in staat is om al haar taken te vervullen. En de recente gebeurtenissen in de wereld laten juist zien, dat Defensie een organisatie is, die deze garantie juist wel zou moeten hebben. Defensie vist, zoals eerder genoemd, niet alleen in dezelfde vijver als een aantal andere organisaties, maar kampt onder andere ook op technisch en ICT-technisch gebied met tekorten. Met andere woorden: het feit dat er op veel plekken in de organisatie ruimte is gekomen om uit te breiden lijkt buitengewoon gunstig, maar voor heel veel van die extra functies is er geen personeel op de arbeidsmarkt beschikbaar; dat personeel is er niet of is niet voor Defensie beschikbaar. En wat er niet is of niet beschikbaar is, kun je ook niet binnenhalen. En daarmee is de huidige uitbreiding van Defensie gedoemd om op veel plaatsen niet meer dan een papieren exercitie te blijven.
De grondwettelijke taken uitvoeren kan de krijgsmacht op dit moment niet
Noodzaak van Defensie voor vrijheid
De oorlog in Oekraïne heeft nog iets anders laten zien. Door de bezuinigingen is jarenlang de nadruk gelegd op de tweede hoofdtaak van Defensie, het bevorderen van de (internationale) rechtsorde en stabiliteit, door het uitvoeren van vredesmissies in het buitenland. Om Defensie tijdens deze periode nog enigszins geloofwaardig bestaansrecht te geven, was dit nodig, maar hierdoor is de eerste hoofdtaak van Defensie – het verdedigen van eigen grondgebied, inclusief het Caraïbisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, en dat van bondgenoten – behoorlijk naar de achtergrond verdwenen. Dit zorgt voor een nieuwe vraag: wanneer de onstabiele situatie in de wereld de behoefte aan een capabele krijgsmacht duidelijk maakt, wie draagt dan de verantwoordelijk dat die krijgsmacht dit ook kan?
Het snelle antwoord is: de defensietop! Maar dat antwoord kan ook snel weer van tafel, want die top gaat niet over het beschikbaar stellen van middelen aan Defensie. De politiek dan? Dat antwoord is al dichter in de buurt en daar ligt wel de sleutel voor het bepalen van waar prioriteiten in het land moeten liggen. Maar het eigenlijke antwoord is: bij ons allemaal. Vrijheid komt met een grote verantwoordelijkheid en die verantwoordelijkheid is van ons allemaal en dus van de hele maatschappij. En allerlei thema’s zouden helemaal geen thema kunnen zijn, wanneer we niet in vrijheid zouden leven.

Demissionair staatssecretaris Van der Maat met zijn Zweedse collega Peter Sandwall (Wikimedia Commons)
Waarom is onze vrijheid, die als een paraplu boven alles in Nederland en Europe heen hangt en mogelijk maakt dat wij leven zoals we nu doen, niet een in het oog springend thema? We hebben in Nederland allerhande vrijheids- en gelijkheidsrechten opgenomen in hoofdstuk 1 van de Grondwet en bewust niet in lagere wet- of regelgeving. En ook het bestaansrecht en de taakstelling van en het gezag over de krijgsmacht is in de Grondwet opgenomen. Dit geeft aan hoe belangrijk we vrijheid in Nederland vinden. Maar waarom is het verdedigen van die vrijheid dan geen thema bij de verkiezingen geweest? Of is het verdedigen van die vrijheid sowieso geen of nauwelijks een thema binnen de politiek? De in de Grondwet opgenomen vrijheids- en gelijkheidsrechten kunnen alleen maar bestaan wanneer wij ook in vrijheid kunnen leven. En als we in vrijheid willen leven, dan hoort daar ook bij dat we de verantwoordelijkheid nemen om de randvoorwaarden in te vullen om die vrijheid te verdedigen en – liever niet – desnoods af te dwingen.
Alternatief
Als Defensie haar grondwettelijke taken uit moet voeren, dan is de conclusie heel helder: dat kan ze op dit moment niet. Er zal naar onze mening vroeg of laat toch een politieke en maatschappelijke discussie moeten worden gevoerd over hoe Nederland wel in staat kan zijn om de taken voor de verdediging van onze vrijheid uit te voeren, met de bijzondere rol en taak van Defensie in het bijzonder. Kort gezegd: hoe komt Defensie – wellicht niet helemaal vrijwillig – aan voldoende personeel, wanneer dit echt noodzakelijk is? En die noodzaak is wellicht minder ver weg dan we denken en willen. Om hier antwoord op te geven worden er op dit moment verschillende studies uitgevoerd en wordt er gekeken naar landen, die min of meer vergelijkbaar zijn met Nederland, die ook de opkomstplicht hadden opgeschort en die nu weer iets doen om de beschikbaarheid van personeel voor verdedigingstaken te vergroten. In een recente uitgave van de Militaire Spectator (nr. 11 - 2023) is een interessant artikel opgenomen hoe Zweden deze uitdaging aangaat. In Zweden wordt de verdediging van het land als een uitdaging voor de hele maatschappij gezien. Met hun whole of society-benadering wordt de dienstplicht op een vernieuwde manier ingevoerd en worden alle sectoren van de maatschappij betrokken. Zo kan in geval van crisis, of een gewapend conflict, de veerkracht en de weerstand van de burgers in het land zodanig hoog gehouden worden dat de krijgsmacht haar taken kan blijven uitvoeren. Essentiële systemen in het land kunnen blijven functioneren, zoals bijvoorbeeld energievoorziening en logistiek en bevoorrading voor voedselzekerheid.

Gaat de krijgsmacht beschikken over voldoende geoefend en gekwalificeerd personeel? (Wikimedia Commons)
Tot slot
Het veilig houden en verdedigen van ons land is een taak die aan de krijgsmacht is opgedragen. De defensieorganisatie kan echter niet verantwoordelijk worden gehouden voor het invullen van de randvoorwaarden; dat is in ons land voorbehouden aan de regering en dus politiek. Dit betekent dat politieke partijen een antwoord moeten vinden op de vraag hoe de krijgsmacht in de toekomst gaat beschikken over voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel. We hebben helaas net weer een verkiezingsperiode gehad waar deze problematiek is verzwegen. Gaat onze defensietop er tijdens de komende regeringsformatie wel alle aandacht voor vragen? En leidt dat dan tot actie? We hopen het ten zeerste, maar vrezen dat er uiteindelijk oorlog in Nederland nodig is om de ogen van het volk en haar vertegenwoordigers te openen.
Redactie