PRIKKEN EN PRIKKELS

Stille nacht...merrie

De schemering had reeds ingezet. Het werd zo op het einde van het jaar steeds sneller donker. In de hoek stond een kleine plastic kerstboom met een paar lichtjes erin. Bij het zwakke licht van een bureaulamp zat hij nog wat papieren door te nemen. Zojuist had hij nog een rondje door het A-gebouw gelopen en tot zijn plezier was zo goed als iedereen al naar huis gegaan, om de kerstavond bij hun geliefden door te kunnen brengen. Dat kon ook makkelijk, want tegenwoordig was het in het A-gebouw niet meer zo druk.

Zijn gedachten dwaalden af. Hij kon zich nog goed herinneren dat hij als ambitieuze overste had mogen meeschrijven aan de Defensievisie 2035, nu alweer bijna vijftien jaar geleden. In die Visie werd een mooi vergezicht geschetst van een moderne krijgsmacht, die was uitgerust met de modernste wapensystemen. De belofte van Informatiegestuurd Optreden, Artificial Intelligence en andere moderne technieken liepen als een rode draad door de Visie heen. Het was de blauwdruk van een krijgsmacht die onder alle omstandigheden kon worden ingezet. Hoe anders was het gelopen.

Na de verkiezingen van november 2023 had het kabinet-Omtzigt I weliswaar voor elkaar gekregen dat de 2% norm voor defensieuitgaven wettelijk was vastgelegd, maar verder was de interesse van de politiek voor Defensie alleen maar afgenomen. Dat was in de verkiezingen daarvoor al lang duidelijk geworden uit de programma’s van de verschillende partijen. Het was net alsof men de aandacht voor Defensie met de 2% had afgekocht. Het ambt van minister van Defensie was nooit populair geweest, maar in deze formatie was de stoel echter als een hete aardappel van links naar rechts over de tafel geschoven. Wat daarbij natuurlijk ook niet hielp was dat Defensie niet langer over een staatssecretaris kon beschikken. Na een kort uitstapje van de zittende functionaris naar het departement van Justitie en Veiligheid kwam het kabinet tot de conclusie dat Defensie eigenlijk best zonder kon en verdween deze stoel uit de defensietop.

Die moderne krijgsmacht uit de Defensievisie die stond er echter wel. In de jaren daarop kwamen eindelijk de tanks waar de NAVO maar om bleef vragen weer terug, er werd een extra squadron F-35’s opgericht en de marine kon eindelijk weer uitbreiden met maar liefst acht onderzeeboten en een verdubbeling van het aantal fregatten en ocean-going patrol vessels. De gehele communicatie- en informatie-infrastructuur was inmiddels vernieuwd en op het gebied van duurzaamheid waren grote stappen gezet door de elektrificatie van zowat de helft van het aantal wielvoertuigen.

Dat was echter niet zonder slag of stoot gegaan. De politieke desinteresse zorgde er namelijk ook voor dat aanschafprocedures alleen maar langer werden. Een politieke visie op de doorontwikkeling van de krijgsmacht was er nog steeds niet, maar elke euro werd langs de verantwoordingslat gelegd. Dit ritueel ging gepaard met ellenlange technische briefings, commissiedebatten, audits en onafhankelijke onderzoeken. Daar ging het vooral niet over de inhoud, want de inhoudelijke kennis in de Tweede Kamer was inmiddels ver te zoeken.

Na de goedkeuring van de tijdelijke wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV) in 2024, duurde het nog enkele jaren om de grote herziening van deze wet uit 2017 af te ronden. Het resultaat van de herziening was echter een nog striktere wet, met minder bevoegdheden voor de inlichtingendiensten en daar bovenop nog eens een verdubbeling van de capaciteit van de toezichthouders. Ook het gereedstellen van al die moderne informatiecapaciteiten werd onder de WIV verboden. Die wet was daar natuurlijk nooit voor bedoeld geweest, zo betoogde de toezichthouders. Dat wisten we natuurlijk al toen de commissie-Brouwer, naar aanleiding van het onderzoek naar activiteiten in de informatieomgeving, in december 2022 haar conclusies en aanbevelingen presenteerde. Waarom we toen niet onmiddellijk begonnen zijn met het verkennen van een krijgsmacht- of gereedstellingswet? Hij schudde zachtjes zijn hoofd.

Het ontbreken van wetgeving om fatsoenlijk te kunnen oefenen en trainen had in de loop der jaren een steeds groter verlammend effect op de gereedstelling gekregen. Vanwege dat ontbrekende wettelijke kader konden gereedstellingsactiviteiten niet worden uitgevoerd. Het pleidooi dat we ons in een permanente staat van competitie bevonden vond geen gehoor. Sterker nog: bij de vertaling van de AI-verordening naar een uitvoeringswet had het kabinet – net als jaren daarvoor bij de AVG - geen enkele moeite gedaan om Defensie hierin een goede plek te geven, waardoor het gebruiken van Artificial Intelligence en gerelateerde technieken fors aan banden werd gelegd. Ook beperkingen op het gebied van de inzet van drones, infrastructuur, onderhoudslocaties, oefenterreinen en de zo noodzakelijke geluidsruimte hadden ervoor gezorgd dat gereedstelling steeds lastiger werd.

Dat had ook zijn weerslag gehad op de personele vulling. Na de vastlegging van de 2% norm, kon Defensie qua salaris steeds beter concurreren met het bedrijfsleven. De personele vulling verbeterde significant, waardoor helaas de noodzaak om de HR-transitie te versnellen ook naar de achtergrond verdween. Na een paar jaar bleek echter dat, waarschijnlijk omdat de krijgsmacht steeds minder werd ingezet, en de vulling weer begon af te nemen tot op het niveau van 2022. Internationaal had dat ook zo zijn sporen achtergelaten. Het strategisch partnerschap met Duitsland, België en de Scandinavische landen was langzaam aan het vervagen en waar Nederland – hoewel klein – toch altijd een synoniem voor kwaliteit en betrouwbaarheid was geweest, konden we nu steeds minder van die kwaliteit op de mat brengen. Hij keek naar het plafond en zuchtte. Hij was commandant van één van de meest moderne krijgsmachten in Europa, maar goed gevulde en getrainde eenheden aanbieden aan de NAVO en de EU lukte steeds minder goed.

Plots werd er op de deur geklopt en hij schrok op. Verbaasd keek hij om zich heen en knipperde wat met zijn ogen. Hij zat niet op zijn kantoor in het A-gebouw, maar thuis in zijn studeerkamer. Zijn zoon kwam binnen en grinnikte: ‘Zat je te snurken pap? We gaan zo aan tafel’. Hij keek wat schaapachtig voor zich uit en lachte wat ongemakkelijk. ‘Ik kom zo eraan jongen, zet maar vast een biertje klaar’. Een snelle blik op de kalender leerde hem dat het gelukkig pas 24 december 2023 was en hij voelde de opluchting. Hij dacht nog even na en pakte het notitieblok dat altijd op de hoek van het bureau lag en maakte een korte aantekening. Hij was normaal niet zo van goede voornemens, maar hij kon het gevoel niet van zich afzetten dat hij misschien wel de enige was die, samen met de commandanten van de defensieonderdelen, in staat was om het doemscenario dat hij zojuist had beleefd af te wenden. Gedecideerd sloeg hij het notitieblok dicht: hij wist precies wat hij in januari ging doen. Met iets meer veerkracht in zijn stap trok hij de deur van de studeerkamer dicht. De geur van lekker eten kwam hem tegemoet. Hij knikte gedecideerd naar niemand. De weg terug naar een inzetbare krijgsmacht was wellicht lang en niet eenvoudig, maar het alternatief was ondenkbaar.

Redactie