OPINIE - BINNENLAND
De ene oorlog is de andere niet
MARTIJN KITZEN
Welke oorlog is belangrijker voor ons? Dit lijkt een bizarre vraag, maar toch hoorde ik die de afgelopen tijd regelmatig. De media besteedden immers relatief vaak aandacht aan het conflict tussen Israël en Hamas en daardoor verdween de oorlog in Oekraïne enigszins naar de achtergrond. Overigens moeten we dit wel in perspectief zien, want in de aanloop naar de verkiezingen leek het er soms op of buiten onze landsgrenzen weinig aan de hand is, laat staan dat dit enige invloed heeft op wat er hier gebeurt. Maar goed, terug naar de kern. Volgens mij gaat het de media vooral om nieuwswaardigheid en wat dat betreft verdringen de ontwikkelingen in Gaza die in Oekraïne, waar het conflict langzaam – maar zeker niet minder intens – richting het derde jaar voortschrijdt. Voor militaire professionals heeft het echter wel degelijk zin om een afweging te maken als het gaat om de impact van een oorlog op het eigen land. Zo’n beoordeling is immers van essentieel belang bij het bepalen hoe we onze schaarse militaire middelen het beste kunnen inzetten ter bescherming van het Nederlands belang. Daarbij zullen we wel scherp in de gaten moeten houden dat conflicten een verschillend karakter kunnen hebben en ook op een heel andere manier aan onze belangen kunnen raken. Met andere woorden, de ene oorlog is de andere niet.

Dat is eigenlijk meteen duidelijk als we naar de conflicten in Oekraïne en Gaza kijken. In het eerste geval gaat het om een oorlog tussen twee landen op Europees grondgebied en in het tweede geval hebben we te maken met een strijd tussen een land en een niet-statelijke groepering aan de rand van ons continent. In Oekraïne is een grootmacht, Rusland, als agressor rechtstreeks bij het conflict betrokken. In het geval van Gaza is er een indirecte betrokkenheid van de regionale macht Iran, die via een uitgebreid netwerk van niet-statelijke groeperingen – de zogenaamde ‘as van verzet’ – zowel Israël als Amerikaanse belangen in het Midden-Oosten probeert aan te grijpen. Kortom, twee heel verschillende oorlogen, waarbij opgemerkt dient te worden dat die in Oekraïne veel meer aansluit bij de traditionele opvattingen over oorlogvoering waarop westerse staten hun defensie hebben ingericht. En dat zien we ook terug in de manier waarop naar deze conflicten gekeken wordt. Vanuit een klassieke veiligheidsbenadering beredeneert lijkt de oorlog in Oekraïne meteen veel bedreigender voor ons land. De betrokkenheid van Rusland, niet voor niets door de NAVO aangemerkt als de grootste bedreigingen voor Europese vrede en stabiliteit, zorgt dat het verloop van deze strijd gevolgen heeft voor het hele continent. Zo maken Europese landen na jaren van verwaarlozing eindelijk weer werk van collectieve verdediging en lijken de contouren van een nieuwe veiligheidsarchitectuur langzaam zichtbaar te worden. Het conflict tussen Israël en Hamas heeft eigenlijk nauwelijks impact op Europese veiligheid, waardoor het duidelijk lijkt welke oorlog meer invloed heeft op ons nationaal belang.
Toch denk ik dat dit wat complexer ligt. Moderne oorlogen vragen om een bredere benadering dan het klassieke veiligheidsperspectief. Naast militaire dreiging is het ook van belang indirecte effecten, zoals de invloed op onze eigen samenlevingen, mee te nemen. Dat heeft immers gevolgen voor de verhoudingen tussen staat, volk en leger en heeft daarmee effect op de weerbaarheid van een land. Door globalisering is dit aspect van moderne oorlogvoering steeds belangrijker geworden. We zien het niet alleen terug als onderdeel van bijvoorbeeld Russische hybride oorlogvoering, maar vooral ook als een krachtig, asymmetrisch wapen in handen van gewelddadige niet-statelijke actoren. Het optreden van Hamas tegen Israël is hier een duidelijk voorbeeld van. De aanslagen van 7 oktober lijken vooral bedoeld om een Israëlische militaire overreactie uit te lokken die vervolgens wereldwijd de publieke opinie in het voordeel van Hamas moet doen kantelen. Militair gezien kan die beweging niet winnen, maar internationale druk kan haar helpen toch een groot deel van haar doelstellingen te verwezenlijken. De Britse oud-officier en krijgswetenschapper John MacKinlay legt in zijn boek The Insurgent Archipelago (2009) uit hoe zulke bewegingen daarbij gebruik maken van beïnvloedbare groepen in relevante samenlevingen over de hele wereld. Dat leidt vaak niet alleen tot steun voor zo’n extremistische groepering en verdere verspreiding van ideologieën, maar het zorgt ook voor polarisatie in landen die weinig met het oorspronkelijk conflict te maken hebben. Precies dit effect zien we zich nu voltrekken als gevolg van de oorlog in Gaza. Dat conflict heeft daarmee grote gevolgen voor de maatschappelijke stabiliteit die juist in deze onzekere tijd een fundament onder onze weerbaarheid moet vormen. Het tegengaan hiervan is niet direct een taak voor Defensie, maar als militaire professionals kunnen wij wel waarschuwen voor de verschillende effecten van moderne oorlogen. Het lijkt mij cruciaal dit mee te nemen in de manier waarop we conflicten beoordelen.
Martijn Kitzen is hoogleraar aan de Nederlandse Defensie Academie en voormalig officier.