BOEKBESPREKING

RECENSENT: KAP R. DUBLING

Boekinformatie

Titel: Een voor allen, allen voor een

Ondertitel: Waarom leiders een cultuur van veiligheid moeten creëren

Auteur: Simon Sinek

Uitgeverij: Business Contact (2014)

ISBN: 978 904 7007 302

Boekinfo: E-book, 268 pagina’s

Prijs: € 12,99

De auteur, Simon Sinek, studeerde culturele antropologie en verwierf wereldwijd bekendheid door zijn presentatie over leiderschap op TEDx in 2009. In zijn boek gaat hij op zoek naar de essentie van een veilige, florerende bedrijfscultuur aan de hand van biologie, antropologie en de evolutieleer.

In het boek verklaart Sinek op zichzelf gericht en groepsgedrag aan de hand van vier primaire chemicaliën in ons lichaam. Endorfine en dopamine zijn de ‘egoïstische’ stoffen, helpen ons als individu vooruit en zorgen ervoor dat we zaken uitvoeren. Dopamine creëert gevoelens van voldoening als we een doel behalen. Het maakt ons een doelgerichte soort die graag vooruitgang boekt. De twee andere stoffen zijn serotine en oxytocine, de ‘altruïstische’ stoffen. Serotine geeft een gevoel van trots, zelfverzekerdheid en sterkte. Het versterkt de band tussen mensen in de relaties leraar-leerling, werkgever-werknemer en leider-volger. Het creëert het gevoel dat we iemand anders wat schuldig zijn, omdat ze tijd en energie in ons hebben gestoken. Oxytocine creëert het gevoel van vriendschap en vertrouwen. Het maakt ons sociaal en geeft ons een ‘sociaal kompas’, waarmee we bepalen in welke mate we ons openstellen, vertrouwen geven of afzijdig houden. De mens is gelijktijdig individu en onderdeel van een groep. De ‘egoïstische’ en ‘altruïstische’ stoffen creëren interne spanningen die worden beïnvloed door de omgeving waarin we ons bevinden.

Sinek legt uit dat de mens een sociaal wezen is en dat dit biologisch verankerd is. Onze lichaamssystemen creëren gevoelens om gedrag te stimuleren dat gericht is op overleven. Zo creëert ons lichaam cortisol als we ons alleen, kwetsbaar of angstig voelen en als er gevaar dreigt. Cortisol maakt ons egoïstisch en het remt oxytocine. Het creëert het eerste stapje van de vlucht- of vechtreactie. Mensen hebben elkaar nodig om te overleven en nemen vertrouwen daarom heel serieus. Samen dingen doen, relaties opbouwen en sociale interacties dragen bij aan het creëren van vertrouwen. Mensen hebben van nature behoefte aan hiërarchie en leiders, iets dat op een natuurlijke wijze bijdraagt aan samenwerking. Sinek beschrijft leiderschap als de keuze om anderen, met of zonder formele positie, te dienen. Leiders krijgen allerlei voordelen, zoals bijvoorbeeld een hoger salaris, hetgeen door de volgers wordt geaccepteerd. Aan leiderschap hangt echter ook een prijskaartje. Als er gevaar dreigt zijn zij degenen die dat als eerste tegemoet moeten treden en zij dienen bereid te zijn om persoonlijke offers te brengen. Integriteit en het spreken van de waarheid zijn essentieel om het vertrouwen te behouden.

Waarlijk leiderschap beschermt een organisatie tegen interne rivaliteit en creëert een sociaal veilige omgeving. Waar dit niet lukt, vloeit rijkelijk cortisol, wat een negatieve spiraal van wantrouwen, gevaar en egoïsme veroorzaakt. Mensen zullen meer bezig zijn met interne gevaren en zichzelf, dan met externe gevaren en samenwerking. De primaire taak van leiders is het creëren van een Cirkel van Veiligheid. Hiervoor dienen leiders de werknemers vertrouwen en beslissingsmacht te geven; lees opdrachtgerichte commandovoering. Leiders zouden een familiegevoel moeten kunnen opwekken, empathisch te zijn en werknemers als mens en gelijke te behandelen. Een leider dient betrokken te zijn, waardering te geven en de ander daadwerkelijk te zien. Men zal dan als vanzelf gaan samenwerken, informatie delen, elkaar helpen en een gevoel van trots, onderlinge betrokkenheid en loyaliteit ontwikkelen. Leiders zetten de toon en bepalen de organisatiecultuur. Deze cultuur heeft de grootste invloed op het functioneren van de organisatie. Het gedrag van mensen is een weerspiegeling van de omgeving waarin zij zich begeven. Onze fysiologie is nog steeds gericht op overleven in een omgeving met schaarste en gevaar. Mensen zijn dan ook op het best als we bij gevaar samenwerken. Dit gevaar moet dan wel van buitenaf komen.

Onze natuurlijke neiging om samen te werken gaat moeilijker als we nauwelijks nog gevaar en schaarste vrezen. De waarde van zaken wordt geabstraheerd en dat is letterlijk dodelijk. Ook schaalvergroting is dat het geval. Schaalvergroting creëert afstand, waardoor het moeilijker wordt om te visualiseren wat de gevolgen zijn van ons handelen voor mensen onderaan de hiërarchie. De natuurlijke grens om betekenisvolle relaties te onderhouden ligt bij honderdvijftig personen. Als mens jagen we nog steeds concrete doelen na, dus als we mensen niet kunnen zien, focussen we ons op cijfers. Mensen worden nummers. Succesvolle organisaties houden rekening met de grens van honderdvijftig personen en nemen maatregelen om abstraheren tegen te gaan.

Sinek’s boek bestaat uit 27 hoofdstukken en leest gemakkelijk weg. In zijn boek vertelt hij verschillende verhalen om de bovengenoemde aspecten visueel te maken. Daarnaast gaat hij in op maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in de Verenigde Staten (VS), die vanuit de biologische en antropologische lens worden verklaard. Hierin zijn zeker parallellen te trekken met Nederland. Het boek is een aanrader voor iedereen, vooral voor leidinggevenden binnen de hogere regionen van de krijgsmacht en het Ministerie van Defensie.