OPINIE – BINNENLAND
Falcon Autumn
IR. WILLEM HELFFERICH
Van 31 oktober tot en met 18 november vond de grote oefening Falcon Autumn plaats in ons land. Meer dan duizend militairen van land- en luchtmacht en zevenendertig helikopters werden op verschillende locaties in Nederland ingezet. De oefening werd georganiseerd door de Luchtmobiele Brigade (LMB) en het Defensie Helikoptercommando (DHC). Daarnaast deden er militairen en helikopters uit Polen en de Verenigde Staten (VS) mee. Het doel van de oefening was het trainen van grootschalige en luchtlandingsoperaties. Een complexe taak waar beide eenheden in gespecialiseerd in zijn.
‘Het ontwikkelen en opbouwen van zo’n grote oefening is een enorm complex proces’, vertelt cdre-vlieger Robert Adang, commandant DHC, tijdens de operaties op het voormalige marinevliegkamp Valkenburg. ‘Wij hebben aangegeven wat onze doelen zijn, wat we eruit willen halen, wat voor ons belangrijk is en daarmee is het team van DHC en LMB aan de slag gegaan. Dat team werd steeds groter en uiteindelijk zijn honderden mensen aan de slag gegaan om alles te organiseren’. Het scenario werd enigszins aangepast na het begin van de oorlog in Oekraïne. ‘Je kijkt steeds naar wat de moderne operationele uitdagingen zijn. En of we die kunnen verwerken in de oefening. We hebben echt heel duidelijk voor ogen waar we hier mee bezig zijn. En dat is voorbereiden op iets waarvan we hopen dat het niet gebeurt. Maar we weten sinds 24 februari – en dat heeft iedereen en ook wij, heel helder op het netvlies – waarvoor wij klaar moeten zijn. Je moet continu mee blijven schakelen in de ontwikkelingen’.
Steile leercurve
Na tweeëneenhalve week oefenen kijkt de commandant met tevredenheid naar het verloop. ‘Het is voor de eerste keer in vier jaar dat we op dit niveau met elkaar aan het trainen zijn. Een heleboel dingen die we vier jaar geleden wel beheersten zijn we nu weer opnieuw aan het leren, met een ontzettend steile leercurve. Het is voor mijn mensen best wel lang geleden dat ze met elkaar geoefend hebben’. De oefening is bijzonder omdat er ook Amerikanen en Polen aan deelnemen, met hun eigen helikopters. ‘Met elkaar de lessen leren in een nationale en vooral een multinationale setting is heel belangrijk. Er zitten best wel grote verschillen in cultuur en procedures, vooral in het begin, maar je ziet dat het niveau groeit in korte tijd. Je zag nu dat bij de tweede wave hier op Valkenburg de Poolse helikopters voorop vlogen; dat was tweeëneenhalve week geleden nog ondenkbaar! Ik ben hier heel erg trots op, want dat hebben we dus wel bereikt. Dat gaat niet vanzelf. Er wordt dag en nacht overlegd, gepland, gebriefed en gedebriefed. Je moet landen die een andere achtergrond en cultuur hebben bij elkaar brengen’. Volgens cdre Adang is het tijdens zo’n oefening van groot belang dat procedures en apparatuur op elkaar zijn afgestemd. ‘Onze radio’s en die van de Polen, daar zit echt wel veel verschil tussen. Met de Amerikanen zijn er wat dat betreft geen verschillen, dus we kunnen de cryptosleutels in de Amerikaanse helikopters laden, maar de Polen zitten nog niet op dezelfde standaard. Ze vliegen hier rond met oude Russische helikopters, op technisch gebied is er echt een groot verschil. We hebben in ieder geval de afgelopen weken gewerkt aan het dichter bij elkaar brengen van de procedures. Zodat je elkaar beter begrijpt, snel samen kunt plannen’.

Cdre-vlieger Robert Adang, commandant DHC (foto: auteur)
Vliegveld De Peel
De deelnemers aan de oefening waren ondergebracht op de voormalige luchtmachtbasis De Peel, tegenwoordig Luitenant-generaal Bestkazerne geheten. ’We hebben op De Peel laten zien dat we in staat zijn in twee weken een vliegbasis op te bouwen, met een mobiele verkeerstoren, met een tentenkamp voor zeshonderd mensen, met legering, sanitaire groepen, een restricted area en beveiliging. En een flightline met 37 helikopters, wat een geweldig gezicht is voor een commandant DHC! We hebben daarbij de gastvrijheid en de medewerking van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) zeer gewaardeerd’. De Polen en Amerikanen waren op dezelfde dag aangekomen op De Peel. ‘We hebben als LMB en DHC gezorgd dat er een vliegbasis lag. Dus de Polen en de Amerikanen kwamen in een gespreid bedje. Vooral bij de Amerikanen was daarvoor enorme waardering. Die zijn gewend dat, als ze op oefening gaan, ze op een kaal stuk hei terechtkomen en in een puptentje moeten liggen. Hier kwamen ze in een tentenkamp met verwarmde tenten, een eetzaal en toiletten’.
Apache AH-64E
Door de modernisering van de Apache helikopter van de D- naar de E-versie, ook wel Echo genoemd, konden in principe maar vier AH-64D’s aan de oefening meedoen. ‘Eind volgend jaar verwachten we de eerste Echo’s. Ik heb net twee weken geleden de eerste in Amerika in ontvangst genomen. Die komt over ongeveer een jaar in ons land aan. Ik verwacht erg grote verbeteringen. Hij ziet er ongeveer hetzelfde uit, maar technologisch is het een enorme sprong voorwaarts. We krijgen een vuurleidingsradar die op grote afstand tanks en andere voertuigen kan waarnemen en waar je dan radargeleide Hellfire raketten op kan afschieten. Hij is voorzien van datacommunicatiemiddelen waarmee je ook data kunt uitwisselen met de F-35. Ook de satellietcommunicatie is nieuw. De modernisering is een enorme stap vooruit in de operationele capaciteit van de Apache. Daar verheugen we ons erg op’, aldus de voormalige Apache-vlieger.
NH90 NFH
Ook de maritieme NH90 NFH, de NATO Frigate Helicopter, deed mee aan de oefening. Recent is deze helikopter internationaal in opspraak gekomen. Zo heeft Noorwegen de invoering gestopt en het contract met de fabrikant NHI beëindigd. Ook Australië wil de NH90 vervangen, terwijl België de NH90 Tactical Transport Helicopter (TTH) in 2024 wil uitfaseren. Hoe denkt Nederland over de NH90? ‘Wij zijn er dolenthousiast over, dus wij hebben die plannen niet’, aldus Adang. Er zitten hele grote verschillen tussen de internationale NH90-partners, in de configuratie, maar ook in de fase van de invoering van het systeem. Neem bijvoorbeeld de Zweden, die hebben een unieke configuratie die ze voor hun eigen leger hebben ontwikkeld, met een eigen cockpit en eigen systemen en daar hebben ze veel inzetbaarheidsproblemen mee. Het kost ze veel moeite die capaciteit van de grond te krijgen. De Noren hebben soortgelijke problemen. Die hebben anders dan wij gewacht tot de final configuration klaar was voor ze hem in gebruik gingen nemen. Daardoor konden ze pas recentelijk gaan beginnen met het trainen voor de onderzeebootbestrijding, terwijl wij daar al meer dan twaalf jaar mee bezig zijn. Wij hebben dus een enorme voorsprong en we zitten in een actief proces met NHI om de inzetbaarheidsproblemen op te lossen. Dat gaat steeds beter. Op dit moment is de bemensing een groter probleem voor ons dan de inzetbaarheid van de helikopters. We zijn nog steeds enthousiast over de capaciteit van het systeem. Het betekent niet dat we er helemaal zijn. We kijken nu naar een midlife update en we zijn samen met de industrie en multinationale partners aan het kijken wanneer en hoe dat gaat gebeuren. Het is geen project dat automatisch loopt, het blijft aandacht verdienen. Maar wij zijn er nog steeds van overtuigd dat voor maritieme operaties de NH90 de beste helikopter is die op dit moment te krijgen is’.

Drie Poolse Mi-8 helikopters zijn als eerste geland op Valkenburg, gevolgd door een CH-47F Chinook van 298 Squadron. Infanteristen van 11 LMB houden zich gereed voor inzet (foto: auteur)