CARREACTIE
Een reactie op ‘Roept de (dienst)plicht?’ in Carré 7-2022
LKOL B.D. E.J. KWINT
Ben ik geprikkeld? Over het algemeen niet zo snel, maar na ampele overweging wil ik toch graag reageren op het artikel in nummer 7 van Carré. Mijn reactie bestaat uit twee delen: ten eerste op de analyse die de redactie heeft gemaakt over de vulling van Carré en hoe die tot stand komt en ten tweede op de vraag of de opkomstplicht weer ingevoerd moet worden.
Vulling Carré
Voor zover ik kan nagaan bestaat er zo’n twintigtal defensie- of defensiegerelateerde bladen. Uiteraard doet iedere redactie haar uiterste om auteurs te verleiden een bijdrage aan hun blad te leveren. Hoe breder, hoe mooier. Echter, de vijver waarin gevist moet worden, wordt, onder andere door de komst van social media, steeds kleiner. Daarnaast is de rol die een blad binnen de doelgroep speelt een belangrijk aspect. Vindt men dat er relevante artikelen in het blad staan? Wordt er voldoende aandacht besteed aan de actuele situatie in de wereld? Staat de redactie dicht bij de doelgroep? En zo kan ik nog wel wat vragen bedenken.
Als eindredacteur van een gerenommeerd defensiegerelateerd tijdschrift ben ik binnen de redactie de enige b.d. officier en is de rest actief dienend. Binnen de redactie zijn redacteuren verbonden met bepaalde eenheden en die zijn actief op zoek naar kopij en dat werkt prima. Door de jaren heen heb ik gezien dat het aantal jonge, actief dienende officieren als auteur toenam, mede gesteund door de redactieleden, waardoor de schroom om te schrijven drastisch omlaag ging. Wellicht dat de redactie van Carré ook voor een dergelijke opzet zou kunnen kiezen. Want hier heeft u de volgende prikkelende stelling voor het volgende nummer: Heeft een blad dat voornamelijk wordt geschreven door de redactie nog wel bestaansrecht?
Kortom: Dien(st)plicht, slecht plan en niet uitvoerbaar!
Herinvoering opkomstplicht
In eerste instantie klinkt dit verleidelijk, totdat je de vraag analyseert. Waar hebben we het eigenlijk over? Dienplicht voor een bepaald aantal jongeren, in een breed maatschappelijk kader of dienstplicht voor een beperkt aantal in het leger? De redactie spreekt in haar artikel voornamelijk over dienstplicht en het woord dienplicht komt alleen voor in het ‘oplossen’ van de problemen in de gezondheidszorg.
Over hoeveel jongeren hebben we het eigenlijk en hoeveel zijn er nodig? Op dit moment – ik beperk mij tot de leeftijdscategorie 18-20 jaar – zijn er ruim 600.000 jongeren en dat is volgend jaar niet anders (ik schrijf bewust vanaf 18 jaar omdat dat de leeftijd is waarop jongeren ten strijde mogen trekken). Daarmee sluit je bijvoorbeeld jongere schoolverlaters (VMBO/MBO) al uit omdat die vaak al aan het werk zijn en dat zo willen houden. Wie ga je verder op welke leeftijd verplichten en hoelang? Sluit je studerenden uit zoals vroeger? Leidt dit niet tot discriminatie? Hebben we sowieso wel plaats voor ruim 600.000, wellicht, onwelwillende jongeren? Wie gaat dit aansturen en wat kost dat? Kortom: Dienplicht, slecht plan en niet uitvoerbaar!
Dienstplicht dan? Moet dit de oplossing worden voor het falende kabinets- en defensiebeleid van de afgelopen jaren? We hebben thans binnen Defensie 9.000 vacatures en met een eventuele uitbreiding in de komende jaren van 10.000 functies komen we totaal op 19.000 vacatures. Zeker als er geen adequate, verregaande maatregelen worden getroffen (lees ook het artikel van bgen b.d. Vermeulen in hetzelfde nummer). Zoals gezegd: er zijn in Nederland jaarlijks ruim 600.000 jongeren. Wie worden de uitgekozen 9.000 of 19.000 jongeren die verplicht worden bij defensie te gaan dienen? En voor hoelang? De doorsnee militair is na zijn AMO en functieopleiding zo’n vier jaar aan defensie gebonden om effectief te zijn. Gaan wij dienstplichtigen zes maanden opleiden en dan op missie sturen? Verder heeft de redactie in haar eigen slotbetoog de vraag al beantwoord door alle beperkingen op te sommen: dienstplicht, slecht plan en niet uitvoerbaar!
Repliek van de redactie
Geachte lkol Kwint,
Hartelijk dank voor uw reactie op ons Vierkant Beschouwd in nr. 7 van dit jaar. Graag willen wij op een tweetal punten ingaan:
Vulling Carré: Het defensiegerelateerd tijdschrift waaraan u bent verbonden mag zich gelukkig prijzen met de samenstelling van de redactie zoals u die beschrijft. Bij Carré is de verhouding ongeveer fifty-fifty actief dienenden en oudgedienden. Wij zouden graag de redactie uitbreiden met enkele jonge, actief dienende officieren en doen daar de nodige moeite voor. Het meedenken en -schrijven aan ons blad getuigt o.i. van een brede interesse in defensieonderwerpen. We realiseren ons echter ook dat maar weinig jonge, actief dienende officieren een deel van hun spaarzame ‘vrije tijd’ aan een breed scala van onderwerpen kan en wil besteden. Wij achten het bestaansrecht van Carré hierdoor niet bedreigd en blijven de mogelijkheden van ons redactieteam zo goed mogelijk benutten.
Herinvoering opkomstplicht: Uw analyse biedt zeker interessante aanknopingspunten. Mocht u deze verder willen uitwerken en daarbij komen met interessante en mogelijk uitvoerbare oplossingen of alternatieven voor de door u geschetste problemen, dan zien wij daar een artikel in, waarvoor wij zeker plaats willen inruimen in de kolommen van ons blad.
Met vriendelijke groet, Redactie