PRIKKEN EN PRIKKELS
O Nederland! let op u saeck, de tyt en stont is daer
De taak van de krijgsmacht is volgens onze grondwet duidelijk: ‘Ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht’. Om die bescherming van belangen desnoods georganiseerd en gecontroleerd te kunnen afdwingen oefent de krijgsmacht – naast de politie – het geweldsmonopolie van de overheid uit, zowel binnen de landsgrenzen als daarbuiten. Deze grondwettelijke taak is van existentiële aard. Indien we ons land niet kunnen verdedigen en ten prooi vallen aan overweldigers, komen alle wettelijke, maatschappelijke, sociale en economische verworvenheden op losse schroeven te staan.
Het is niet voor niets dat daarom een krijgsmacht het meest klassieke element van een overheid is. Zonder zwaardmacht is het gezag tandeloos en weerloos in een wereldorde waar het recht van de sterkste maar zo de overhand kan krijgen. Ja, we hebben inmiddels het internationale recht dat aan die primitieve instincten paal en perk probeert te stellen, maar we zien in de wereld om ons heen dat dit geen garantie is om agressie jegens staten te beteugelen. De grondwet stelt in artikel 93 en 94 internationale verdragen boven onze wetten, maar of dat altijd zo verstandig is, nu zelfs landen binnen de EU zich daar weinig aan gelegen laten liggen, is maar de vraag. Waarbij we moeten beseffen dat ook de Nederlandse staat steeds zoekt naar ‘geitenpaadjes’ als het gaat om onze economische belangen. Overigens, wat tussen staten geldt, geldt ook voor de burgers; ons wetboek van strafrecht voorkomt immers ook niet dat er misdrijven in ons land worden gepleegd. We moeten met realiteitszin verdisconteren dat slechts weinigen zich op elk gebied door hoge ethische normen en waarden laten leiden. Het aloude adagium Vis pacem para bellum is uit die gezonde achterdocht geboren en heeft nog weinig aan kracht ingeboet.
Uit Adriaen Valerius, NederLandtsche GedenckClanck (Foto: Wikimedia Commons)
O Nederland let op u saeck (Foto: Wikimedia Commons)
Er rust een evident zware taak op de krijgsmacht, zeker nu in de wereld de spanningen en tegenstellingen toenemen. Je mag verwachten dat er alles aan wordt gedaan om het overleven van onze staat en onze verworvenheden te garanderen. Ja, er is geld bij gekomen voor Defensie en er wordt hard gewerkt aan het op sterkte brengen van de krijgsmacht. Maar dat vordert niet, want personeel is moeilijk te krijgen, de defensie-industrie (die inmiddels voor een groot deel in het buitenland is gevestigd) is volledig volgeboekt en wij staan vaak achteraan. Daarnaast hebben we in het (recente) verleden tal van regels bedacht die het belang van het individu zodanig boven dat van de staat hebben gesteld, dat onze krijgsmacht zich vaak niet eens fatsoenlijk kan voorbereiden om die rol van zwaardmacht uit te oefenen. Daarbij kunnen we de uAVG – de Nederlandse interpretatie van de Europese privacywet – met stip op één zetten, maar het woud van beperkende wetten en regels is veel omvangrijker. Aan de basis van die tendens ligt de notie dat de krijgsmacht bedoeld is voor de ‘formele’ oorlog – die voor de meesten iets onvoorstelbaars is geworden - en zolang het geen oorlog is de krijgsmacht blijkbaar in een soort slaapstand in de kazernes ligt en alleen tevoorschijn komt op Prinsjesdag en als de Maas overstroomt.
Onze krijgsmacht kan zich niet fatsoenlijk voorbereiden
Dat is natuurlijk een achterhaald idee. De warme oorlog is wellicht hier nog niet begonnen, maar net als in de Koude Oorlog is er wel degelijk sprake van gewelddadige en ondermijnende activiteiten die direct of indirect ook tegen de Nederlandse belangen en veiligheid in gaan. Die activiteiten vinden iedere dag zowel in als buiten Nederland plaats, en hebben wel degelijk ‘ons’ in het vizier. Waarom zouden landen dat soort subversieve zaken uitspoken? Het gaat ze er natuurlijk om dat ‘zij’ ten koste van ‘ons’ een voordeel willen behalen, zowel op korte als lange termijn. En in al onze naïviteit blijven we de achterhaalde regels handhaven en zo verhinderen dat we hier adequaat tegen kunnen optreden, want de veronderstelde privacy van de burger, met zijn of haar accounts bij sociale media als Facebook, LinkedIn, X voorheen Twitter, TikToken klantenkaarten van Albert Heijn, Plus, Aldi, Lidl, Kruitvat, HEMA, Bijenkorf en wat dies meer zij, prevaleert.
Er is veel kritiek te leveren op wat er allemaal fout zit in ons land, maar onder de streep geldt nog steeds dat het een van de beste plekken op aarde is om als gemiddeld mens te leven. Iedere Nederlander heeft bij het teloorgaan van onze welzijns- en welvaartsstaat veel te verliezen. Je zou mogen verwachten dat de Nederlanders dat eigenbelang vooropstellen en ervoor willen zorgen dat Nederland blijft bestaan en dat ze de opstekende storm in het veiligheidslandschap willen overleven. Privacy, goed onderwijs, gezondheidszorg, sociale wetten, het doet er allemaal niet toe wanneer we als land niet meer bestaan. Hoe kan het dan zijn dat de positie van de krijgsmacht ten opzichte van duidelijk zichtbare opponenten nog steeds zo sterk wordt ingeperkt? Ergens ontbreekt het aan politieke en maatschappelijke moed en een gevoel van urgentie om de noodzakelijke keuzes te maken en de wetten doordacht maar kordaat onder handen te nemen, zodat de krijgsmacht de benodigde ruimte krijgt om de verdediging van Nederland waar te kunnen maken.
Vis pacem, para bellum (Foto: Wikimedia Commons)
Het besef dat onze verworvenheden worden bedreigd lijkt niet wijdverspreid, we leven er immers niet naar. We leiden ons dagelijks leven, maken ons druk om futiliteiten, althans als we die tegen de grote en echte bedreigingen afzetten. Mogelijk dat het klimaat een fundamentele kwestie is van zodanig existentieel belang dat veel mensen hiervoor vergaande maatregelen accepteren (velen ook niet), maar dieper wordt er doorgaans niet gegraven. En drukt Defensie nu op de alarmknop? Als we de extern gerichte boodschappen van Defensie op het internet lezen, dan betreft het vrijwel alleen een ‘goed nieuws show’ of obligate reacties op kritiek of vermeende misstanden. Dan spreekt de defensieleiding excuses uit, richt weer een commissie op of benoemt een toezichthouder (met een staf natuurlijk) en sust zo de gemoederen. Tja, weer zoveel voltijdse functies die niets toevoegen aan de zwaardmacht.
Over personeel gesproken … Er lijkt nieuw potentieel aangeboord te kunnen worden. Ambtenaren voor wie een ‘functie elders’ wordt gezocht kunnen moeiteloos in een militair pakje worden gehesen en gaten in de organisatie opvullen. We hebben gezien dat daarvoor helemaal aan de top het goede voorbeeld is gegeven door de KMar-leiding in handen te geven van iemand met wel een heel schone (lees lege) militaire lei. Waar we eerder hebben geconstateerd dat toch slechts weinig Nederlandse burgers een oorlog verwachten, kunnen we blijkbaar best op de koop toenemen dat deze verkleedpartij qua slagkracht niets voorstelt en dat de vastgelegde normering voor militaire kwalificaties geheel aan de kant wordt geschoven. Gelukkig is daar niets over opgeschreven in internationale verdragen, anders had het niet gekund. De eigen, nationale wetten en regels zijn blijkbaar ook in dat opzicht makkelijker om te buigen; en…waarom dan niet de uAVG? Nog even en we kunnen de halve Nederlandse bevolking, leeftijd geen bezwaar, tot reservist benoemen! Of raken we hiermee indirect het gevoelige onderwerp dienstplicht???
Redactie