
Afbeelding: Wikimedia Commons
OPINIE - BINNENLAND
Down Under
MARTIJN KITZEN
Op uitnodiging van Australische collega’s gaf ik onlangs een cursus op de Australian Defence Force Academy. Het was een interessante ervaring, niet in de laatste plaats vanwege de nogal diverse groep studenten. Zo zat de sergeant van het commandoregiment ingeklemd tussen twee reserveofficieren, de een was een bankier en de ander een lerares. Wat volgde was een week waarin ik vooral ook zelf veel heb geleerd van het totaal andere perspectief waar deze groep mij in meenam. Het is niet zo raar dat mensen aan de andere kant van de wereld op een andere manier naar de internationale situatie kijken. Wat mij echter opviel was dat er, ondanks de verschillen, toch ook veel overeenkomsten zijn als het gaat om de vraag hoe om te gaan met veiligheidsvraagstukken. Het biedt een mooie gelegenheid hierop te reflecteren en onszelf een spiegel voor te houden.
Als eerste valt op dat de oorlog in Oekraïne voor Australië wel erg ver weg is. En dat geldt ook meer in het algemeen voor de dreiging van Rusland als speler op het wereldtoneel. Vanuit down under bezien, is het steeds assertievere China de grootste uitdaging voor stabiliteit en veiligheid. Dat uit zich niet alleen in de Indo-Pacific regio, maar ook in Australië zelf. Om met dat laatste te beginnen is er het inmiddels beruchte voorbeeld van de haven van Darwin. Chinese investeerders wisten in 2015 hun hand te leggen op deze strategisch belangrijke locatie – vlakbij ligt onder meer een permanent bemande basis van het Amerikaanse Marine Corps (USMC). Er zijn inmiddels diverse plannen gelanceerd om hier een einde aan te maken door in de buurt een compleet nieuwe (!) haven te bouwen of simpelweg over te gaan tot het nationaliseren ervan. Hoewel er nog geen oplossing is, is het directe gevolg dat het bewustzijn omtrent de Chinese invloed enorm is toegenomen. Ook regionaal doet zich die invloed voelen. Landen die voorheen vooral op het Westen gericht waren wenden zich steeds vaker tot China. Uiteraard zit daar een proactief beleid achter, met economische, diplomatieke en militaire steun. In 2022 sloten de Solomoneilanden bijvoorbeeld een overeenkomst die voorziet in vergaande samenwerking met het Chinese veiligheidsapparaat. Australië probeert op haar beurt de Chinese inmenging te beperken en medestanders te zoeken door onder andere het intensiveren van diplomatieke banden, militaire samenwerking en het verstrekken van leningen. Ook de deelname aan AUKUS, het gezamenlijke Australische (A), Engelse (UK) en Amerikaanse (US) programma voor de aanschaf van nucleaire onderzeeërs, komt voort uit de behoefte de eigen belangen in de regio te kunnen beschermen met behulp van sterke bondgenoten. Ondanks deze focus op de eigen regio, dringt het toch steeds meer door dat de huidige strategische competitie zich op wereldniveau afspeelt. Het denken hierover begint langzaam vorm te krijgen. En hoewel het nog aftasten is naar de concrete betekenis hiervan, heb ik van best veel militairen en wetenschappers te horen gekregen dat ze verwachten dat hun land in de toekomst betrokken raakt in de strijd tegen Russische en Chinese invloed in onder andere Afrika. Tot zover het Australische perspectief; wat kunnen wij hiermee?
Het is logisch dat dreigingsperceptie beïnvloed wordt door geografische nabijheid. Waar in de Indo-Pacific China de belangrijkste dreiging is, is Rusland dat voor ons. Maar er zijn wel degelijk parallellen als we kijken naar de dynamieken die zich afspelen in het omgaan met deze dreigingen. Ten eerste is er de afhankelijkheid van de Verenigde Staten (VS). Zonder Amerikaanse veiligheidsgaranties geen geloofwaardige conventionele afschrikking, een situatie die ons maar wat bekend voorkomt. Daar wordt ook bij de inrichting van de krijgsmacht rekening mee gehouden. Op dit moment lijkt men, naar Amerikaans voorbeeld, zich vooral te richten op het gevecht op afstand in de regio. We kunnen hier echter ook iets leren van de manier waarop Australië probeert massa te genereren door, naast ongeveer zestigduizend voltijdmilitairen, circa dertigduizend reservisten in te kunnen zetten. Een andere overeenkomst met onze eigen situatie is dat men ook in de Indo-Pacific moet zien om te gaan met inmenging van een rivaliserende grootmacht. Het lijkt er echter op dat het tegengaan hiervan een stuk verder is dan in Europa. Het bewustzijn is hier sinds de oorlog in Oekraïne weliswaar toegenomen, maar de naïviteit ten aanzien van inmenging blijft groot. Eerder dit jaar stond Duitsland nog toe dat een deel van de haven van Hamburg in Chinese handen kwam. Ik zie ook hier echter het begin van een besef dat we leven in een tijd waarin autoritaire grootmachten wereldwijd onze belangen proberen te beschadigen. Dat vergt dat we als Westen samen optrekken en onze bondgenoten daar waar nodig ondersteunen. Ik ben mijn studenten in ieder geval dankbaar voor hun inzicht dat we moeten leren leven met het besef dat de wereld te klein is geworden om alleen onze eigen achtertuin in de gaten te houden.

Martijn Kitzen is hoogleraar aan de Nederlandse Defensie Academie en voormalig officier.