OPINIE - BINNENLAND

Weapons Instructor Course 2021

Deputy-supervisor Kliko: Eigenlijk is de WIC een leiderschapscursus vermomd als tactische cursus (foto: WFH)

Van Leeuwarden het expertisecentrum van Europa maken

IR. W.F. HELFFERICH

Van 3 mei tot en met 22 oktober vond op de Vliegbasis Leeuwarden de Weapons Instructor Course (WIC) 2021 plaats. De WIC is de opvolger van de Fighter Weapons Instructor Training (FWIT), waarvan de laatste in 2019 werd gehouden. In bijna zes maanden werden 24 cursisten uit Nederland, België en Noorwegen opgeleid tot wapeninstructeur. Voor het eerst namen niet alleen vliegers, maar ook officieren uit andere dienstvakken deel aan de cursus van universitair niveau.

Bij de FWIT werd al samengewerkt tussen de F-16 en de C-130, maar bij de WIC namen voor het eerst ook F-35 vliegers, inlichtingenofficieren, Patriot-operators en Air Battle Managers deel.

‘Wat we doen is wapenofficieren opleiden van inmiddels zes verschillende divisies’, vertelt supervisor maj Cribs [1], een maand voor het einde van de cursus. ‘Naast de F-16 hebben we nu ook de F-35 en C-130 als vliegende divisies, en drie niet-vliegende: Air Battle Management (ABM, beter bekend als het gevechtsleidingscentrum Bandbox), Intel en Patriot'.

'Op al die systemen en vliegtuigen leiden wij de studenten op, die door de eigen squadrons zelf zijn geselecteerd. Die worden bij ons afgeleverd, ze zijn dus al heel goed en wij maken ze nog een beetje beter. Heel veel beter. We geven ze technieken mee opdat ze goed instructie kunnen geven. Zodat ze niet alleen heel goed worden, maar ook de skillset, de vaardigheden die ze hebben, kunnen overdragen aan andere mensen. Het idee is dat we hier niet de capaciteit hebben om de hele luchtmacht beter te maken. Dus kiezen we voor een klein clubje dat talent heeft voor de instructie en dat goed is in wat ze doen. Die gaan als de cursus voorbij is terug naar hun eigen unit om hun hele team naar een hoger niveau te tillen’, aldus Cribs, die inmiddels is omgeschoold naar de F-35 en zo tot de vliegers van de 5e generatie vliegtuigen behoort. ‘Op het squadron zijn ze belast met de weapons en de tactics en geven iedereen les in de nieuwste tactieken, wapens en wijze van optreden. Maar het belangrijkste is dat ze de baas zijn van de tactics en dus ook met alle andere divisies contact houden. Dat, als ze een keer op uitzending moeten, die mannen allemaal in the lead zijn van hun eigen afdeling. Aan het eind van de cursus krijgen ze een bijzondere patch en die geeft aan dat ze het aanspreekpunt zijn voor alle tactieken en tactische vraagstukken’.

‘Daarnaast focust de cursus op leiderschap’, vult maj Kliko, deputy supervisor 4e generatie vliegtuigen [2] aan. ‘Eigenlijk is de WIC een leiderschapscursus vermomd als tactische cursus’. ‘En al die vaardigheden worden ook getest tijdens de cursus. We willen kijken hoe mensen functioneren en ook blijven functioneren onder stress. Dus als iemand heel goed is en voldoet aan alle eisen, dan schroeven we het scenario een beetje op om te kijken of iemand, ook op een dag dat het niet zo goed gaat, nog steeds met de borst vooruit blijft lopen, omdat je dat ook in combat kunt tegenkomen’, aldus Cribs.

Lange dagen

Het vliegen zelf is volgens de supervisor niet anders dan op het squadron. ‘Een missie van een uur, anderhalf uur per dag, met plannen, briefen en debriefen. Normalerwijze ben je daar een uurtje of zes, zeven mee kwijt. Maar tijdens de cursus is dat wel een uur of twaalf. De planning duurt wat langer, je neemt iets meer tijd om te coachen, je kunt iets meer de diepte in gaan, maar de briefing duurt even lang, een uur. Dan gaan we vliegen en vooral de debriefing daarna is waar de lessen geleerd worden. Op het squadron is dat een uurtje, maar hier duurt het soms wel vier uur en dan praten we echt in detail, waarom iets is gebeurd. De briefing gaat heel erg over ‘hoe gaan we dat doen’ en de debriefing over waarom we dit hebben gedaan. In een week met vijf vliegdagen betekent dat dus maar liefst zestig uur intensief werken! Cribs: ‘Voor de vliegende crew geldt een verplichte crewrest van twaalf uur, dus we móeten daarna stoppen. Maar Intel bijvoorbeeld gaat na die twaalf uur het scenario van de volgende dag voorbereiden, dus pakken ze meestal zestien uur en dat maal vijf. Die gaan het hele weekend slapen denk ik!’, zegt de supervisor lachend.

Deputy supervisor Kliko: ‘Daarnaast focussen we heel erg op de non-technical skills. Het gaat niet alleen om het vliegen, maar ook door aan leiderschap mensenkennis te koppelen. Je moet leren in te schatten waar de pijnpunten zitten bij mensen en hoe daarop in te spelen. Iedere persoon is weer anders. Met een stukje mensenkennis zal je de student daarop moeten voorbereiden. Als instructeurs simuleren we allerlei typen personen die ze op het squadron kunnen tegenkomen’.

Cribs: ‘De FWIT was iets meer gefocust op de technische skills. Nu bereiden we ze wat meer voor op de echte wereld. Hoe je je team managet en hoe je op uitzending gaat werken’. Kliko: ‘Leren integreren, leren wat de sterke punten zijn van de andere divisies, zodat je als team NL of als team coalition met Noren of Belgen aan boord als team weet te functioneren. Dus als de politiek straks zegt: Je gaat naar land X, dat de patch die we hier opgeleid hebben de Mission Planning Cell (MPC) kan leiden en met de contacten die hij heeft meteen de juiste mensen kan aanpingen. Zodat we meteen een goed plan hebben voor de eerste missie. Maar voor het wegsturen moet wel eerst die hele MPC opgezet worden. Er moeten dingen voorbereid worden. Daar bereiden we ze hier ook op voor’.

In de categorie ‘Transport’ werd o.a. deelgenomen door deze Airbus A-400M van de vliegbasis Wunstorf (foto WFH)

Tijdens de briefing doet supervisor Cribs de doelstellingen van de WIC uit de doeken (foto: LWD)

WIC versus FWIT

‘Vroeger, bij de FWIT, waren we heel goed in het F-16 vliegen, wisten we van elk schroefje in de F-16 waar het zat, maar daar heb je niet zo heel veel aan. Die details hebben we een beetje losgelaten om meer tijd te kunnen besteden aan het integreren als een team’, stelt de cursusleider. ‘Er is dus wel doorgebouwd op de FWIT-syllabus, maar het gaat nu veel meer over integratie en leiderschap’. Deputy Kliko: ‘Die integratiemomenten zoeken we over de hele syllabus. Al die verschillende syllabi moeten op elkaar worden afgestemd, opdat je al die integratiemomenten op het juiste ogenblik kunt pakken met Intel, met de Patriot, de C-130 en ABM. Dat moet allemaal opgenomen worden in één plan. Er zijn dus geen aparte fases meer zoals air-to-air of air-to-ground, omdat alles geïntegreerd is’.

Cribs schat dat 30 tot 40% van de syllabus voor de F-35 in een simulator wordt gevlogen. Het gaat daarbij vooral om de nachtmissies, dit ter voorkoming van geluidsoverlast. Maar ook bijzondere missies die in het echt niet snel hier zullen voorkomen, zoals bijvoorbeeld het begeleiden van een B-2 bommenwerper. Dat percentage is veel hoger dan bij de F-16. De deelnemers van de verschillende landen mogen in elkaars simulator vliegen, net als in elkaars kisten. Tot nu toe was dat bij de F-35 niet mogelijk, maar voor de WIC is dat nu ingevoerd, net als voor de F-16 tijdens de FWIT.

De F-35 is in vergelijking met de 4e generatie jachtvliegtuigen volgens maj Kliko een force-enabler, een risk-level reducer, waardoor de 4e generatie, dat zijn niet alleen F-16’s, maar ook de Tornado’s en de Eurofighters, betere overlevingskansen heeft in een dreigingsomgeving en dankzij de datalink meer situational awareness (SA). Cribs: ‘Intel heeft echt grote stappen gemaakt. We hebben op dit moment nog geen intelpatch die kan leiden. Daarom zijn de Amerikanen van USAFE hier geweest als gastinstructeur voor Intel. Ook voor ABM hebben we een gastinstructeur’. Kliko: ‘De learning curve van Intel ging steil omhoog. De producten die ze leveren zijn zoveel beter in kwaliteit en relevantie. De feiten die ze aanleveren zijn echt van belang voor de missie. Vroeger hadden ze vooral een ondersteunende rol, maar nu zijn ze deel van de missie, een team member. Dat geldt ook voor ABM. Ze zijn allemaal deel van het team’.

Ook Duitse Tornado’s waren van de partij, zoals deze IDS-variant van Fliegerhorst Büchel (foto: WFH)

Best job in the air force

Omdat die patch zo belangrijk is, is een nieuw embleem ontworpen. Wie F-35 of F-16 vliegt krijgt de patch met de tekst Fighter Weapons Course, bij de andere deelnemers is het woord ‘Fighter’ weggelaten.

De WIC begon met 24 cursisten, waarvan zeven F-35 vliegers, zes F-16 vliegers, vijf inlichtingenofficieren, twee Air Battle Managers, twee Patriot-operators en twee C-130 vliegers.

Cribs verwacht dat de WIC naast de al bestaande zes divisies, in de toekomst nog uitgebreid zal worden met de MQ-9, cyber en bijvoorbeeld Joint Terminal Attack Controllers (JTAC). Een behoorlijke klus voor de supervisors. ‘Deputy-supervisor is a hell of a job, but the best job in the whole air force!’, stelt Kliko. ’Aan het begin van de integratie van alle divisies, aan het front van tactische inzet, waardoor de missies veel effectiever worden. We willen dan ook van Leeuwarden het Nellis [3] van Europa maken, een echte school’.

Voor de Large Forces Employment had de Luftwaffe Eurofighters ingezet, hier afkomstig van Laage, thuisbasis van de Waffenschule (foto: LWD)

Indrukwekkende takeoff van een F-35 op een natte baan

Large Forces Employment

De eindoefening neemt de laatste twee weken van de vliegperiode in beslag. Het gaat hierbij om de Large Forces Employment (LFE), met ongeveer veertig tot vijftig vliegtuigen per missie. ‘We testen de leiderschapskwaliteiten en iedere dag is een andere student de mission commander. Ook een niet-vlieger kan de missie leiden, bijvoorbeeld een inlichtingenofficier’, vertelt Kliko. ‘Dat is echte integratie. Ook de Duitsers, die hun eigen Waffenschule hebben, doen nu mee en die werken soms wat anders. Ook verzorgen zij SEAD met hun ECR-Tornado’s' [4]. Per dag worden twee missies gevlogen, dus tot de laatste vrijdagmorgen in totaal negentien LFE-missies. ‘De kracht van de WIC is dat we allemaal maar kleine landen zijn, niet in staat de vijand in ons eentje te verslaan. Dus we móeten samenwerken. En door dat te doen stroomlijnen we de tactieken en zijn we super interoperable. We spreken allemaal dezelfde taal’, aldus supervisor Cribs tot slot.

Amerikaanse F-16C afkomstig van Spangdahlem (foto: LWD)

De Belgische luchtmacht die nog niet over de F-35 beschikt had F-16’s afgevaardigd; hier in gezelschap van een F-35A Lightning II (foto: LWD)

Eindnoten

  1. Op verzoek van de geïnterviewde personen wordt alleen de rang en de tactical (bijnaam waaronder betrokkene intern bekend staat) gebruikt.
  2. De 4e generatie, dat zijn vliegtuigen als de F-16 en tijdgenoten.
  3. Nellis Air Force Base, gelegen in Nevada, vlakbij Las Vegas, is de thuisbasis van o.a. de beroemde Red Flag oefeningen.
  4. SEAD: Suppression of Enemy Air Defence, ECR: Electronic Combat Reconnaissance.