Aan de onderhandelingstafel…

Wel of geen akkoord, hoe gaan we nu verder?

door Thijs van Leeuwen

Op het moment dat de ProDef met dit artikel op uw (digitale) deurmat valt, dan zijn we (als het goed is) al even met de bekende AV-roadshow bezig. Doel van deze tour is u zo goed als mogelijk voor te lichten, zodat u een weloverwogen besluit kunt nemen op de arbeidsvoorwaardelijke uitkomst. Uw besluit hierin is belangrijk, zeer belangrijk. Want dat bepaalt of wij naar uw mening terecht geen onderhandelaarsresultaat hebben bereikt, of dat u toch liever ziet dat wij van deze uitkomst een akkoord maken. Minstens zo belangrijk is echter om na te denken over het volgende: hoe gaan wij hierna verder? Hoe gaan wij zorgen dat u écht significante verbeteringen gaat zien?

Dit is wat ik in deze ProDef met u wil behandelen. Want het vormt voor ons een wezenlijke uitdaging, dat mag u gerust weten. Waar ik het nu dan ook niet met u over ga hebben, is wat wij als officierenverenigingen vinden van hetgeen we eerder aan u hebben voorgelegd. Dit heb ik u duidelijk gemaakt in mijn brief aan u allen en in de analyses die wij online hebben geplaatst. Wilt u hier nog meer over weten, of wilt u uw (on)genoegen uiten, dan kunt u dat altijd aan mij kenbaar maken.

Een arbeidsvoorwaardenakkoord, en de verbeteringen die daarin worden afgesproken, is belangrijk. Zeker in een tijd waarin personeel schaars is, en goéd personeel helemaal amper te vinden, zijn basale arbeidsvoorwaarden wel het minimum waar een werkgever aan moet voldoen. Hoewel er nog werkgevers zijn die ‘COVID’ als argument gebruiken om hun toenemende ‘winsten’ niet meer naar het personeel te laten vloeien, zien we dan ook vele sectoren waar fikse loonsverhogingen worden toegekend. Combineer personele schaarste nog met een tijd waarin alle prijzen de pan uit reizen, en je hebt een cocktail van zaken die maakt dat je niet wegkomt met het geven van een fooi aan je personeel. Doe je dat wel? Dan raak je je mensen kwijt. Dan raken blijvende werknemers minder gemotiveerd en lukt het je niet om voldoende nieuwe krachten aan te trekken. Een eerlijke verbetering van arbeidsvoorwaarden is dus een must, dat staat buiten kijf.

Tegelijkertijd heeft de inhoud van de gemiddelde cao niet zoveel om het lijf en is met name het financiële effect ervan doorgaans beperkt. Een paar procent loonsverhoging is voor de meesten van ons immers tientjeswerk, zeker netto gezien. Echt grote veranderingen ga je met de financiële ruimte voor een normale cao niet bewerkstelligen, tenzij dit ten koste van andere zaken gaat natuurlijk.

De personele problemen waar Defensie, en vooral de Krijgsmacht mee te kampen heeft, zijn voor een gemiddeld arbeidsvoorwaardenakkoord veel te groot. En met de financiële ruimte die het kabinet aan de diverse overheidssectoren toebedeeld (referentieruimte) voor aanpassing van arbeidsvoorwaarden, nooit op te lossen. Het is dan ook niet vreemd dat er in de afgelopen 20 jaar al afspraken worden gemaakt over de herziening van het loongebouw, het stelsel van toelagen het personeelssysteem, zonder dat daar echt wezenlijk invulling aan gegeven is. Het geld voor de noodzakelijke grootschalige veranderingen ontbreekt immers. Tot op heden althans

Naar mijn mening moeten er echt grote stappen worden gezet op de het beloningsmodel en het personeelssysteem voor militairen, waarna we m.i. overigens ook die van onze burgers moeten herzien. Daar hebben we al jaren namelijk een groot probleem, bij onze militairen. Als ik de kern van dit probleem moet samenvatten dan luid dit als volgt: we waarderen én belonen onze jonge, operationele en lager gegradueerde militairen structureel onvoldoende.

Het gevolg hiervan is een te groot verloop van personeel, met alle gevolgen voor opleiding en werving van dien, en een ernstige ondervulling van cruciale operationeel inzetbare militairen in de manschappen-, onderofficiers- en (subalterne) officiersrangen.

Willen we het personeelsprobleem oplossen dan hebben we m.i. twee zaken nodig: geld en focus.

Op het vlak van geld hebben wij een Defensie Personeel Plan (DPP) geschreven en hebben we becijferd dat er 350 miljoen euro nodig is. Als het goed is, is dit voor u geen nieuws. Wij strijden bij de werkgever, de politiek en vooral de partijen aan de formatietafel dan ook voor het toekennen van deze 350 miljoen (uiteraard structureel en aanvullend aan de huidige begroting). Willen zij de personele problemen bij de Krijgsmacht oplossen, dan is dit nodig. Dat is onze boodschap.

Vergeleken met het geld is de tweede randvoorwaarde, focus, misschien nog wel lastiger. Verkrijgen van focus vergt namelijk eenheid van opvatting én inspanning van vele partijen. Waarbij de werkgever (een conglomeraat van vele partijen) en de bonden misschien wel de belangrijkste zijn. En daar wringt het. Onze achterbannen vinden namelijk vele dingen belangrijk. Niet alleen een arbeidsvoorwaardenakkoord dat recht doet aan hun positie, maar ook een betere toelage buitenland, betere regelingen voor zware beroepen en aanpassingen aan regelingen voor overwerk, om er maar een paar te noemen. Tegelijkertijd vinden de ‘achterbannen’ van Defensie minstens zoveel verschillende dingen belangrijk. En die komen vaak niet met elkaar overeen. In tijden dat het overleg tussen bonden en werkgever ‘goed’ loopt is het verkrijgen van focus dus al lastig genoeg. Wil je in zulke omstandigheden problemen oplossen dan moet je keuzes maken. En keuzes maken doet pijn, anders zijn het geen echte keuzes. Maar in tijden waarin het overleg niet goed (of helemaal niet) loopt, nu dus, is het verkrijgen van focus zo goed als onmogelijk. Al ruim een jaar zijn wij nu aan het ‘vechten’ met Defensie over een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord. En al ruim een jaar spreken wij dus over praktisch niets anders. Dit betekent dan ook dat wij al ruim een jaar het bereiken van een akkoord, met dus een relatief beperkt effect op uw situatie, verkiezen boven het oplossen van echt grote vraagstukken.

Ik vraag me in goede gemoede af of we hier slim aan doen. Sterker nog, of we nu een arbeidsvoorwaardenakkoord bereiken of niet, mijn mening is dat we als de wiedeweerga aan de slag moeten met de HR-transitie. En dan vooral aan het bouwen van een nieuw loongebouw en het inrichten van een nieuw personeelssysteem, als onderdeel van deze HR-transitie.

Uitgaande van de situatie dat er straks Op het moment dat de ProDef met dit artikel op uw (digitale) deurmat valt, dan zijn we (als het goed is) al even met de bekende AV-roadshow bezig. Doel van deze tour is u zo goed als mogelijk voor te lichten, zodat u een weloverwogen besluit kunt nemen op de arbeidsvoorwaardelijke uitkomst. Uw besluit hierin is belangrijk, zeer belangrijk. Want dat bepaalt of wij naar uw mening terecht geen onderhandelaarsresultaat hebben bereikt, of dat u toch liever ziet dat wij van deze uitkomst een akkoord maken. Minstens zo belangrijk is echter om na te denken over het volgende: hoe gaan wij hierna verder? Hoe gaan wij zorgen dat u écht significante verbeteringen gaat zien? Stand van zaken CAO Voorlichting 5 alsnog een arbeidsvoorwaardenakkoord komt, wat ik niet een heel grote kans geef, is dit al een uitdaging genoeg. Komt er echter geen arbeidsvoorwaardenakkoord, dan lijkt het aanpakken van het beloningsmodel en het personeelssysteem helemaal ver weg. Bonden hebben in die situatie namelijk historisch gezien de neiging om het overleg met Defensie totaal stop te zetten. Dit is immers een van de weinige pressiemiddelen die wij hebben. En in de eerste reacties op de uitkomst van de arbeidsvoorwaarden, heb ik diverse personeelsleden hier ook al toe zien oproepen. Maar doen wij hier in dit geval wel verstandig aan.

Blijft een arbeidsvoorwaardenakkoord uit, dan is dat wat het personeel wil. Ik respecteer dat en heb er meer dan begrip voor. Maar wanneer wij (de bonden) ervoor kiezen om het overleg aangaande het beloningsmodel en het personeelssysteem stil te leggen, dan maken wij naar mijn stellige overtuiging een strategische fout. Dan stellen we verkeerde prioriteiten en maken we úw problemen én die van de Krijgsmacht alleen maar groter.