HISTORIE
SOXMIS, BRIXMIS en andere missies
De militaire liaisonteams van de Geallieerden tijdens de Koude Oorlog
LKOL B.D. P. DEKKERS

Wie tijdens de Koude Oorlog als militair (tijdelijk) in de Duitse Bondsrepubliek verbleef, kan zich ongetwijfeld deze kaartjes nog wel herinneren. Een opvallend autonummerbord met daaronder de tekst:
‘Indien U een dergelijk nummerbord ziet heeft U te maken met een SOXMIS voertuig. Rapporteer dit feit zo spoedig mogelijk aan Uw COMMANDANT volgens de aanwijzingen aan de achterkant van dit formulier’.
Maar, wat waren dit eigenlijk voor voertuigen en wat deden de inzittenden daar? In dit artikel halen we de herinnering op aan een van de merkwaardigste uitwassen van de Koude Oorlog, de militaire liaisonteams die kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog (WO II) door de vier overwinnaars werden opgetuigd1.
Na de Duitse capitulatie aan het einde van WO II in Europa, werd het bestuur over Duitsland gezamenlijk overgenomen door de Sovjet-Unie (SU), de Verenigde Staten (VS), Groot-Brittannië (GB) en Frankrijk. Heel Duitsland, en apart daarvan nog eens de hoofdstad Berlijn, werd zoals afgesproken tijdens de conferentie van Jalta in 1945, opgedeeld in vier bezettingszones die werden bestuurd door een Geallieerde Bestuursraad, bestaande uit de opperbevelhebbers van de geallieerde troepen: de generaals Eisenhower namens de VS, Zjoekov namens de SU, De Lattre de Tassigny voor Frankrijk en maarschalk Montgomery voor GB.
Door de oplopende spanningen tussen de drie Westelijke Geallieerden enerzijds en de SU anderzijds ontstond al snel de noodzaak om afspraken te maken over wederzijdse militaire missies om de samenwerking te bewaken en te bevorderen. Deze afspraken werden vastgelegd in de zogeheten Robertson-Malinin overeenkomst tussen GB en de SU, later gevolgd door de Huebner-Malinin en Noiret-Malinin overeenkomsten tussen respectievelijk de VS en Frankrijk met de SU. In deze overeenkomsten werd bepaald dat vertegenwoordigers van elk van de vier bezettingsmachten als liaisonteams toegang hadden tot de andere bezettingszones. Als gevolg van deze overeenkomsten werd voor dit doel een viertal speciale organisaties opgericht: de British Commanders’-in-Chief Mission to the Soviet Forces in Germany (BRIXMIS), de US Military Liaison Mission (USMLM), de Mission Militaire Française de Liaison (MMFL) en de Russische Soviet Exercise Mission (SOXMIS). De westerse liaisonteams waren gevestigd in Berlijn en Potsdam, de Sovjets hadden Frankfurt als domicilie voor de Amerikaanse bezettingszone en Baden-Baden en Bünde voor de gebieden die onder controle stonden van de Fransen en de Britten.
Toen in 1949 de Duitse Bondsrepubliek (BRD) werd gesticht en in haar kielzog de Duitse Democratische Republiek (DDR) bleven deze overeenkomsten hun geldigheid behouden. Echter, het oorspronkelijke doel van deze missies, het bevorderen van de wederzijdse samenwerking, werd met het toenemen van de tegenstellingen tussen Oost en West, al snel uit het oog verloren en de missie van de vier organisaties ontaardde al snel in, min of meer gedoogde, openlijke spionageactiviteiten. De personele omvang van de missions was niet groot, zo telde de Britse missie niet meer dan ca. dertig leden, waaronder tien officieren. De Amerikaanse USMLM was groter in omvang met 98 leden, waarvan er overigens slechts 14 officieren en onderofficieren over de accreditatie beschikten met de speciale passen om het ‘veld’ in te mogen gaan. Dat aantal was in lijn met wat gespecificeerd was in de Huebner-Malinin overeenkomst. De Chief of Mission merkte in zijn jaarverslag van 1977 zuinigjes op: ‘Soviet support was, as in the past, at the bare minimum established by the Huebner-Malinin Agreement’. De Russische missie telde 63 leden.
Deze kleine teams moesten dus inlichtingen gaan verzamelen, waar en wanneer ze maar konden, en dat gebeurde dan ook. Zo reden de paar Amerikaanse teams tijdens hun tours alleen in 1977 al meer dan 700.000 autokilometers bij elkaar. Spioneren waar je maar kon, maar dat was niet overal. In elk van de vier bezettingszones waarin Duitsland was verdeeld hadden de machthebbers Permanent Restricted Areas (PRA’s) ingesteld, die indien noodzakelijk konden worden aangevuld met Temporary Restricted Areas (TRA’s). Onnodig te zeggen dat dit nu juist de gebieden waren waar de teamleden, als zij op missie waren, het meest in geïnteresseerd waren, omdat veelal juist daar militaire activiteiten plaatsvonden. De verkenningen waren sowieso al geen sinecure want de ‘spionnen’ moesten in militair uniform gekleed gaan, mochten ook geen wapens of radio’s bij zich hebben en moesten gebruik maken van duidelijk herkenbare en gekentekende voertuigen. De auto’s moesten in militair-groen gespoten zijn en waren zorgvuldig geprepareerd voor hun ‘James Bond’-rol, zoals de voorziening met pantserplaten en een versterkte wielophanging. Best opvallend dus en de voertuigen werden zodra zij de weg opkwamen steevast gevolgd. Dat leidde meestal tot een kat-en-muis-spel waarbij alles uit de kast werd gehaald om de achtervolgers van zich af te schudden. Het gebruik van geweld om de spionnen te hinderen was niet toegestaan, maar klemrijden, een aanrijding veroorzaken, van de weg rijden, dat gebeurde allemaal wel. De missie was dus niet zonder risico.
De auto's waren legergroen gespoten en voorzien van pantserplaten en versterkte wielophanging

Temporary Restricted Areas (TRA's)

Gewapend met flinke telelenzen probeerde men scherpe opnamen te maken
Illustratief hiervoor is een incident dat plaatsvond in de nabijheid van de Russische helikopterbasis Nohra, in de buurt van Weimar. Een voertuig van het Franse liaisonteam hield zich op in de buurt van de basis. Op Nohra waren sinds kort gevechtshelikopters gestationeerd die zich in de warme belangstelling van de westerse inlichtingendiensten mochten verheugen. De Franse officieren wilden tot elke prijs een foto van de nieuwste technische snufjs maken, maar werden daarbij door de Oost-Duitse Staatssicherheitsdienst, de beruchte STASI, opgemerkt, die het Franse voertuig al eerder had geschaduwd. De KGB-eenheid in Weimar werd gealarmeerd en daarvandaan werd met groot materieel uitgerukt. De Fransen probeerden te vluchten, waarop een Russische majoor uit zijn auto sprong om de Fransen aan te houden. Hij werd door de Mercedes van de Fransen omvergereden, maar de Russen wisten desondanks het voertuig tot stoppen te dwingen. De Fransen probeerden daarop de situatie te de-escaleren door de Russen drank en sigaretten aan te bieden. De Russische commandant wees de Fransen erop dat ze zich op verboden gebied bevonden en de Russen begeleidden de Fransen terug naar de grote weg. Om het geheel af te sluiten werden de Russische militairen aansluitend door de Fransen nog gefêteerd op een drinkgelag in een nabijgelegen Bierstube.

de foto's waren vaak van matige kwaliteit; hier een bewapende helikopter van het type HIP
Voor de DDR-troepen moest de situatie dubbel frustrerend zijn geweest als zij weer eens een USMLM of BRIXMIS-voertuig hadden aangehouden. De westelijke machten erkenden de wettelijke status van de DDR-militairen niet en gaven in alle gevallen te kennen dat zij alleen zaken met Russische officieren wensten te doen. De DDR-militairen konden niet veel anders doen dan de Amerikanen of Britten te bewaken en te wachten op de komst van een officier van de Group of Soviet Forces in Germany (GSFG). Die kon overigens ook niet veel meer doen dan ‘foei’ roepen en in het ergste geval de betrokkenen meenemen naar het hoofdkwartier voor een reprimande door de regimentscommandant. Waar de teams vooral op uit waren was het vastleggen van troepenbewegingen en het fotograferen van nieuw materieel, maar ook het kleinere werk was niet beneden hun waardigheid. Zo werden door de teamleden ook de vuilnisbelten en afvalbakken doorzocht op zoek naar geheime informatie. Ook de Nederlandse eenheden van de Groep Geleide Wapens (GGW) in de Bondsrepubliek werden meer dan eens met activiteiten van deze missies, in dit geval SOXMIS, geconfronteerd. In tegenstelling tot de Britse, Franse en Amerikaanse missies in Oost-Duitsland werd de Sovjets echter weinig in de weg gelegd. De Russen konden vrijwel ongehinderd hun werk doen en waren in de Britse zone in Bünde zelfs woonachtig in dezelfde wijk waar ook Britse officieren woonden en konden ook hun boodschappen doen in de belastingvrije Engelse NAAFI-stores.

Het onderkomen van de Russische missie in Bünde
Ondanks alle tegenwerking werd door de teams toch verrassend veel bruikbare informatie verzameld. En met die tegenwerking viel het meestal ook nog wel mee. Uit het jaarverslag van de Amerikaanse missie kan opgemerkt worden dat de sfeer tussen de Amerikanen en de Russen meestal goed was te noemen. Men beschouwde elkaar meer als collega’s dan als vijanden en nationale feestdagen werden wederzijds goed bezocht. Zo werd op de traditionele Amerikaanse Thanksgiving viering de Russische deputatie onthaald op een door de Amerikaanse dames, echtgenotes van het personeel van de USMLM, bereid potluck dinner. Highlight van de avond was volgens dit rapport de vertoning van de Disney-film Snow White and the Seven Dwarfs. Maar ook met de volgens Huebner-Malinin verplichte ondersteuning zat het meestal ook wel goed. Zo leverden de Sovjets in 1977 32 ton kolen om de Amerikaanse missie in Potsdam warm te houden, en ook op de levering van elektriciteit, brandstof, water en levensmiddelen werd niet gekort.
De liaison-teams speelden niet alleen een belangrijke rol bij het verzamelen van inlichtingen tijdens de Koude Oorlog maar ook bij het verminderen van achterdocht over mogelijke offensieve militaire acties. De militaire missies waren uniek en boden tijdens de Koude Oorlog, ondanks alle geheimhouding, de mogelijkheid een blik te werpen in het hart van de tegenstander. Het werk van de liaisonteams had weliswaar geen aanval kunnen voorkomen, maar ze hadden de verrassing aanzienlijk kunnen wegnemen. De Westelijke Geallieerden verzamelden nauwkeurige informatie over de capaciteiten en mogelijkheden van zowel de Sovjet-bezettingsmacht als van het Sovjetleger in zijn algemeenheid. Zo waren de foto’s en andere informatie in de combat mission briefing folders van de Nederlandse vliegende squadrons voor een groot deel te herleiden tot het werk van deze liaisonteams.
Met het einde van de Koude Oorlog kwam ook een einde aan de hier beschreven militaire liaisonteams en na de Duitse hereniging werden zij ontbonden. Gespioneerd wordt er nog altijd, maar waar tijdens de Koude Oorlog spionage nog enigszins berustte op orde en gerespecteerde regels, zijn de acties van de inlichtingendiensten nu niet alleen vele malen veelomvattender, maar ook meedogenlozer geworden. Waar ooit militairen voorzien van een fototoestel met telelens wazige plaatjes schoten van Sovjetmaterieel, kunnen satellieten nu vanuit de ruimte haarscherpe gedetailleerde beelden naar de aarde sturen. Waar de leden van de liaisonteams nog in de vuilnisbakken snuffelden op zoek naar mogelijk geheime documenten zijn staatshackers tegenwoordig met hun laptop op jacht naar informatie. Een mens zou bijna terugverlangen naar de tijden van de Koude Oorlog.
De liaison-teams speelden een belangrijke rol tijdens de Koude Oorlog
Eindnoot:
- Voor dit artikel werd o.a. gebruik gemaakt van de Unit History United States Military Liaison Mission to the Commander in Chief Group of Soviet Forces in Germany (declassified December 31, 2007), historiek.net, coldwar.org.uk en coldwarspies.com. Fotomateriaal Wikimedia Commons, en de eerdergenoemde Unit History.