OPINIE - BUITENLAND
De Russische strategische cultuur en het 'so what' voor het Westen
Verslag van het NOV mini-symposium
KOL B.D. A. KRUIZE en KOL B.D. MR. C.H. VAN DER MEIJ MPA
Inleiding
Op 29 juni jl. organiseerde de NOV op de Kromhoutkazerne te Utrecht een mini-symposium onder bovenstaande titel, waarmee werd ingespeeld op de lopende geopolitieke ontwikkelingen die het gevolg zijn van de Russische invasie in Oekraïne, 24 februari van dit jaar. Ongeveer zestig personen, waaronder een aantal niet-NOV leden, namen gedurende de middag deel aan een zeer interessant en – zeker voor officieren – aansprekend programma.
Het symposium begon met een ca. veertig minuten durende presentatie over de Russische strategische cultuur door maj der Infanterie Marnix Provoost MA, momenteel verbonden aan de NLDA voor zijn promotieonderzoek. Het tweede deel van het symposium – het ‘so what’ voor het Westen – werd ingeleid door cdre prof. dr. Frans Osinga, bijzonder hoogleraar War Studies aan de Universiteit van Leiden en tevens verbonden aan de NLDA. Cdre Osinga reflecteerde in eerste instantie op de presentatie over de Russische strategische cultuur met zijn visie op de positie die het Westen de afgelopen decennia heeft ingenomen. Aansluitend daarop vond een levendige discussie plaats met de deelnemers in de zaal. Als moderator trad op dr. Tim Sweijs, director of research bij het Den Haag Centrum voor Strategische Studies en tevens als research fellow verbonden aan het War Studies Research Centre van de NLDA. Het symposium werd afgesloten met een hapje en een drankje waarbij er voor Carré tevens gelegenheid was voor een kort vraaggesprek met de moderator van deze middag.

Maj Marnix Provoost MA
Presentatie strategische cultuur door maj Marnix Provoost
Het door de Russische Federatie (verder aan te duiden als Rusland) gevoerde buitenland- en veiligheidsbeleid gedurende de afgelopen decennia – met als uitvloeisel de invasie in het soevereine land Oekraine op 24 februari jl. – laat zien dat er fundamentele verschillen zijn tussen het Russische en westerse wereldbeeld. De vraag is in hoeverre het Russische buitenland- en veiligheidsbeleid hoofdzakelijk kan worden toegeschreven aan het denken en handelen van uitsluitend het staatshoofd. De stelling is dat ook het handelen van het staatshoofd (en overige leidinggevende functionarissen) sterk wordt beïnvloed door de strategische cultuur van het land zelf.
Onderstaand is de presentatie op kernpunten samengevat. Voor een dieper inzicht in en samenhang van alle aspecten betreffende de Russische strategische cultuur is het aan te bevelen ook het artikel ‘Poetins Rusland of Ruslands Poetin’ te lezen.
Wat wordt verstaan onder strategische cultuur?
Om bij confrontaties de tegenstander te kunnen inschatten en te kunnen anticiperen op zijn acties, is het van belang om inzicht te hebben in de strategische cultuur van een land. Die cultuur wordt gevormd door een drietal factoren: diepgewortelde historische ervaringen, politieke cultuur en geografie. Vervolgens is de strategische cultuur bepalend voor het wereldbeeld van een land. Om de strategische cultuur van een land verder te concretiseren en te begrijpen kunnen vanuit de drie genoemde factoren vragen worden gesteld, zoals: hoe worden door een land de internationale betrekkingen beschouwd, hoe worden conflicten benaderd, welke zijn de bedreigingen, wie wordt als vijand gezien; welke strategische mogelijkheden zijn er om op bedreigingen en vijanden te reageren en wat is in voorkomend geval de rol van militaire inzet?
Geografie, historie en politieke cultuur
Sinds zijn ontstaan kende Rusland geen natuurlijke barrières als grenzen en daardoor was het land kwetsbaar voor vijandelijke invasies. Om het land te beveiligen werd nieuw gebied verworven, waardoor de grenzen naar buiten werden verlegd. Zo werd strategische diepte gecreëerd die nodig was om het land te kunnen verdedigen tegen invallen van buiten. Zo werden uiteindelijk in het noorden (de Arctische Oceaan), in het oosten (Zeeën van Japan en Ochotsk, de Stille Oceaan) en in het zuiden (gebergtes, waaronder de Kaukasus, Pamir en Tian Shan) natuurlijke grenzen bereikt. Alleen in het westen werden door Rusland geen natuurlijke grenzen bereikt en om die reden ligt in het Russisch perspectief de kwetsbaarheid in het westen, een aanname die o.a. in 1812 en 1941 werd bevestigd. Daarbij komt dat het westelijke deel van Rusland – waar zich het ‘zwaartepunt’ van land bevindt – (bijna) geen ongehinderde toegang heeft tot de wereldzeeën. Dat maakt Rusland niet alleen militair, maar ook economisch, en mede daardoor politiek kwetsbaar. Het is derhalve voor Rusland belangrijk om in het westen te beschikken over strategische diepte en om te streven naar multi-polariteit in Europa.
Sinds de val van het Byzantijnse of Oost-Romeinse Rijk beschouwt Rusland Moskou als het middelpunt van de oosters-orthodoxe kerk, als het ‘derde Rome’. Verder ziet Rusland zich als bewaarder van de machtsbalans op het Europese continent, mede door de rol die het land heef gespeeld in de verschillende oorlogen. Dit betekent ook dat Rusland zich verzet tegen de veronderstelde westerse hegemonie. De politieke cultuur van het land kent een autocratische bestuursvorm die nooit echt ter discussie heeft gestaan. In die bestuursvorm beheerst een kleine elite de processen van binnen- en buitenlandse politiek, de kerk, de economie, het veiligheidsapparaat en de informatievoorziening.
In de geschetste politieke cultuur worden internationale betrekkingen gezien als een voortdurende confrontatie met andere staten, waarbij de nationale belangen worden nagestreefd. De confrontatie kan zich op uiteenlopende terreinen voordoen zoals op het politieke, diplomatieke, juridische, financiële en economische vlak. In deze benadering wordt door Rusland in de relatie met andere staten het aspect veiligheid als een zero-sum gezien: het versterken van de eigen positie zal altijd ten koste gaan van de veiligheid van een ander.
In de Russische opvatting bestaat er geen binair onderscheid tussen oorlog en vrede. Er is een voortdurende competitie en bijvoorbeeld het instellen van sancties is een vorm van oorlogvoering. Het is de overtuiging van Rusland dat de Russische identiteit en de territoriale integriteit permanent bedreigd wordt vanuit het Westen. Die bedreiging is niet alleen militair (naar het oosten uitbreidende NAVO), maar bestaat ook uit het mogelijk naar Rusland overslaan van de westerse levenswijze: cultuur, waarden, politiek systeem. Dus moet de strategische diepte worden bewaard en daarom zijn de Baltische staten, Belarus, Oekraïne en Moldavië van belang voor de ‘verdediging’ van Rusland.

Rusland met natuurlijke barrières in het noorden, oosten en zuiden

Vladimir Poetin (foto: Wikimedia Commons/www.kremlin.ru)

Josef Stalin op 23-jarige leeftijd (foto: Wikimedia Commons)

Tsaar Nicolaas I (foto: Wikimedia Commons)
Militaire inzet
Binnen de Russische strategische cultuur hebben de ideeën van Von Clausewitz een belangrijke plaats: militaire inzet is een onderdeel van politiek beleid en moet bijdragen aan politiek-strategische doelstellingen. Wanneer de permanente politieke confrontatie heeft geleid tot inzet van militaire middelen, kent de uitkomst van dat conflict een viertal gradaties van succes, van hoog tot laag: een politieke overwinning, een militaire overwinning, een militaire nederlaag, een politieke nederlaag. De militaire uitkomst is dus ondergeschikt aan de politieke, wat ook betekent dat bij het ontbreken van overtuigend militair succes toch gesproken kan worden van een politieke overwinning (zie bijvoorbeeld de winteroorlog met Finland). Er wordt dus minder belang gehecht aan tactische en operationele successen dan in het Westen.

Gen Valery Gerasimov, chef-staf van het Russische leger (foto: Wikimedia Commons/www.kremlin.ru)

Carl von Clausewitz (foto: Wikimedia Commons)
De militaire middelen waarover Rusland beschikt, dienen binnen het narratief van het permanente strategisch defensief primair ter verdediging van de Russische belangen. De strategische afschrikking bestaat uit drie onderdelen: nucleaire afschrikking (kernwapens kunnen zowel strategisch als tactisch worden ingezet), niet-nucleaire afschrikking (conventionele strijdkrachten, special forces, huurlingen enz.) en niet-militaire afschrikking (andere vormen van staatsmacht zoals desinformatie, economische maatregelen, diplomatie, etc.).
Hoewel Rusland in de eigen perceptie permanent in het strategisch defensief verkeert, kan met deze middelen ook plaatselijk en tijdelijk offensief worden opgetreden om een strategisch voordeel te behalen.

Nucleaire afschrikking (foto: Pexels)

Niet-nucleaire afschrikking (T-14, foto: Wikimedia Commons)

Niet-militaire afschrikking (foto: Jorge Franganillo op Unsplash)
Samengevat
Door een gebrek aan natuurlijke barrières in het westen, is Rusland kwetsbaar, wordt het land door het Westen bedreigd en streeft het daarom naar strategische diepte. Het autocratisch bestuurde land eist een rol op het wereldtoneel; streeft naar een multipolaire wereld. Het land verkeert in een strategisch defensief en voert daarom een assertief en gecalculeerd risicovol buitenland- en veiligheidsbeleid. De invasie in Oekraïne is een uitvloeisel van dat beleid. Het is duidelijk dat het Russische wereldbeeld fundamenteel verschilt met dat van het Westen. Om die reden moet het Westen voorbereid zij op structurele confrontatie met Rusland.

President Vladimir Poetin en zijn minister van Buitenlandse Zaken, Sergey Lavrov (foto: Wikimedia Commons/www.kremlin.ru)
Opmerkingen n.a.v. de presentatie
Aansluitend aan de presentatie was er enige tijd gelegenheid voor vragen en opmerkingen. Hieronder een korte weergave.
Dat de oorlog tegen Oekraïne door Rusland een ‘speciale militaire operatie’ wordt genoemd is mogelijk vanwege binnenlandse politieke redenen.
In de winteroorlog tegen Finland (30 november 1939 – 13 maart 1940) leden de Russen zware militaire verliezen (volgens bronnen het vijfvoudige van de verliezen aan Finse zijde). Voor beide landen was de oorlog niet vol te houden. Toch werd de oorlog door Rusland als een politieke overwinning gezien, o.a. omdat Finland bij het beëindigen van de oorlog grondgebied moest afstaan aan Rusland en dit zorgde voor de beoogde strategische diepte ten gunste van Leningrad (nu Sint Petersburg). Een voorbeeld van een politieke overwinning zonder concreet, overtuigend militair succes. Eenzelfde scenario zou ook voor Oekraine kunnen gelden.
Het strategische belang van de exclave Kaliningrad kan liggen in het anti acces/area denial (A2/AD-)concept waarmee NAVO de toegang tot de regio moet worden ontzegd. Hier ligt duidelijk een link met Finland en Zweden.
De acties van Rusland in Afrika kunnen worden geplaatst in de zero-sum benadering van de veiligheidspolitiek: de acties en de inzet van de Wagner groep dragen bij aan een sterkere positie van Rusland, terwijl de gevolgen ervan een probleem zijn voor Europa.
Op de lange termijn zou China een grotere bedreiging voor Rusland kunnen vormen dan het Westen. Rusland is toch de junior in de relatie met China. In feite worden thans al delen van Zuid-Siberië geëxploiteerd door China. In het verleden ruzieden beide landen over spoorwegen (jaren dertig) en in de jaren zestig voerden ze nog een korte grensoorlog.
De strategische cultuur van Rusland: reflectie door cdre prof. dr. Frans Osinga
Na een korte pauze werd het tweede deel van het symposium ingeleid met een reflectie op de gepresenteerde strategische cultuur die hieronder kort wordt samengevat.

Cdre Prof. dr. Frans Osinga (foto: Ministerie van Defensie)
De gepresenteerde strategische cultuur is een duidelijk verhaal. Maar onze strategische cultuur is 180 graden anders. In onze benadering is een oorlog zoals die nu door Rusland wordt gevoerd per definitie illegitiem. Een legale oorlog kan alleen plaatsvinden in het kader van VN-vredesoperaties, om humanitaire redenen, om een crisis te beheersen.
Toen de Koude Oorlog tot een einde kwam met het neerhalen van De Muur, het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, het ontbinden van het Warschau Pact en de hereniging van Duitsland was het idee dat het democratisch liberalisme wereldwijd zou worden verspreid.
De eerste grote schok was 9/11: het Westen werd in het hart geraakt. Met de war against terror moest een ring van stabiele staten worden gecreëerd. Voorbeelden daarvan zijn de interventies in Afghanistan en Libië.
In het Strategisch Concept van de NAVO van 2010 werd gesproken over terrorismebestrijding, cyber warfare, migratie en het uitvoeren van crisisbeheersingsoperaties. De klassieke verdedigingstaak verdween naar de achtergrond.
De volgende grote schok kwam in 2014 met de annexatie van de Krim door Rusland (nadat al in 2008 delen van Georgië werden bezet). Met het bezetten van de Krim werden we geconfronteerd met de hybride vorm van oorlogvoering (geen tanks, wel groene mannetjes).
Met de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie van 2018 kwamen we in Nederland weer met beide benen op de grond.
Poetin, die in 2000 aan de macht was gekomen, haalde op de veiligheidsconferentie van München in 2007 hard uit naar het Westen; hij beschuldigde vooral de Verenigde Staten (VS) ervan uit te zijn op wereldhegemonie. Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd door Poetin in 2005 omschreven als de grootste geopolitieke ramp van de 20e eeuw en hij wil de vernederingen die Rusland daarna heeft moeten ondergaan weer uitgummen.
Interactie
Na de inleidende beschouwing van cdre Osinga volgde een levendige discussie met het publiek in de zaal waarbij moderator Tim Sweijs de vragen en opmerkingen ‘groepeerde’ waarop vervolgens door cdre Osinga, maj Provoost of anderen werd gereageerd.
Sweijs: Wat hadden we anders kunnen doen? Osinga: Er zijn voldoende aanwijzingen geweest en rapporten geschreven waaruit bleek welke acties Rusland zou ondernemen, zowel t.a.v. de Krim als t.a.v. Oekraïne. Maar we hadden andere problemen, Oekraïne was geen NAVO-lid, Rusland beschikt over kernwapens (die ook tactisch kunne worden ingezet). Het gevolg was dat we niet ingrepen, wat door Poetin (Rusland) werd gezien als teken van zwakte. Vervolgens greep hij in.
Sweijs: We hebben te maken met strategische leemtes; hoe kunnen we die opvullen? Provoost: Men wil er maar moeilijk aan om te accepteren dat de strategische cultuur van een land ook invloed kan hebben op de besluitvorming van een staatshoofd. Je kunt de oorzaak van het uitbreken van een oorlog niet afdoen met ‘Poetin is gek’; daarmee ontken je de invloed die strategische cultuur kan hebben op zowel de persoon als besluitvormingsmechanismes. Tegelijkertijd creëert het ook een somberder perspectief richting de toekomst, omdat het impliceert dat de confrontatie tussen Rusland en het Westen niet zonder meer verdwijnt wanneer Poetin geen president meer is. Het is dus nodig om de strategische cultuur van geopolitieke rivalen of tegenstanders te doorgronden.
Uit de zaal: We hebben te maken met permanente competitie en blijven geloven in een mooie wereld waarin we compromissen kunnen sluiten en de VN de problemen oplost. Osinga: De jonge generatie is niet opgevoed in de situatie van de Koude Oorlog en kan zich niet inleven in de huidige ontwikkelingen. Men ziet niet dat de eigen maatschappij wordt ontwricht. Men moet ervan doordrongen worden dat de wereldorde aan het veranderen is.
Sweijs: We moeten iets doen aan de opvoeding en de politieke elite moet geschoold worden. Osinga: We moeten beter luisteren en ontvangen signalen vertalen in beleid. Hadden we iets kunnen doen voor 24 februari jl.? We hebben aangegeven niet te zullen interveniëren. Maar we hadden bijvoorbeeld ook een grote oefening kunnen houden om onze gereedheid te tonen. En we hadden ook duidelijk kunnen wijzen op het risico van een confrontatie met de oostelijk gelegen NAVO-lidstaten. Onze reactie wordt door Poetin gezien als zwakte. Een ander punt van zwakte t.o.v. Poetin is de twijfel die is gezaaid (door Trump) over de toepassing van artikel 5 bij een eventuele aanval op de Baltische staten.
Uit de zaal: Hoe kijkt u aan tegen de eenheid binnen de NAVO, ook met betrekking tot het lidmaatschap van Zweden en Finland en de positie van Turkije? Osinga: Poetin heeft een enorme misrekening gemaakt. Het Westen is verenigd, men besloot zeer snel tot omvangrijke sancties en de NAVO heeft gereageerd door de verdediging aan de oostflank te versterken. De aanval door Rusland op Oekraïne heeft het Westen verenigd. De uitbreiding van de NAVO is een versterking: Finland is al vanaf 2014 ‘onderweg naar de NAVO’, heeft een sterk leger. En kijk naar Zweden waar vanaf 2018 het ‘total defence’ concept is ingevoerd. Het lidmaatschap van beide landen betekent zowel een geografische als militaire uitbreiding van de NAVO. Het grote verschil met de uitbreiding destijds van de Oost-Europese landen is, dat de legers van Zweden en Finland veel meer voldoen aan de NAVO-standaarden.
Sweijs: Er lijkt in Oekraïne een patstelling te ontstaan. Het is mogelijk dat door de Russen een gevechtspauze wordt ingelast om na langere tijd (enkele jaren) de oorlog voort te zetten. We houden dus een situatie van permanente confrontatie. Osinga: Rusland kan bij een (langdurige) gevechtspauze toch een politieke overwinning claimen: Oekraïne wordt geen lid van de NAVO en de EU loopt door de banden met Oekraïne grote financieel-economische schade op. We zitten in een nieuwe Koude Oorlog-situatie maar het ontbreekt op dit moment aan factoren van stabiliteit. Wil Rusland uiteindelijk doordringen tot de Atlantische Oceaan? Het trip wire concept (Baltische staten, Polen) werkt niet. De inzet van tactische kernwapens is mogelijk. We moeten overgaan tot deterrence by denial, wat betekent dat een vooruitgeschoven verdediging gerealiseerd moet worden met brigades, divisies, sterke luchtverdediging, C2-redundnancy, verbeterde infrastructuur enz.
Uit de zaal: We moeten er rekening mee houden dat de situatie in Kaliningrad kan escaleren, ook met hybride acties. Sweijs: Het risico van escalatie is aanwezig. We moeten ook de mogelijkheden van de-escalatie beschouwen.
We moeten overgaan tot deterrence by denial
Aan het einde van de discussie werd kort stilgestaan bij het Nederlandse perspectief Provoost: We moeten de Russische strategische calculus beter leren doorgronden en van daaruit beleid ontwikkelen en actie ondernemen. Er zit een mate van historische continuïteit en consistentie in het Russische buitenland- en veiligheidsbeleid die maakt dat je niet zonder meer voorbij kunt gaan aan de invloed die de Russische strategische cultuur hierop heeft. Door het ontstaan van crises en conflicten echter toe te schrijven aan enkel en alleen het handelen van een staatshoofd, ga je hier aan voorbij en is er ook geen noodzaak om na te denken over in hoeverre het eigen beleid rekening hield met de Russische strategische calculus en daarmee een afschrikwekkend effect had of juist inspeelde op het nemen van offensieve stappen. Juist bij een land als Rusland kan het niet doorgronden van de strategische cultuur hele ernstige gevolgen hebben.
Osinga: Europa moet de eigen verdediging op orde brengen. We moeten goed rekening houden met de situatie rond Taiwan en de Chinese acties in de zuidelijke Grote Oceaan. Wanneer in 2024 in de VS een president aan de macht komt met dezelfde opvattingen als voormalig president Trump, en Europa de zaken niet op orde heeft, kan dat het einde betekenen van de trans-Atlantische band. Voor het nieuwe strategische concept van de NAVO zal 2% bbp niet voldoende zijn.
Kort vraaggesprek met dr. Tim Sweijs
Na afloop van het mini-symposium was er nog kort gelegenheid voor een vraaggesprek van de redactie van Carré met Tim Sweijs.
Hij is positief over het verloop van de middag met goede sprekers en een geëngageerd publiek. De middag wordt door hem kort samengevat: We zijn begonnen met het doorgronden van de Russische cultuur door eeuwen terug te gaan in de geschiedenis van het land en van daaruit het beeld op te bouwen van wat tegenwoordig onder de strategische cultuur van Rusland moet worden verstaan. Vervolgens is daarop gereflecteerd en zijn de grote verschillen met de westerse beleving verduidelijkt. En daarmee is ook een beeld geschetst hoe we in de huidige situatie zijn beland. We hebben te maken met zeer concrete bedreigingen, we moeten de realiteit van permanente confrontatie onder ogen zien en geloofwaardige maatregelen nemen.
Op de vraag of de versterkingen die voor de verdediging van de oostflank van de NAVO niet erg veel tijd gaan kosten, is de inschatting dat aan het einde van dit decennium die versterking gerealiseerd zou kunnen zijn. Het begrip Strategic Responsibility (van Europa) komt hier naar voren. (Hier ligt een link naar het rapport One Plus Four: Charting NATO’s Future in an Age of Disruption dat is opgesteld door een werkgroep van de NAVO waarvan Tim Sweijs deel uitmaakte.)
Bij het nemen van meer verantwoordelijkheid door Europa is ook de Europese samenwerking een aspect. Sweijs ziet mogelijkheden wanneer allianties (van een beperkt aantal landen) ontstaan die het voortouw nemen bij de samenwerking. Dan kunnen mogelijk afspraken worden gemaakt om tot een verdeling van de defensie-industrie te komen waarmee wordt voorkomen dat elk land een eigen richting volgt.
Het versterken van de verdediging blijft een weg van de lange adem. In Nederland (evenals in andere landen) is gereageerd op de ontwikkelingen met verhogingen van het defensiebudget. Houden onze politici dat vol en zijn die zich voldoende bewust van de Russische (en Chinese) intenties? Tijdens het symposium viel al een keer de opmerking dat de politieke elite moet worden opgevoed. Sweijs is redelijk positief. We moeten bewustzijn kweken. Hij wijst op veiligheidsstudies aan Nederlandse universiteiten, de master opleiding aan de NLDA en afzonderlijke cursussen die worden verzorgd voor bijvoorbeeld politici.

Dr. Tim Sweijs (foto: HCSS)
Afsluiting
Het mini-symposium werd afgesloten door NOV-voorzitter lkol Niels van Woensel. Hij gaf aan dat meer besef nodig is voor de verdediging van het Westen, we beter moeten nadenken over internationale betrekkingen en conflicten, vooral waar het betreft Rusland en China. We moeten niet naïef zijn in de samenwerking met andere landen. We gaan naar een andere wereldorde. Om dat besef goed te laten indalen, ziet hij ook een rol voor officieren. Na een dankwoord aan de inleiders, de moderator en de overige deelnemers werd een geslaagde middag beëindigd met een drankje en een hapje (vlaai).