HUMOR
Een bruine beurt

Een F-84F van 315 Sqn. Voor de supersonic run was het vliegtuig in de clean configuratie, zonder pylontanks (foto: Wikimedia commons)
LKOL B.D. P. DEKKERS
In de jaren zestig van de vorige eeuw, toen de luchtmachten van België en Nederland nog in gebroederlijke samenwerking een gecombineerde vliegeropleiding onderhielden op de vliegbases Woensdrecht, Brustem (B) en Eindhoven, was er eens een tot de Belgische landmacht behorende officier die ook een gooi wilde doen naar het gave ambacht van militair vlieger. Hij was Franssprekend en ‘polytechnieker’ - het Belgische equivalent van de Nederlandse KMA, de Koninklijke Militaire School te Brussel, had binnen zijn muren een faculteit Polytechnique – en daardoor was hij vrijwel verzekerd van een glansrijke carrière in de Belgische krijgsmacht. Nu wilde het geval dat A. [1], zo heette onze held in dit verhaal, tot de slotsom was gekomen dat om de zo gewenste sterrenstatus te bereiken, het behalen van zijn ‘vleugels’ in het vliegwezen een grote stap in de gewenste richting zou zijn. En zo begon hij in 1966 vol goede moed aan de opleiding tot vlieger. Eerst op Goetsenhoven op de Stampe SV-4bis, toen in zijn thuisland de voortgezette opleiding de Fouga gevolgd, en daarna naar de T-33 in Nederland. Al deze opleidingen doorliep hij zonder kleerscheuren, maar toen kwam de Thunderstreak, de F-84F. En hier, tijdens de Operationele Conversiecursus (OCC) op de Streak vond hij bijkans zijn Waterloo, en dat kwam zo.
De F-84F kon met enige moeite, goede wil en een portie onverschrokkenheid tot supersone snelheid worden gebracht. Niet in horizontale vlucht, nee, men rolde het vliegtuig ergens boven de 30.000 ft op zijn rug en trok de kist in een loodrechte duik. En terwijl men alzo met kloppend hart ter aarde stortte liep de machmeter gestadig op: 0.9, 0.95, 0.99, en warempel, 1.0 en soms zelfs daar nog iets overheen. Op dat moment, zo rond de 10.000 ft was het de hoogste tijd de stuurknuppel zonder te talmen naar achter te trekken met een tenminste 4G pullout om een pijnlijke botsing met moeder aarde te voorkomen. Een voor een kwamen onze klasgenoten aan de beurt voor de mach-run en ook A. liet zijn F-84F zonder kleerscheuren door het geluid knallen.
Tot de rituelen bij het Eindhovense 315 Squadron, dat met de OCC was belast, hoorde de zogeheten boom party, een doorgaans tamelijk uitbundig feest waar gevierd werd dat de cursisten voor het eerst in hun jonge leven de schokgolven achter zich hadden weten te laten. Wij waren natuurlijk barstensvol trots en danig onder de indruk van wat we hadden gepresteerd – gisteren Chuck Yeager, vandaag wij. De boom party was een daverende rite of passage, enigszins vergelijkbaar met wat zeelieden hebben te ondergaan als zij voor de eerste maal de equator hebben gepasseerd. Het geheel ging vergezeld met de uitreiking van een felbegeerd statussymbool, het F-84F-speldje voor een der revers van het colbert. Daar moest je nog wel iets voor doen natuurlijk: het speldje bevond zich op de bodem van een pul bier. Twee aan twee moest er door de jonge supersone krijgers over de inmiddels drijfnatte vloer een run worden gehouden naar de tafel waar de biertjes in slagorde stonden opgesteld, waar in elke pul een speldje op de bodem was gelegen.
Het glas aan de lippen, het bier naar binnen geklokt en wie als eerste zijn speldje tussen de tanden kon tonen aan de luidkeels aanwezige toeschouwers was winnaar van deze ronde. De ongelukkige verliezer kwam in de herkansing tegen een van de andere losers. Dit herhaalde zich totdat iedereen een speldje op zijn pak had kunnen bevestigen.
A. had zich als een van de eersten naar voren bewogen om aan de race te beginnen, en dat niet zonder reden. Hij was namelijk een trouw lid van de blauwe knoop, waarschijnlijk als eerste en enige Belg, en alle alcoholhoudende drank was hem een gruwel.

Het metalen F-84F speldje zoals je dat moest verdienen (foto: auteur)

Maar de wens het begeerde speldje te bemachtigen won het van zijn principes en manhaftig stormde hij voorwaarts na het startschot. Aangezien de hele meute, inclusief zijn tegenstander, al un peu après boire was kostte het hem geen moeite de wedstrijd te winnen en als eerste de biertafel aan te tikken. Fase twee, het bierdrinken, kostte meer moeite, maar manhaftig zette hij zich over zijn weerzin tegen de schuimende pul heen, en goot met een gigantische slok de inhoud in zijn keel. Zijn lege pul werd onderworpen aan het onderzoek door het scherpe oog van de commandant en okay bevonden: echt leeg en geen speldje meer te bekennen op de bodem.
Maar, ook tussen de tanden van A. was geen speldje te bekennen en spoedig werd de gruwelijke werkelijkheid duidelijk: in al zijn zenuwen had hij het speldje ingeslikt. De dienstdoende medicijnman werd met spoed geconsulteerd en deze adviseerde de zaak enige tijd aan te zien ofwel op zijn beloop te laten, en nauwkeurig bij te houden wat via de natuurlijke weg het lichaam van A. zou verlaten. En inderdaad, na twee dagen zijn ontlasting met een satéprikker te hebben bewerkt kon hij eindelijk alsnog zijn kostbare trofee opspelden, al was zijn speldje wel iets bruiner dan ons exemplaar.
Eindnoot
- Met oog op de privacy is de naam van de hoofdpersoon gefingeerd, het verhaal berust echter voor 100% op waarheid.