VAN DE VOORZITTER
Betrokkenheid leidt tot begrip
LKOL NIELS VAN WOENSEL
Op 17 februari jl. werden de resultaten bekend gemaakt van het onderzoek ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945 – 1950’. Al geruime tijd maken veteranen zich oprecht zorgen over het objectieve gehalte van dit onderzoek. Ondanks dat het zo ‘n 75 jaar geleden is maakt het nog veel los onder de veteranen en hun nabestaanden. Hoewel de resultaten op het moment dat ik dit schrijf nog niet bekend zijn, zal dat bij het uitkomen van deze Carré wel het geval zijn. Ik hoop oprecht dat de uitkomsten van het onderzoek niet tot al te grote problemen bij de veteranen gaan leiden en dat het onderzoek deze periode van alle kanten belicht in de juiste historische context. Eerder meldden wij namens de GOV al dat we ons zorgen maken over de manier waarop het onderzoek is uitgevoerd. Dat we ons zorgen maken of dit onderzoek wel voldoende in de context van die tijdsgeest wordt gezien. Diverse veteranen hebben ons ook laten weten zich onvoldoende betrokken te voelen bij het onderzoek. Betrokkenheid leidt juist tot onderling begrip en dat is nodig voor acceptatie. Dus vervelend dat dit nu niet of onvoldoende het geval is. Ik spreek wel mijn dank uit aan de minister, die in een brief aan de veteranen haar waardering toonde voor de wijze waarop de veteranen hun land hebben gediend onder zeer moeilijke omstandigheden. Daarbij geeft zij ook aan dat het goed is om het met elkaar erover te hebben, omdat zij beseft dat dit onderzoek tot veel pijn kan leiden. Mooi dat de minister zo kort voor het bekendstellen van de uitkomsten van het onderzoek de veteranen een hart onder de riem steekt.

Ook op andere vlakken is het een drukke en belangrijke tijd. De hoofdlijnennotitie die de minister naar de Tweede Kamer heeft gestuurd geeft aan hoe Defensie het extra geld wil besteden en waar Defensie de prioriteiten gaat leggen. Ik word persoonlijk heel blij van wat in de notitie staat en hoop oprecht dat we dit de komende jaren zullen bereiken. Natuurlijk is er vaker gezegd dat het personeel belangrijk is en dat er waardering moet komen, maar nu is er eindelijk ook het geld daarvoor. De eerste gesprekken met Defensie zijn al geweest. Daarbij hebben wij duidelijk gemaakt dat we een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben om de beschikbare middelen op tijd en ook goed te besteden. Om dit te kunnen doen moeten ook wij als bonden de handschoen oppakken en zorgen dat we voldoende capaciteit beschikbaar maken, de juiste prioriteiten stellen en stappen blijven maken, ook wanneer we het op een onderwerp niet eens worden. Dat betekent, wat ons betreft, dat we naast de onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden ook meteen moeten praten over het nieuwe loongebouw en het personeelssysteem. Dus wat ons betreft een aanval over twee assen. Eén ding waar ik me nog wel zorgen over maak is de manier waarop wij overleggen. Eerder gaf ik al aan dat ik een groot voorstander ben van een nieuwe manier van overleggen. Een manier waarop we niet elkaar als tegenstander zien, maar als partners. Een manier waar we begrip en interesse tonen voor elkaars belangen en niet alleen maar standpunten uitwisselen. Maar vooral een manier waar we samen aan de voorkant op zoek gaan naar oplossingen die alle belangen dienen. En vooral bij dit laatste heb ik nu het gevoel dat het fout gaat. Door alle hectiek van het extra geld en de gevoelde druk om snel aan de slag te gaan, merk ik dat Defensie weer met heel veel zaken bezig is zonder ons daarbij te betrekken. Want ook hier geldt dat betrokkenheid leidt tot begrip. Dus als wij niet aan de voorkant worden meegenomen en pas achteraf de plannen die er al zijn mogen goedkeuren, zal dat niet tot onderling begrip leiden en dus ook niet tot instemming. Ik zie het in ieder geval op veel vlakken weer fout gaan, dus hoop ik dat op dit punt Defensie nog een inhaalslag gaat maken en dat we alsnog samen aan de slag gaan.
Ik hoop dat Defensie een inhaalslag maakt en dat we samen aan de slag gaan