
door: René Bliek
Relevant blijven
Minister Kajsa Ollongren en staatssecretaris Christophe van der Maat hebben hun eerste werkbezoeken bij de krijgsmacht achter de rug. Ik volg dat natuurlijk met grote belangstelling. Net als onze bewindslieden ben ik ben er trots op dat onze mannen en vrouwen van Defensie zich zo voor ons mooie bedrijf Defensie inzetten en ook bij zo’n bezoek goed voor de dag willen komen.
Ik vertrouw erop dat onze bewindslieden zich echt voor Defensie en haar mensen willen inzetten voor tenminste hun zittingsduur. Maar waar moeten we ons dan als Defensie voor inzetten? Ik zou zeggen: voor een relevante defensie organisatie en dus in essentie voor een relevante krijgsmacht. Dat is wel lastig, want we weten dat we lang geleden al begonnen zijn aan de weg naar irrelevantie. Gelukkig gebeurt ook irrelevantie nooit van de ene op andere dag en zien we het al enkele jaren op ons afkomen. Maar het weer relevant worden betekent dat de huidige defensie organisatie zich dient aan te passen. We moeten beter nadenken waarom we bestaan en niet alleen nadenken wat we doen. Wat we doen om het doel te bereiken is niet het doel op zich. Het doel is om te weten wat men van ons verwacht, nu, over 5 jaar, over 10 jaar, etc.
De maatschappelijke opgave waar Defensie antwoord op te geven heeft is continue in beweging. Dit vraagt onder andere dat wij alert moeten zijn op de manier van organiseren en op het realiseren van de juiste capaciteit en samenstelling van het personeelsbestand binnen Defensie. Het is noodzakelijk om de feitelijke inzetbaarheid voor de opgave steeds zo groot mogelijk te houden. Daarmee heeft Defensie veel te doen op het gebied van organisatiebeleid en ontwikkeling. De strategie en de koers van Defensie, het daarop gebaseerde organisatie- en personeelsbeleid, de ambities van de ontwikkelagenda’s (hoe ziet de Defensie van de toekomst eruit) en de opgave om de huidige uitstroom op te vangen komen bij elkaar en moeten gecombineerd worden tot samenhangend beleid en uitvoering. Dat is een complexe opgave. De behoefte aan en de noodzaak van flexibiliteit in de bezetting is groot. Anderzijds verdient personeel zekerheid en zorgvuldigheid. De politiek verwacht dat Defensie qua samenstelling past bij de huidige en toekomstige maatschappelijke opgave.
Het verzekeren van een hoogwaardige en gemoderniseerde strijdmacht is op dit moment veel belangrijker dan het uitbreiden van het Nederlandse leger. Natuurlijk moet de kwaliteit verbeteren en moeten we de modernisering versnellen. Het tempo van innovatie op belangrijke gebieden van militaire technologie en de manier waarop kwetsbaarheden in ons bestaande leger door de mogelijke tegenstander kunnen worden uitgebuit, vereisen dit. Als we er niet in slagen om de perceptie tegen te gaan (is dit volgens u een perceptie of is dit ook werkgelijkheid?) dat wij een tandeloze tijger vol kwetsbaarheden zijn, kan dat worden uitgebuit door onze tegenstanders.

Weer een cruciaal jaar voor Defensie en weer complexe uitdagingen. Misschien vreemd, maar ik heb toch het gevoel dat we in 2022 wel stappen kunnen zetten als een ieder maar over zijn of haar eigen schaduw kan springen. Oog op de bal en balvast zijn is wel noodzakelijk. Als onze politieke leiders Kajsa Ollongren en Christophe van der Maat dit kunnen moet het toch eenvoudig zijn! Immers goed voorbeeld doet goed volgen. En laten we afspreken dat de volgende bewindslieden geen lijk in de kast vinden.
We moeten de gereedheid herstellen, maar bovenal moet het worden gemoderniseerd om te kunnen overleven tegen de soorten precisieaanvallen, cyber-, antisatellieten andere asymmetrische aanvallen die toekomstige tegenstanders zeker zullen gebruiken. We moeten onze blik duidelijk op de bal gericht houden en onze toewijzing van middelen in dienst van de nieuwe strategie. Het zou fijn zijn als die strategie snel duidelijk wordt.

Er is een zorgwekkende Russische troepenopbouw aan de grens met Oekraïne. Daarom zet Defensie als extra bijdrage aan de NAVO 2 F-35-jachtvliegtuigen in inclusief ondersteunend personeel. Op zich is dat voor mij niet echt indrukwekkend en afschrikwekkend. Wat veel belangrijkers is is dat Cdre Johan van Deventer, commandant ACC i.o, voor het eerst dit deel van zijn mannen en vrouwen kan inzetten. Gaat ze lukken. Toch maar goed dat de Bijzondere Commissie Personele Implementatie (BCO-PI) doorgegaan is. Laten we hopen dat de inzetbaarheid van de andere gereedstaande eenheden ook in orde is.
Als defensie weer relevant wil worden, zullen er ook (vele) reorganisaties nodig zijn. Al zullen de meeste reorganisatie zorgen voor groei, het is niet uit te sluiten dat er ook delen van de huidige organisatie zullen vervallen. Dat zal dan ook gaan over mensen. Wij hebben dan allen de plicht om ons maximaal in te spannen deze mensen relevant te houden, in ieder geval in het werkende deel van onze samenleving. Ieder individu moet voor haar of zijn omgeving relevant kunnen blijven. Kortom: een slecht bericht wordt niet beter als je het later verteld, maar zorg wel tijdig voor perspectief voor ons personeel.
Als we nu weten welke richting we samen opgaan, dan moet iedere speler haar of zijn rol goed invullen. Belangrijk is natuurlijk dat alle ‘key players’ hetzelfde doel nastreven. Dat wil niet zeggen dat er geen verschillende belangen zijn en dat daar niet voor opgekomen moet worden. Maar het betekent wel dat we met z’n allen gaan bewijzen dat we in staat zijn om het extra geld tijdig en nuttig te besteden en de belangen van het huidig personeel niet te vergeten. Heb ik daar zorgen over? Jazeker, want het vasthouden aan het verleden is makkelijker dan te kijken in de glazen bol van de toekomst en het is niet altijd eenvoudig om over je eigen schaduw heen te springen (1). Helaas is ook de besluitvormingscyclus binnen defensie - om het netjes te zeggen - een beetje stroperig en soms weerbastig. Daarbij komt: verandering is altijd lastig.
We weten dat afbreken veel sneller gaat dan opbouwen. Daar heeft zelfs de politiek erkend. Het duurt vele jaren voordat militairen goed geschoold zijn en kunnen omgaan met het aangeboden materieel. De organisatie moet de extra middelen (personeel en materieel) kunnen absorberen. Twee eenvoudige vragen zijn:
- hoe gaan wij de vullingsgraad verhogen?;
- hoeveel mensen kunnen wij extra opleiden?
Ik neem hier maar als voorbeeld ons SOF-personeel. Naar mijn mening blijven zij in ieder geval relevant. Maar als we er niets aan doen om ze te behouden en als wij als Defensie nog steeds interne concurrentie hebben met de Politie qua beloning, gaat het zeer uitdagend worden.
VEILIGHEID
Een open deur: fysieke en sociale veiligheid is van groot belang en Defensie is een organisatie met een risicovolle taakstelling. Onder hoge druk en extreme omstandigheden moeten onze mensen complexe taken uit kunnen voeren. Om die reden is het noodzakelijk dat Defensie zich verder ontwikkelt naar een organisatie waarin we vooraf risico’s inzichtelijk maken zodat expliciete besluitvorming op basis van deze risico’s kan plaatsvinden. Dit geldt voor alle niveaus, daarom moet veiligheid een vaste waarde worden van ons denken en doen. Dat wil niet zeggen dat er geen ongelukken kunnen gebeuren en dat er niemand kan sneuvelen tijdens het uitvoeren van zijn vak tijdens ernst inzet. Tevens dient Defensie een sociaal veilige organisatie te zijn die een werkomgeving biedt waarin al haar werknemers zich betrokken, gewaardeerd en gerespecteerd voelen om wie ze zijn en wat ze bijdragen aan de organisatiedoelstellingen
Om dit verder te ontwikkelen is onlangs n.a.v. het rapport Agenda voor Veiligheid besloten om 16,1 M extra toe te kennen voor 2022-’23. Voor het vaststellen van de verdeling heeft het Veiligheidscomité de intentie om deze structureel te maken indien de defensiebegroting dit toelaat. Uit het gepresenteerde coalitie akkoord blijkt het voornemen om de defensiebegroting de komende jaren te laten groeien. Hierop heeft de bestuursraad besloten voor te stellen om de reeks van de Agenda voor Veiligheid bestaande uit 16,1 M/ jaar structureel te financieren vanuit extra middelen voor Defensie. Indien dit voorstel door de Minister van Defensie en het Kabinet wordt bekrachtigd, wordt dit besluit formeel gemaakt in de voorjaarsnota, waarna de mutatie te zien zal zijn in de begroting van Defensie.
Met dit extra geld kan Defensie vooral de veiligheidsorganisatie verder versterken. Met de eerste 25ME (structureel) hebben de defensieonderdelen (DO’n) al meer ondersteuning kunnen realiseren, zijn de Directie Veiligheid (DV) en de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD) opgericht. Bovendien zijn de ondersteunende expertisecentra Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) en Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) uitgebreid. Daarna zijn nog extra VTE’n voor het beheersen van gevaarlijke stoffen (zoals chroom-6) toebedeeld, met name aan de Defensie Materieel Organisatie (DMO). Met het recente budget kunnen nog meer stappen worden gemaakt:
- de Directie Operaties (DOPS) kan worden versterkt voor veiligheid tijdens de planning en uitvoering van missies;
- het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) kan invulling geven aan de duikautoriteit en een defensiebreed kenniscentrum voor lasers oprichten;
- het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) kan starten met het uitvoeren van audits en ter verbetering van het vervoer van gevaarlijke stoffen is de ontwikkel- en opleidingscapaciteit van het Opleidings- en Trainingscommando Logistiek (OTCLog) vergroot en zijn er aanvullend extern opleidingen ingekocht;
- het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) kan verder gaan met het oprichten van een Defensie Luchtvracht Expeditie (DLE) voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht en met het verzorgen van human factor trainingen;
- de Koninklijke Marechaussee (KMAR) krijgt geld voor functies voor het verhogen van de mentale en fysieke fitheid;
- de DMO kan met de capaciteit voor arbo- en milieu risicoanalyses voor nieuwe wapensystemen uitbreiden;
- voor het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) is geld vrijgemaakt om Preventief Medisch Onderzoeken (PMO’n) uit te kunnen voeren bij Defensie en om analyses van de risico inventarisatie- en evaluatie’s (RI&E’s) te maken;
- voor alle niveaus is capaciteit voor advisering, risicomanagement en audits toegekend. Daarmee kan de Plan-Do-Check-Act (PDCA)-cyclus worden verbeterd en kunnen geïdentificeerde knelpunten worden bepaald.
Zijn we er dan? Nee, want de randvoorwaarden voor veilig werken zijn vooral goede en voldoende opgeleide mensen, geschikte en gekeurde middelen en vastgoed dat op norm is. Helaas is dat geen onderdeel van de agenda voor veiligheid. De verhoging van de defensiebegroting maakt dit herstel wel mogelijk.
Zijn we blij als GOV|MHB? Absoluut, want beide sporen zorgen ervoor dat commandanten beter worden ondersteund bij hun risicomanagement én dat ook daadwerkelijk verbeteringen kunnen worden gerealiseerd. Merkt de werkvloer dit gelijk? Voor sommige onderwerpen wel, want Defensie gaat door met het aanpakken van concrete knelpunten zoals gehoorbescherming en gereedschappen om stofvrij te kunnen werken. Ook voorziet Defensie in geschikte opslagfaciliteiten voor lithiumpacks, en stimuleert het de verbetering van de sociale veiligheid door cursussen en workshops. Door veiligheid onderdeel te laten zijn van initiële- en loopbaan opleidingen investeert Defensie in de toekomstige generaties. Risicobewustzijn en veilig werken als norm moet straks een tweede natuur zijn.
Conclusie
Om relevant te blijven moet Defensie continu innoveren en anderzijds dat wat zij wil behouden op orde houden. Veiligheid moet daarbij in haar genen zitten, maar vraagt continue aandacht. Alle commandanten moeten hun voorbeeldfunctie niet vergeten en moeten veiligheid bespreekbaar houden. Veiligheid is immers een kenmerk van een professionele organisatie en meteen een force multiplier. Voor mij is het duidelijk. Defensie en ook haar personeel dienen relevant te blijven. Nu en in de toekomst. Ik neem aan dat we elkaar daarvan niet hoeven te overtuigen.
- Uit een interview met Bob Marley: Mensen hebben een stem in zich die voor hen spreekt, dit is de stem waar mensen naar zouden moeten luisteren, want bij alles wat je doet, is er de verkeerde manier en de juiste manier; en als je goed luistert, weet je de juiste weg.