Teleurstelling

En daar was ie weer, de miljoenennota. Ik heb wel eens van iemand gehoord dat teleurstelling niet ligt aan de uitkomst maar aan de verwachting. Zo kun je het benaderen. Dan wordt het al snel van “verwacht maar niets, want dan valt het misschien wel mee.” Voor mij niet helemaal de juiste manier van denken, al zou je er na jaren van teleurstelling bijna voor gaan. Het blijft in ieder geval lastig te verkroppen dat er ook dit jaar weer erg weinig, zo niet geen, extra geld voor de krijgsmacht wordt uitgetrokken.

Door: Rob Pulles

De genoemde bedragen van ca. M€100 incidenteel en structureel zijn druppels op de gloeiende plaat. Niet dat ze niet aan goede doelen besteed worden. Munitie, training en opleiding en veteranenzorg zijn erg belangrijk. Het grote probleem van defensie is dat er nog veel meer veel grotere problemen liggen. Het personeelstekort, het bezoldigingssysteem, vastgoed, IT, reserveonderdelen, etc. etc. En dan hebben we het alleen nog maar over de zaken die nu niet goed zijn. Het gaat nog lang niet over nieuwe investeringen en innovaties. Om de komende jaren te beginnen met de weg omhoog zal er structureel €4 miljard per jaar bij moeten komen. Daarmee groeien we langzaam naar het Europese gemiddelde percentage van het BBP toe, waarbij we ook nog eens rekening moeten houden met het omhooggaan van het Europese gemiddelde en met een sterkere groei van het BBP dan eerst verwacht. Als we trouwens niets doen, dan daalt het percentage naar ca. 1,35% en dan staan we vierde van onderen in het lijstje van alle Europese partners. De vraag is of je het dan nog wel partners kunt noemen. Eigenlijk zijn het degenen die ons op hun kosten beschermen. Nederland, de 5e economie van Europa, dat weigert voor zijn eigen veiligheid te betalen en al helemaal niet wil bijdragen aan de bondgenootschappelijke veiligheid.

Dit beeld is te voorkomen, of terug te draaien, zo u wilt. Maar dat vraagt moed. Politieke moed. Moed om te investeren in de veiligheid van Nederland en daarmee in de veiligheid van onze partners en bondgenoten.

Het vraagt een langetermijnvisie met een daaraan gepaard gaand investeringsplan dat niet afhankelijk is van de waan van de dag van parlementariërs of kranten. Een investeringsplan dat niet alleen over materieel gaat, maar ook voor de lange termijn in personeel investeert. Een eerlijke, vergelijkbare en uitlegbare functiewaardering als fundament, met daarop een solide bezoldigingsgebouw en een flexibel en op maatwerk gerichte HR-systematiek. Voldoende mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen en in fase met de levensfase mogelijkheden om een goede balans tussen werk en privé te bewerkstelligen. Met de mogelijkheid om (tijdelijk) uit te stromen en van werk naar werk te gaan. Door deze elementen binnen de HR-systematiek zal het personeel dat binnenkomt ook willen blijven en zal defensie niet steeds de opgebouwde ervaring verliezen. Naast politieke moed vraagt het bestuurlijke moed. Bestuurlijke moed van de ambtelijke top van defensie om met de centrales aan tafel te gaan zitten en zaken open en eerlijk te bespreken, zonder informatie achter te houden en met het juiste mandaat. Het vraagt minstens evenveel bestuurlijke moed van de centrales om dat gesprek met defensie aan te gaan en gaande te houden, ook in moeilijke tijden. Het overlegmodel dat de afgelopen jaren is gehanteerd heeft niet opgeleverd wat het op had moeten leveren, tijd dus om het anders te doen. En om maar met een oneliner te eindigen, ik hoor vaak dat “hoop uitgestelde teleurstelling is.” Daarom hoop ik niet dat bovenstaande gaat gebeuren, maar beloof ik u dat we bij de GOV|MHB er alles aan zullen doen om het voor elkaar te krijgen.