BOEKBESPREKING

De Nederlandse krijgsmacht tijdens de dekolonisatie van Nederlands-Indië 1945 – 1950

Hoe het NIMH deze geschiedenis manipuleert en vervalst

RECENSENT: KOL B.D. A. KRUIZE

BOEKINFORMATIE

Auteur: mr. Bauke Geersing Uitgeverij: ASPEKT ISBN: 978-94-6424-791-6 Boekinfo: soft cover, 114 pagina’s; 20 september 2021 Prijs: € 15

Ter inleiding

Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) heeft een nieuw boek in de serie ‘Militaire Geschiedenis van Nederland’ uitgebracht: Krijgsgeweld en Kolonie - Opkomst en ondergang van Nederland als koloniale mogendheid, 1816 - 2010. Het NIMH is onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) en heeft onder meer als taken het beheren van een militair-historische collectie, het publiceren van wetenschappelijke studies, het verzorgen van onderwijs en lezingen en het geven van beleidsadviezen aan de defensietop. Op grond hiervan mag worden verwacht dat genoemd boek een wetenschappelijk verantwoord werkstuk is.

Hoofdstuk 11 van Krijgsgeweld en Kolonie heeft als titel ‘De oorlog met de Republiek Indonesië 1945 – 1950/1952’. Het is vooral dit hoofdstuk van het boek dat kritisch is geanalyseerd door mr. Bauke Geersing, auteur van Kapitein Raymond Westerling en de Zuid-Celebes-Affaire (1946 – 1947) - Mythe en werkelijkheid (2019). Deze analyse is verwoord in een nieuw boek van Geersing: De Nederlandse krijgsmacht tijdens de dekolonisatie van Nederlands-Indië 1945 – 1950. Hoe het NIMH deze geschiedenis manipuleert en vervalst (20 september 2021).

Het boek, de analyse door Bauke Geersing

De ondertitel van het boek zal menigeen de wenkbrauwen doen fronsen. Het zijn grote woorden om van een werk, dat wetenschappelijk mag worden geacht, te stellen dat het de geschiedenis manipuleert en vervalst. Dat legt op de schrijver de zware verplichting om die aantijging waar te maken.

Nauwgezet analyseert Geersing Krijgsgeweld en Kolonie, vooral hoofdstuk 11 van het boek. Hij toont aan dat de geschiedenis wordt beschreven vanuit een hedendaagse antikolonialistische opvatting. Tevens laat hij zien hoe de context van die tijd wordt genegeerd, terwijl het plaatsen van de gebeurtenissen in de juiste context zo bepalend is om de geschiedenis te kunnen begrijpen. Ook toont hij aan hoe selectief gebruik wordt gemaakt van bronmateriaal. Juist het gebruik van meerdere bronnen, die vanuit een verschillend perspectief eenzelfde gebeurtenis beschrijven, zou moeten bijdragen tot objectieve en verantwoorde geschiedschrijving.

In zijn zeer kritische, overtuigende analyse ontrafelt Geersing ook de door de schrijvers gehanteerde opzet en werkwijze bij het schrijven van het boek en onderkent hij zelfs elementen van de ‘Critical Race Theory’. Tevens ziet hij het verband tussen de publicatie van Krijgsgeweld en Kolonie en het lopende dekolonisatieonderzoek (officiële naam ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945 – 1950’) waarvan de resultaten in februari 2022 openbaar zullen worden gemaakt.

Selectief brongebruik, het niet plaatsen in de juiste context en het redeneren vanuit een eigen politieke/ideologische opvatting leiden volgens de schrijver tot het manipuleren en uiteindelijk vervalsen van de geschiedenis. De analyse heeft geleid tot een boek van 114 pagina’s. Voor wie dit in eerste aanleg te veel vindt om te lezen, wil ik aanbevelen om eerst de lijst van 45 vragen op de pagina’s 101 – 105 door te nemen; dat zal ongetwijfeld uitnodigen tot verder lezen.

Dat Bauke Geersing dit boek publiceert, toont aan hoe zwaar wordt getild aan het integer, objectief en verantwoord beschrijven van de geschiedenis van het Nederlandse leger tijdens de dekolonisatieperiode 1945 – 1950. Eerlijke geschiedschrijving is in het belang van de krijgsmacht in het algemeen en van (nabestaanden van) veteranen in het bijzonder. De schrijver maakt zijn woorden waar, en hoe triest het in wezen ook is, maar de ondertitel is juist.